Hoofdstuk 14 - Vasculaire Aandoeningen Flashcards

1
Q

Wat is een vasculaire aandoening

A

Ziektebeelden waarbij de bloedvoorzuening naar de hersenen wordt onderbroken, ook wel CVA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een CVA?

A

80% herseninfarct

20% hersenbloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is ischemie?

A

Obstructie van bloedvat waardoor bloedtoevoer naar het achterliggende verzorgingsgebied van de arterie wordt verminderd of afgesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Merendeel van de herseninfarcten ja het gevolg van een

A

Emobolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat een embolie?

A

Samengeklonterde bloedplaatjes (trombi) of losgeschoten fragmenten van verkalkingen in de vaatwand van de bloedvaten in de hals of het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een arterie

A

Slagader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mogelijk oorzaken herseninfarct:

A

Embolie (prop)
Vernauwing ( gebeurt vooral in de kleinste bloedvaten)
Tekortschieten doorbloeding (perfusie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ander wordt voor slechte doorbloeding

A

Waterscheidingsinfarct, is meestal op grens van stroomgebieden van 2 of 3 arteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In 80% van de gevallen betreft een herseninfarct de

A

Arteria cerebri media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Trombolysebehandeling

A

Wordt binnen enkele uren na herseninfarct gedaan, krachtige stof in bloedsomloop om stolsel op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Globale afasie

A

Ernstige mate van zowel afasie van Broca als van Wernicke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pure agrafie

A

Schrijven is aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pure acalculie

A

Specifiek het rekenen is aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Alexie

A

Leesstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Transcorticale afasie

A

Broca en Wernicke zijn gespaard, maar er is geen communicatie tussen de gebieden en overige delen van de hersenen, patiënt is hierdoor niet in staat tot verbale communicatie of het verwerken van geschreven taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Akinetisch mutisme

A

Totaal onvermogen tot verbale communicatie, hierbij ontbreekt ook de intentie tot verbale communicatie

17
Q

Abulie

A

Vermogen tot initiatiefname vrijwel geheel afwezig

18
Q

Ideomotorische apraxie

A

Betekenisvolle bewegingen niet kunnen maken, maar iemand heeft intact begrip en geen motorische of sensorische beperkingen

19
Q

Buccofaciale apraxie

A

Onvermogen om tong en de mond musculatuur doelgericht aan te sturen. Wordt vaak verward met afasie of dysartrie (stoornis in de spraak)
Mensen kunnen bij apraxie mistgordijn de juiste spieren aansturen

20
Q

Anosognosie

A

Gebrek aan inzicht in de (ernst van de) motorische, sensorische of cognitieve gevolgen van een CVA

21
Q

Vasculaire dementie

A

Als CVA’s leiden tot erg forse beperkingen en cognitieve-functiestoornissen
Kan in een keer, maar gebeurt vaak door meerdere CVAs
Psychomotorische traagheid en executieve functiestoornissen staan vaak op de voorgrond

22
Q

Waarom krijgen mensen vaak een depressie na een CVA?

A

Onduidelijk, kan door CVA zelf komen, maar ook een reactie zijn op de levensbedreigende situatie

23
Q

Catastrofale reactie

A

In de eerste paar dagen na het CVA kan, vaak na confrontatie met de beperkingen, extreme angst, pathologische huilen, agressie of een toestand van totale apathie optreden.
Veroorzaakt door onvermogen om te gaan met verlies aan functie

24
Q

Wat zijn specifieke stoornissen die kunnen ontstaan na een CVA?

A

afasie, apraxie, neglect, agnosie

25
Q

Welke globale stoornissen in cognitieve functies kunnen ontstaan na een CVA, maar ook bij andere hersenaandoeningen?

A

stoornissen in geheugen, aandacht, tempo, logisch redeneren, executieve functies

26
Q

Problemen als gevolg van CVA:

A

1 Desoriëntatie, kan gepaard gaan met reduplicatieve paramnesie: patiënt herkent omgeving en familie niet.
2 vermoeidheid
3 depressie

27
Q

small vessel disease

A

progressieve schade aan kleinste bloedvaten

Dit kan een oorzaak zijn van vasculaire dementie

28
Q

Kenmerken van vasculaire dementie:

A

1 psychomotorische traagheid
2 executieve functiestoornissen
3 cognitief functioneren gaat achteruit

29
Q

Vasculaire dementie gaat vrijwel altijd samen met leukoaraiose. Wat is dit?

A

progressieve beschadigingen in de dieper gelegen witte stof