Hoofdstuk 20 - Frontotemporale Dementie Flashcards
1
Q
Welke varianten zijn er?
A
Gedragsvariant (FTD-bv)
taalvariant: Progressieve niet-vloeiende afasie (PNFA),
2
Q
Welke cognitieve functiestoornissen staan op de voorgrond bij PTD?
A
Gedragsverandering en aandacht en concentratiestoornis, executieve functies, abstraherend vermogen en taal en eventueel sociale cognitie
3
Q
Welke cognitieve functiestoornissen staan op de voorgrond bij PNFA?
A
Duidelijke stoornis in taalgebruik, met name fonologie en/of syntaxis. Dit uit zich in agrammatisme. Wel zelfverbeteringen
Lezen en schrijven zijn gestoord, overige functies blijven relatief intact.