Hoofdstuk 11 - Emotie En Sociale Cognitie Flashcards

1
Q

Drie stadia van sociale cognitie uit model van Brothers:

A

Perceptie: aandacht richten op en waarnemen van relevante info

interpretatie: het verlenen van betekenis
reactie: responsselectie- en uitvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschillende assen van emoties

A

Prettig- onprettig
Toenadering - terugtrekking
Hoge vs lage intensiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Onderscheid tussen emoties

A

Basale emoties: blij, boos, angstig, verdriet, verbazing, walging
Sociaal morele of secundaire emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is de prefrontale cortex meer of minder betrokken bij sociaal morele emoties ten opzichte van basale emoties

A

Meer betrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg het tweeroute model van LeDoux uit

A

Korte route: Thalamus –> amygdala
Lange route: thalamus -> frontale cortex –> amygdala
Deze route kan soms ook nog via hippocampus naar amygdala, emoties helpen bij vastleggen van herinneringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is theory of mind?

A

Theorie over de capaciteit om je te verplaatsen in anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

First order en second order ToM

A

First: denken over iets

Second denken over denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Social model:

A

Medierende factoren
Cognitie en emotie
Sociale competentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van emoties in evolutionair perspectief?

A

Zorgen voor vermijden van gevaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van de lange route?

A

Is langzamer, maar wel accurater
De frontale cortex heeft sterke verbindingen met de hippocampus. Hierdoor kan er ook geleerd worden van de bedreigende situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de zes basisemoties?

A
Blijdschap (basale ganglia)
Boosheid (gyrus cinguli)
Verdriet (gyrus cinguli)
Angst (amygdala)
Verbazing
Walging (insula)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van de korte route?

A

Is snel, maakt ook sneller fouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke hersenstructuren zijn betrokken bij blijdschap?

A

basale ganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kunnen somatic markers onze beslissingen beïnvloeden met behulp van de Iowa Gambling task?

A

Je weet onbewust welke stapel je moet hebben en kunt hierdoor een lichamelijke reactie krijgen als je toch de verkeerde stapel kiest, doordat je een negatief gevoel hebt bij sommige stapels, maar je weet niet waarom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sociale faux pas

A

Onbedoelde sociale misstap van iemand anders wordt herkend en er wordt erkend dat diegene niet de intentie had om iemand te kwetsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de rol van de amygdala en bij welk deelproces of bij welk type emotie is deze betrokken?

A
  • angst
  • screenen voor sociaal relevante info, vooral bij bedreiging
  • vormen en opslaan van herinneringen met emotionele inhoud
17
Q

Wat is de rol van de Sulcus temporalis superior en bij welk deelproces of bij welk type emotie is deze betrokken?

A

interpreteren van sociaal relevante bewegingsinfo (lichaamshouding, kijkrichting, veranderingen in gezichtsuitdrukking)

18
Q

gyrus fusiformis

A
  • zit in occipitaalkwab

- vermogen om gezichten gedetailleerd te verwerken

19
Q

insula

A

Walging!

registreert en organiseert interne lichamelijke veranderingen wanneer info over emoties wordt waargenomen en begrepen.

20
Q

Stratum

A

voorspelt welke reacties tot positieve consequenties zullen leiden, wordt gereguleerd door dopamineniveaus

21
Q

Corticale spiegelsystemen

A

mogelijkheid om de belevingswereld van een ander voor te stellen.
Theory of mind!

22
Q

Wat doet de prefrontale cortex en waar is de mediale prefrontale cortex bij betrokken?

A

integreren van complexe info

mediale prefrontale cortex is betrokken bij theory of Mind

23
Q

gyrus cinguli

A

boosheid en verdriet

responsselectie en beslissingsgedrag

24
Q

Wat is de rol van de thalamus en bij welk deelproces hoort het?

A

perceptie, hier komt de info de hersenen binnen

25
Q

Wat is de rol van de hippocampus en bij welk deelproces?

A

Bij interpretatie, hippocampus gaat over aanmaken van nieuwe herinneringen, bij dreiging zorgt het dus dat je leert van gevaar.

26
Q

Hoe kunnen fysiologische reacties ons gedrag beïnvloeden?

A

Somatische Markertheorie van Damasio:
Beslissingen in complexe situaties komen meestal niet rationeel tot stand maar op een intuïtieve manier. De keuze voor een optie wordt beïnvloed door emoties in de vorm van lichamelijke reacties, die aangeven of die optie goed of slecht is (gut feeling)

27
Q

Welke hersenstructuren zijn betrokken bij boosheid en verdriet?

A

gyrus cinguli

28
Q

Welke hersenstructuren zijn betrokken bij angst?

A

amygdala

29
Q

Welke hersenstructuren zijn betrokken bij walging

A

insula