Hoofdstuk 22 - De Ziekte Van Huntington Flashcards

1
Q

Wat is het klinische beeld

A

Opvallendste stoornis is de bewegingsstoornissen, maar ook cognitieve stoornissen (deze kunnen al snel of pas veel later zichtbaar worden), ook ontstaan bij de meeste patienten naast motorische en cognitieve stoornissen ook neuropsychiatrische stoornissen: veranderingen in het gevoelsleven, karakter en gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke hersengebieden zijn aangedaan

A

Onderdelen van basale ganglia, vooral het stratium, dat bestaat uit de nucleus caudatus en het puntamen.
Met het vorderen van de ziekte raken ook andere hersengebieden beschadigd, zoals de cerebrale cortex, de hippocampus, cerebellum, hypothalamus en thalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke motorische stoornissen?

A

Bewegingstoornissen (dyskinesien) met toename van onwillekeurige bewegingen (chorea), afname van spontane bewegingen (hypokinesie),
Kan ook traagheid van bewegen (bradykinesie) gestoorde spierspanning (dystonie), stijfheid (rigiditeit), problemen in de oogbewegingen, slik en balansproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke cognitieve stoornissen

A

Kan snel gaan maar ook pas laat komen, begin met vertraagde informatieverwerking (brady-frenie), later kunnen ook meer cognitieve stoornissen optreden.
Meestvoorkomende zijn intelligentie, geheugen, tempo van informatieverwerking, aandacht en executief functioneren , ziekte inzicht, waarnemen en ruimtelijke cognitie, taal en spraak, emotie en sociale cognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly