Hoofdstuk 6 - Visuele Waarneming Flashcards
Multimodale gebieden
Samenkomen van meerdere sensorische modaliteiten
Kegeltjes, waar zitten ze en waar belangrijk voor?
Zitten in retina, hebben veel licht nodig en zijn belangrijk voor kleur waarneming. 3 typen
Noem de 3 typen kegeltjes
Blauwe kegeltjes, korte golflengten
Groene kegeltjes middellange golflengten
Rode kegeltjes, lange golflengten
Staafjes
Minder gevoelig voor licht en geen kleurinfo
Waar geven de kegeltjes en staafjes hun signaal naar door?
Ganglioncellen
Wat zijn M-cellen ?
Ganglioncellen die groot receptief veld hebben en info doorgeven met betrekking tot beweging
P-cellen
Ganglioncellen met klein receptief veld en dus hoge spatiële resolutie die info doorgeven over kleur
Closure
Het reconstrueren van een figuur of voorwerp uit minimale visuele info, zoals bij Kanizsa-driehoek
Lagere-ordestoornis (visueel)
Stoornis in de primaire verwerking, heeft vaak anopsie in de naam
Hogere ordestoornissen
Cognitieve stoornissen die optreden door een beschadiging in een gebied buiten de primaire visuele cortex. Wordt vaak agnosie genoemd
Apperceptieve agnosie
Het percept zelf komt niet goed tot stand
Associatieve agnosie
Het associëren van het percept met de opgeslagen kennis over het object faalt, dus de stap van visuele representatie maar semantische informatie en eigenschappen voor gebruik.
Hemianopsie
Blindheid voor de helft van het gezichtsveld
Kwadrantanopsie
Blindheid voor bepaald kaart van het gezichtsveld
Scotoom
Blindheid voor slechts klein deel van het visuele halfveld
Met Maculasparing
Gezichtsvelduitval gaat niet dwars door het meest centrale deel van het visuele veld (de macula)
Cerebrale achromatopsie
Gestoorde kleurwaarneming door hersenbeschadiging
Akinetopsie
Bewegingsblindheid
Ventrale simultaanagnosie/integratieve agnosie
Niet goed in staat om afzonderlijke elementen tot een betekenisvol holistisch percept samen te voegen.
Kleuragnosie
Selectieve stoornis in kleurkennis, kleurwaarneming is wel intact.
Objectagnosie
Moeite met benoemen van objecten en categoriseren van objecten, zoals fruit of vervoersmiddelen.
Optische afasie /objectanomie
Moeite met benoemen van objecten
Pure alexie
Intact taalbegrip, wel kunnen schrijven en goede verbale taalproductie, maar veel moeite met lezen
Prosopagnosie
Moeite met herkennen van gezichten
Fusiform face area
Deel vAn hersenen wat zorgt voor gezichtsherkenning
Anosognosie (syndroom van Anton)
Corticale blindheid, soms weten patiënten niet dat ze blind zijn
Palinopsie
Veel cva-patiënten met beschadiging in visuele cortex hebben in de periode kort na de laesie beelden die ze kort ervoor hebben gezien.