H1 - hoofdpunten Flashcards
Celtheorie
mens heeft 3 zielen (overleven, ondernemen en goed/kwaad) Moraal zit in de hersenventrikels
descartes
deelde mens op in lichaam (res extensa) en geest (res cogitans), de geest is immaterieel maar zit in pijnappelklier
Gall
Frenoloigie (geest bevindt zich in de cortex)
clinicoanatomische methode
werd gebruikt om Gall’s theorie te testen. specifieke uitvalsverschijnselen werden in kaart gebracht en gerelateerdd aan plaats van laesie. Zo komen we bij gebieden van Broca en Wernicke
Holisten
veel meer samenhang veronderstelt tussen de hersengebieden, ze werken altijd samen. De Gestaltbeweging
Wat heeft Luria toegevoegd?
Een theorie die een balans is tussen lokalisationisme en holisme
Wat houdt de theorie van Luria in?
drie eenheden die continu communiceren in deze eenheden kan onderscheid worden gemaakt tussen drie hiërarchisch geordende verwerkingsniveaus. Ook ontkende luria betrokkenheid van de niet-dominante hersenhelft (vaak rechts) bij taal- en spraakprocessen.
Welke drie eenheden onderscheid Luria die continu met elkaar communiceren
subcorticaal: waakzaamheid en aandacht
posterieur: informatieverwerking (waarneming en verwerking en opslag)
anterieur: organisatie gedrag (planning, regulatie en monitoring)
Welke verwerkingsniveaus onderscheid Luria?
primair: centra voor modaliteit-specifieke zintuigelijke waarneming
secundair: verwerking info en toevoeging betekenis en motoriek
tertiair: multimodale integratie, evalueren van eigen gedrag
Wat houdt de subtractiemethode in?
score op een simpele conditie wordt afgetrokken van score op moeilijke conditie. Het wordt vaak gebruikt bij beeldvormend onderzoek.: activatielevel representeert een score. V
enkelvoudige dissociatie
selectieve uitval voor taak A (complex) maar niet voor taak B (makkelijk), maar bij uitval voor taak B is er ook uitval voor taak A.
dubbele dissociatie:
patiënt 1 heeft uitval voor taak A en niet voor taak B, maar patiënt 2 heeft uitval voor taak B en niet voor taak A.
Wat zijn Caramazza’s basisassumpties?
een single-case studie is de enige juiste manier om onderzoek te doen naar cognitieve stoornissen, want geen enkele laesie is hetzelfde bij alle individuen binnen een groepsstudie
Beloopstudie: generalisatie
in hoeverre het resultaat klinisch relevant is/de patient e iets aan heeft in het dagelijks leven.
beloopstudie: longitudinale studie
een of meerdere patiënten worden gedurende een aantal jaren gevolg. hierbij is een stoorfactor test-herteseffect
beloopstudie: cross-sectionele studie
verschillende groepen patiënten met hetzelfde ziektebeeld worden getest. stoorfactor is dat alleen gesproken kan worden over gemiddeld
het probleem van spontaan herstel in behandelstudies
multiple baseline design: eerst meerdere voormetingen om te kijken of er in die voormetingen al sprake is van spontaan herstel
Hoe werkt een CT-scan?
gebruikt röntgenstralen: specifieke structuren houden meer straling tegen dan andere. hoge resolutie, dus je kunt in ieder plakje van de hersenen kijken.
Waar kun je een CT-scan voor gebruiken?
bij acuut stadium duidelijkheid geven (bv: is het een hersenbloeding?)