HC 3.8 Longfalen en longtransplantatie Flashcards

1
Q

Wat is orgaanfalen? Wat is de functie van de long? Wat is longfalen?

A
  • Orgaanfalen: als een orgaan zijn normale fysiologische functie niet meer kan uitvoeren
  • Functie van de long: Gaswisseling: O2 opname / CO2 afvoer
  • Longfalen: het falen van een van deze twee functies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de basis oorzaken van type 1 respiratoir falen (laag O2)?

A
  • R-L shunt
  • V/Q mismatch
  • Alveolaire hypoventilatie
  • Diffusie defect
  • Inadequate FIO2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de basis oorzaken van type 2 respiratoir falen (hoog CO2)?

A
  • Pompfalen (drive, muscles, WOB)
  • Verhoogde CO2 productie
  • Toename dode ruimte
  • R-L shunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de oorzaken van hypoxemie?

A
  1. Hypoventilatie
  2. Shunt
  3. Dode ruimte ventilatie
  4. V/Q Mismatch
  5. Lage geïnspireerde FIO2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een shunt?

A
  • Mismatch tussen ventilatie en perfusie
  • Waarbij er wél perfusie is, zonder ventilatie
  • Fractie niet-geoxygeneerd bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke soorten shunts zijn er?

A

Anatomische shunt:
- R > L shunt intracardiaal
- AV malformaties: pulmonaal arterie gaat meteen door op de pulmonaal vene. Dus gaat niet langs de longen.
Niet-anatomische shunt
- Door opvulling van alveoli (bijv. longontsteking)
- Afsluiting van de luchtweg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is dode ruimte ventilatie?

A
  • Mismatch tussen ventilatie en perfusie
  • Waarbij er wél ventilatie is, zonder perfusie
  • Onvoldoende oxygenatie van het bloed in wel geventileerde delen
  • Het zorgt voor hypercapnie: hoger CO2 in de bloedbaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is anatomische dode ruimte en wat is functionele dode ruimte?

A

De anatomische dode ruimte is 150 ml (waaronder de trachea). Functionele dode ruimte zorgt voor respiratoire insufficiëntie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voorbeelden van dode ruimte?

A

Longembolieën en destructie van het capillairebed (door emfyseem bijvoorbeeld) kunnen zorgen voor dode ruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is FIO2?

A

De zuurstofconcentratie in de inademingslucht wordt uitgedrukt als O2-concentratie of FiO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat valt er onder VQ mismatch?

A

VQ mismatch: is een shunt of dode ruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hebben gezonde mensen ook een shunt?

A

Als je zit dan heb je al shunt (dus ook gezonde mensen), omdat je onderste longvelden dan ingeklapt zijn. Je lichaam past zich hier wel aan aan, omdat je lichaam dan minder bloed stuurt naar de ingeklapte longvelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van hypercapnie?

A
  • Hypoventilatie
  • Gaat altijd gepaard met hypoxemie
  • Verhoogde dode ruimte ventilatie
  • pH afhankelijk van HCO3
  • HCO3 afhankelijk van duur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dhr. K, 55 jaar, bekend met een combinatie van emfyseem en
longfibrose (CPFE). Op de SEH: hoesten, koorts, dyspneu.
Bloedgas: pH 7,45; PaCO2 6; PaO2 6,6; Bic 25; SpO2 88% (KL)
Is hier sprake van?
* 1. Type 1 Respiratoire Insufficiëntie
* 2. Type 2 Respiratoire Insufficiëntie

A

Type 1 Respiratoire insufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de behandelingsmogelijkheden van hypoxemie?

A

Zuurstof geven via neusbril (6 liter zuurstof overgeven). Kan daarna 15 liter zuurstof geven. Gevolgd door High nasal flow oxygen therapie (100% zuurstof geven), daarna beademen (non-invasief masker beademing, invasief intubatie). Als invasieve beademing tekort schiet: dan kun je VV-ECMO doen; longfalen behandeling: overname O2/CO2 uitwisselingsvoorziening van de longen door een kunstlong. ECMO als brug naar herstel of als brug naar transplantatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het doel van longtransplantatie?

A
  • Primair: overlevingswinst: langer leven met de nieuwe dan met de oude longen
  • Secundair: kwaliteit van leven: streven naar een leven zonder longziekten
    Overlevingswinst is het belangrijkste doel!!
17
Q

Wat zijn de indicaties voor een longtransplantatie?

A
  • Ernstig progressieve eindstadium longziekten leidend tot overlijden
  • Beperkte levensverwachting
  • Maximaal behandeld
  • Niet reversibel
18
Q

Voor welke longziekten doen we een longtransplantatie?

A
  • Wel: longemfyseem, CF (jonge mensen, beste overleving na transplantatie), longfibrose (zowel auto-immuun als idiopathische pulmonale fibrose (IPF))
  • Niet: astma
19
Q

Wat zijn de contra-indicaties voor een longtransplantatie?

A
  • Actieve onbehandelbare infectie
  • Actief roken of andere verslavingen (drugs/alcohol)
  • Therapie ontrouw
  • Hartfalen
  • Nierfalen
  • Recente maligniteit
    Roken zou weer zorgen voor afstoting.
20
Q

Wat is de overleving na een longtransplantatie?

A

Gemiddelde overleving na longtransplantatie = 7 jaar
* 1 yrs survival: 85%
* 5 yrs survival: 75%
* 10 yrs survival: 60%

21
Q

Wat kun je zeggen over het verband tussen longtransplantaties en afstoting?

A
  • Acute cellulaire rejectie / afstoting komt voor in 40% van de patiënten in de eerste 2 jaar na longtransplantatie
  • Goed te behandelen met hoge dosis prednison
  • De kans op afstoting is altijd aanwezig, ook al heb je het in de eerste 2 jaar niet gehad
  • Symptomen: kortademigheid, daling astma monitor (daling longfunctie), droge hoestklachten en lichte verhoging. Soms hebben mensen geen klachten.
  • Chronische afstoting is moeilijk te behandelen en beperkt de overleving bij longtransplantatie patiënten. Kan worden getriggered doordat mensen acute afstoting hebben gehad. Chronische afstoting kunnen we niet genezen wel remmen, oplossing is re-transplantatie.
22
Q

Hoelang moet een patiënt zijn gestopt met roken/alcohol/harddrugsgebruik voorafgaand aan een longtransplantatie?

A

Een patiënt moet 6 maanden voor de longtransplantatie gestopt zijn met roken. Harddrugs en alcohol 12 maanden voor de longtransplantatie.

23
Q

Welk traject lopen de kandidaten in voorafgaand aan een longtransplantatie?

A
  • Verwezen naar polikliniek longtransplantatie
  • Selectie criteria –> kandidaat
  • Screening kandidaat
  • Bespreking in MDO longtransplantatie team
  • Acceptatie –> kandidaat –> ontvanger –> plaatsing op de wachtlijst eurotransplant longtransplantatie team Rotterdam.
24
Q

Wat gebeurt er wanneer er een longaanbod is?

A
  • Transplantatie coördinator van Eurotransplant belt dienstdoende transplantatie longarts
  • De ontvanger wordt gebeld door transplantatie longarts.
  • Middels ambulance naar Erasmus MC SEH; screenen op actieve infecties of problemen die een transplantatie in de weg staan.
  • Transplantatieteam vertrekt naar “donor-ziekenhuis”; dit blijft anoniem; aangezien de donor bij wet anoniem is (hier wordt gekeken of de donor goed is).
25
Q

Hoeveel procent van de wachtlijst voor een longtransplantatie wordt binnen 2 jaar getransplanteerd?

26
Q

Wat kun je doen voor donor optimalisatie bij een longdonor?

A
  • Vocht: plaspillen geven
  • Atelectase: herstellen met scopie
  • EVLP: long uit het lichaam halen op een machine zetten, situatie van het lichaam nabootsen. Vocht eruit halen, scopie doen om slijm eruit te halen. Dit levert extra longen op.
27
Q

Waarom transplanteren we geen enkelzijdige longen?

A

We zien zo veel complicaties in de achterblijvende long, daarom transplanteren we nauwelijks meer enkelzijdig.

28
Q

Hoe doen we de incisie nu voor een longtransplantatie en wat zijn daarvan de voordelen? En wat gebeurt er na de operatie?

A

We doen nu een incisie waarbij het borstbeen bespaard blijft. Minder pijn, kleine wond, snellere wondgenezing, minder kans op infectie.
Na de operatie gaan mensen naar de IC, ze worden daarna altijd beademend, maar dit willen we zo kort mogelijk.

29
Q

Hoe vindt de opvolging plaats van mensen die net een transplantatie hebben gehad?

A
  • Poliklinisch
  • Frequent in het begin, 1wk-2wk –> 3 mnd; minimaal 6 mnd
  • Jaarlijks evaluatie: CT scan, opvolging complicaties behandeling; nierfunctie, suikerziekte, hoge bloeddruk.