HC 1.4 Transplantatie immunologie Flashcards

1
Q

Wat is de levensverwachting als je dialyseert boven de 60?

A

Levensverwachting als je dialyseert boven de 60, dan is de kans dat je 65 wordt 50%. Levensverwachting hartfalen is minder dan een jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kenmerken van iemand die een orgaantransplantatie krijgt?

A

Als je een orgaantransplantatie bent dan ben je ziek, maar niet zo ziek dat je de operatie niet overleeft. Dus het is een selecte groep van mensen die een orgaan gaan krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voordelen van een niertransplantatie?

A
  • U hebt geen dialyse (meer) nodig.
  • Verbeterde conditie
  • Na de transplantatie zijn er minder leefregels. U hoeft zich niet meer aan een streng dieet te houden.
  • De kwaliteit van leven neemt sterk toe. Tenminste: bij de meeste mensen. Uw arts kan dit niet van tevoren garanderen. Je kan bijvoorbeeld weer op vakantie
  • De levensverwachting is hoger dan bij dialyse.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de nadelen van transplantatie?

A
  • Afstoting, om dit te voorkomen immunosuppressie
  • Medicatie tegen afstoting: nadelen immunosuppressie: de rest van je leven 2x per dag pillen slikken.
  • Terugkeer oorspronkelijke ziekte
  • Resultaat van de transplantatie valt tegen
  • Een operatierisico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij hoeveel van de patiënten mislukt de transplantatie?

A

Bij 1 op de 20 patiënten mislukt de transplantatie. Bijv. omdat het lichaam de nieuwe nier afstoot. Dit is erg ingrijpend, zowel lichamelijk als geestelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is nog een nadeel van de transplantatie?

A

Beperkte levensduur nieuwe orgaan. Gemiddeld is dat 10 jaar voor een nier van een overleden donor, en 20 tot 25 jaar voor een nier van een levende donor. Daarna is een nieuwe transplantatie of donor nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar wordt in het bloed naar gekeken bij een levertransplantatie?

A

Er wordt gekeken naar het serum ASAT en bilirubine, voor de lever om te kijken of er sprake is van een afstotingsreactie. Dan nemen we vaak nog een stukje weefsel om te kijken of dit zo is. Dan kunnen we nog extra medicatie geven om afstoting te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Na hoeveel jaar is de helft van de niertransplantatiepatiënten hun nierfunctie kwijt?

A

Na 10 jaar is bij de helft van de mensen de nierfunctie al kwijt, en bij de andere helft doet de nier het nog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is goedkoper een niertransplantatie of dialyse?

A

Dialyse kost 80.000 euro per jaar. Eerste jaar van transplantatie is iets meer dan 80.000 euro. Maar dat jaar daarna is het alweer 20.000 euro.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een afstotingsreactie? En is het te herstellen?

A

Afstotingsreactie is een lokale reactie, alleen maar de nier heeft er last van. Witte bloedcellen van de ontvanger proberen het orgaan aan te vallen bij een rejectie.
- Een afstotingsreactie is wel in 95% van de gevallen te herstellen, met extra immuunsuppresserende medicatie. Er is dan wel al schade aan het orgaan aangedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoelang duurt het voordat een afstotingsreactie ontstaat?

A

5-7 dagen duurt het voordat de clonale expansie is voltooid, van de ene immuuncel daarna gaan ze het orgaan aanvallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom kunnen we nooit een gehele identiek nier transplanteren?

A

HLA-systeem is een heel polymorf systeem, meer dan 1 miljoen combinaties. We kunnen nooit een gehele identieke nier transplanteren, daarom geven we immuunsuppresserende medicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke bloedcellen spelen vooral een rol bij afstoting?

A

Vooral lymfocyten spelen een rol bij de afstoting, immuunsuppresserende medicatie remmen ook vooral deze cellen: zorgen dat ze geen ontstekingseiwitten aan kunnen maken en niet kunnen prolifereren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doen we om te testen of het lichaam de nieuwe nier niet afstoot?

A

Bloedprikken –> doet de nier het niet goed –> biopt –> analyse afdeling pathologie, samen met klinische verschijnselen wordt bepaald of iemand een afstotingsreactie heeft of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke immunologische markers zitten er op T- en B-cellen?

A
  • CD3 = T-cel
  • CD4 = T-helpercel
  • CD20 = B-cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is er nodig voor T-cel activatie?

A

Signaal 1: TCR, signaal 2: co-stimulatie, signaal 3: cytokines (ontstekingseiwitten).

17
Q

Wat zijn cytokinen en waar zorgen ze voor?

A

Cytokinen: eiwitten die worden afgegeven door geactiveerde immuuncellen
- Betrokken bij de communicatie tussen verschillende cellen regulerende stoffen
- Belangrijke mediatoren bij ontstekings- en afstotingsreacties
- Cytokines kunnen ook zorgen voor clonale expansie.
- Cytokines kunnen o.a. cytotoxische T-cellen activeren: cytotoxische T-cellen kunnen donorcellen doden, cytotoxische T-cellen zijn toxisch en gevaarlijk voor het orgaan.

18
Q

Welke immuunsuppresserende middelen geven we bij een afstotingsreactie?

A
  • Tacrolimus, als tacrolimus ophogen niet helpt –> thymoglobuline
  • Thymoglobuline: kapot maken van t-cellen. Hier is opname in het ziekenhuis voor nodig, het zorgt namelijk voor een koortspiek. Zwaar traject.
    Afgestoten orgaan blijft meestal zitten in het lichaam.
19
Q

Hoe ziet een afstotingsreactie bij een harttransplantatie eruit?

A

We zien bij harttransplantatie dat er vooral veel IL2 is die de T-cellen aanzet voor een afstotingsreactie. Hiervoor kwam een medicijn: anti-IL2 receptor antagonist: hierdoor kan IL2 worden weggevangen. De kans is dat dan macrofagen de afstotingsreactie overnemen, dit is omdat IL15 de reactie dan overneemt.
- Dit het redundance in het immuunsysteem. Een cytokine neemt de functie van een ander cytokine over, ze hebben eigenlijk dezelfde biologische eigenschappen.

20
Q

Wat blokkeren immunosuppressiva vooral?

A

Immunosuppressiva blokkeren de productie van vele (IL-2) maar niet van alle cytokinen (IL-15)

21
Q

Hoe vaak gebeurt een hartbiopt?

A

Bij hartbiopt gebeurt het eerst 1 keer per week dan 1 keer in de 2 weken, dan naar maand, langzaam afbouwen. Bij lever en nier, kunnen we naar waardes kijken in het bloed en bij verdenking doen we dan een biopt.