HC 3.13 Leefstijl en levertransplantatie Flashcards

1
Q

Welke leefstijl factoren denken jullie aan dat leverschade geeft?

A
  • Dieet
  • Roken
  • Drugs
  • Alcohol
  • Groene knol anemiet: leidt tot leverfalen
  • Medicatie
  • Antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel procent van de patiënten die een levertransplantatie krijgt heeft een geschiedenis van alcohol gebruik?

A

> 20% van de patiënten die en levertransplantatie krijgt heeft een geschiedenis van alcohol gebruik. De groep is wel groter, maar die komen niet in aanmerking voor transplantatie: door co-morbiditeiten of niet kunnen stoppen met drinken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk land heeft nu de meeste mensen met obesitas?

A

De VS is niet meer de meeste mensen met obesitas, dat is nu India.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is NAFLD?

A

NAFLD: Non-alcoholic fatty liver disease. Definitie: leververvetting > 5% bij beeldvormend of histologisch onderzoek, zonder secundiare oorzaak (bv ETOH, medicatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de ernst van het probleem NAFLD?

A

Prevalentie NAFLD algehele populatie 17-46%. Kan ook aanwezig zijn in personen met een normaal BMI (7%). NASH in 3% van NL populatie: vervetting van de lever + ontsteking –> leidt tot cirrose. Prevalentie in hoog risico populatie: 70-90%. Cryptogene cirrose: 30-75% NASH (als de lever al een klein beetje verlittekend is dan zie je de vetcellen al niet meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de risicofactoren voor NAFLD?

A

Risicofactoren NAFLD: Centrale obesitas en het metabool syndroom: diabetes mellitus, hypertensie, hyperlipidemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het natuurlijk beloop van NAFLD in 8-13 jaar?

A

Steatosis -> NASH + fibrose -> NASH + advanced fibrose -> cirrose
- Advanced fibrose en cirrose kunnen leiden tot HCC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van NASH cirrose?

A
  • Onopgemerkt: 38-45% cirrose als eerste manifestatie
  • Langzame fibrose ontwikkeling: per 1 F stadium 14jr NAFLD / 7.1jr NASH
  • Patiënten met NASH cirrose overlijden niet altijd aan leverziekte maar juist ook aan: Hart en vaatziekten of Nierfalen
  • NAFLD is een toenemende oorzaak van HCC: diagnose op oudere leeftijd, geen cirrose in 23-50%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de oorzaken van acuut lever falen?

A
  • 70-80% komt door drugs: kruidengeneesmiddelen, halothane, anti-tuberculose medicijnen paracetamol, drugs (XTC).
  • <5% komt door ziekten
  • 5% komt door virale infecties
  • 5-10% is cryptogeen
  • < 5% komt door vergif.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het effect van alcohol abstinentie op overleving?

A

Het stoppen van alcohol gebruik zorgt voor een 5-yrs survival van 83% t.o.v. 43% als je het alcoholgebruik continueert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel procent van de wereldbevolking heeft NAFLD? En wat wordt NAFLD als het niet wordt behandeld? Wat is de enige behandeling van NAFLD?

A
  • In 2018: 25% van de wereldpopulatie heeft NAFLD
  • NAFLD –> NASH –> levercirrose & HCC
  • In de VS is NASH 1 vd grootste oorzaken van HCC en indicaties voor levertransplantatie.
    Enige bewezen behandeling van NAFLD en NASH: gewichtsreductie. Als je afvalt dan kan ook het vet van de lever verdwijnen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe moet je je leefstijl aanpassen om af te vallen?

A
  • Calorie restrictie
  • Voor koffie consumptie geen lever gerelateerde limitaties
  • Macronutrient compositie: low-to-moderate fat / Moderate-to-high carbohydrate / Low-carbohydrate ketogenic diets or high protein
  • Lichamelijke activiteit: Het advies is om wekelijks 150-200 minuten matige intensiteit te bereiken, verdeeld over 3-5 sessies. Daarnaast wordt aanbevolen om weerstandstraining te doen om de spier- en skeletgezondheid te bevorderen en metabole factoren te verbeteren.
  • Dagelijkse alcoholinname: voor mannen onder de 30g en voor vrouwen onder de 20g
  • Vermijden van fructose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de impact van obestitas op transplantatie-uitkomsten?

A
  • BMI > 40 significante risico factor voor mortaliteit post-LTX (contra-indicatie)
  • Obesitas & DM: 4 x hoger risico op post-operatieve infectie, cardiovasculaire complicaties, nierfalen
  • 50% toename van opname duur en ziekenhuis kosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat levert het op (sport/beweging)?

A
  • 40-70% van de patiënten met een chronische leverziekte is kwetsbaar (= frailty)
    a. Vermindering in fysieke activiteit
    b. Ondervoeding
    c. Sarcopenie (vermindering van spiermassa en spierkracht)
  • Vermindering in kwaliteit van leven, duur van ziekenhuisopnames, risico op overlijden
  • Onafhankelijk van de ernst van de leverziekte
  • Dus: door de frailty ter verminderen:
    o Betere kwaliteit van leven
    o Sneller herstel
    o Lagere kans op complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt het in (sport/beweging)?

A
  • Studies variëren van: bewegen onder begeleiding tot in thuissituatie
  • In essentie: 4 uur per week bewegen. Conditie: Fietsergometer/hardloopband. Maar ook: wandelen/fietsen. Kracht: Gewichtsoefeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel procent van de mensen met levercirrose is ondervoed en wat is daarvan het gevolg?

A

50-90% van de patiënten met levercirrose is ondervoed. Dit zorgt voor een toename van hersteltijd en vertraagde wondgenezing. De lever is slaat glucose door het om te zetten naar glycogeen  deze omzetting en opslag is verminderd. Ondervoeding is een continue staat van vasten. Meer verbruik van alternatieve bronnen om glucose uit te maken (afbraak van spieren). Vanaf 00.00 nuchter zijn in iemand met cirrose staat gelijk aan 72 uur vasten in een gezonde persoon. Vaak zijn mensen obese maar wel ondervoed.

17
Q

Wat voor voeding krijgen mensen met levercirrose?

A
  • 3 hoofdmaaltijden en 3 snacks
  • Late eiwitrijke avondsnack voor het slapen gaan –> BELANGRIJK
  • Geen noodzaak voor eiwit beperkt dieet
  • Zoveel mogelijk groenten en fruit
  • Wanneer er sprake is van malnutritie: 35 kcal/kg (droog gewicht) en 1,5 g/kg eiwit
  • Wanneer er sprake is van obesitas/NASH: verminderen van calorische intake niet van eiwit inname
18
Q

Wordt de zoutinname beperkt met mensen met ondervoeding en levercirrose?

A
  • Zout restrictie
  • Geen zout toevoegen
  • Let op met:
    a. Kant en klaar
    b. Soepen
    c. Blikgroenten
    d. Kaas
    e. Pakjes
19
Q

Wat is de invloed van levercirrose op de medicatie?

A

Levercirrose heeft invloed op de farmacokinetiek en farmacodynamiek van verschillende geneesmiddelen. Verschillende geneesmiddelen kunnen elkaar beïnvloeden. Versterken of werking verminderen

20
Q

Kun je alle middelen nog veilig innemen van de drogist met levercirrose?

A
  • Paracetamol veilig, aanpassen dosis niet nodig
  • NSAIDS (ibuprofen niet doen, slecht voor de nier)
  • Maagbeschermers: bij ernstige cirrose is alleen esomeprazol veilig&raquo_space; geen pantoprazole. Ranitidine veilig. Rennies, Maalox veilig  wel mogelijk verminderde opname van andere medicijnen
  • Diarree remmers: veilig
  • Laxeermiddelen: veilig
  • Codeïne: onveilig
21
Q

Waaraan overlijden mensen met LTx?

A

Het grotendeel van de mensen met een levertransplantatie overlijden aan de late medische complicaties van een levertransplantatie (kanker, cardiovasculair of een infectie, nierinsufficiëntie).

22
Q

Wat zijn de nadelen van immunosuppressie?

A
  • Increased risk of infection
  • Increased incidence of malignancies
  • Hypertension
  • Nephrotoxicity
  • Diabetes mellitus
  • Hyperlipidaemia
  • Osteoporosis
23
Q

Welk orgaan heeft de meeste IS nodig?

A

Hart

24
Q

Welk orgaan heeft de minste IS nodig?

A

Lever, onderdeel van het immuunsysteem zit in de lever.

25
Q

Wat zijn de meest voorkomende metabole complicaties na LTx?

A
  1. Hypertensie
  2. Hyperlipidemie
  3. Diabetes mellitus
  4. Coronary artery disease
  5. Chronic kidney disease
    Naar DM, hyperlipidemie en hypertensie moet je actief zoeken en managen.
26
Q

Waarom krijgen mensen last van een metabool syndroom na LTx?

A

Meeste gewichtstoename in het 1e jaar na LTx, dit komt omdat de lever vroeger anders om ging met calorieën, dus nu kan de lever het beter aan. Daarnaast krijgen mensen prednison en dat schakelt de rem op het hongergevoel uit. Bij 67% van de mensen verhoogt de calorie inname, maar 25% is fysiek actief. Het metabool syndroom is frequent en risico neemt toe over de tijd na transplantatie.

27
Q

Wat zijn de kenmerken van osteoporose na LTx? Hoe behandelen we het?

A
  • Meeste botverlies in eerste half jaar
  • Fractuur incidentie 1e jaar: 20-30%
  • 30-40% in cholestatische leverziekten
    Wat te doen
  • Optimaliseer botstatus pre LTx
  • Laagst mogelijke dosering prednison en tacrolimus
  • Calcium en vitamine D suppletie
  • Bewegen
  • i.v. 4 mg zoledroïne zuur kort na transplantatie
28
Q

Wat zijn de cijfers omtrent compliance? Wat zijn de risicofactoren voor therapie ontrouwheid?

A
  • 40% van de chronisch zieken in NL is niet therapietrouw
  • 60% is niet-intentioneel (onbedoeld) therapie ontrouw
  • Risicofactoren
    o Duur behandeling > 6 maanden
    o Inname schema, meerdere inname momenten
    o Hoeveelheid medicijnen
    o Bijwerkingen
    o Specifiek voor leverziekten: encephalopathie
29
Q

Wat zijn tips voor compliance?

A
  • Begrip van noodzaak
  • Steun omgeving:
    o Familie
    o Huisarts up to date
    o Bespreken bij controles
  • Hulpmiddelen: Pillendoos/ medicijndagboekje/ APP
  • Schema versimpelen –> apotheker
30
Q

Wat zijn de bijwerkingen van bepaalde immunosuppressie?

A