H9.3: Therapeutische aspecten longcarcinoom Flashcards
T
Tumorgrootte en ligging
N
Nodus
- N1: in hilus van dezelfde long als tumor
- N2: tussen de longen in, aan dezelfde kant als tumor
- N3: tussen de lonen in, maar aan de andere kant als de tumor of in andere longhilus/supraclaviculaire/lage halsklieren
M
Metastasen op afstand
- M0: geen metastasen op afstand
- M1: metastasen op afstand (hersenen, bot, bijnieren, lever, pleura, pericard en sporadisch in darm, huid, ogen
Stadium 1
- Lokale ziekte
- In 1 longkwab
- Geen lymfekliermetastasen
Stadium 2
Grotere tumor
Stadium 3
- Lokaal gevorderd
- Beperkt tot 1 helft van de borstkas, maar met lymfeklieren in het mediastinum of de tumoren zijn groter
Stadium 4
- Uitgezaaide longtumoren
- Afstandsmetastasen
Lokale ziekte x behandeling
Lokaal gevorderde ziekte x behandeling
Uitgezaaide longtumor x behandeling
Lokaal
Gecombineerd
Systemisch
Behandeling NSCLC per stadium
- Operatie
- Operatie in combinatie met adjuvante therapie
- Combinatie van chemotherapie en bestraling met of zonder immunotherapie
- Chemotherapie en/of immunotherapie of gerichte behandelingen
Operabiliteit testen
Resectabiliteit testen
Functieonderzoek
Beeldvorming of operatie
Operabiliteit
- Of patiënt operatie medisch gezien aan kan
- (Geestelijke) conditie en comorbiditeiten
- Hart moet in staat zijn het lichaam in leven te houden tijdens en na operatie
- Longcapaciteit bekijken
Onderzoeken bij operabiliteit
- Longfunctieonderzoek (spirometrie, diffusiecapaciteit, inspanningstest)
- Cardiologisch onderzoek
- Voedingstoestand
- Performance status
Resectabiliteit
- Of het mogelijk is om de tumor compleet te verwijderen
- R0: compleet resectabel zonder microscopische tumorrest
- R1: microscopische tumorrest (+ adjuvante radiotherapie)
- R2: macroscopische tumorrest
Resectabel
Niet-resectabel
Tumoren van stadium 3 en 4
Kleincellige longcarcinomen
Waar zijn chirurgische complicaties van afhankelijk?
- Grootte operatie
- Conditie patiënt
Ongeveer 1.5-2% van de patiënten die chirurgisch wordt behandeld overlijdt aan de behandeling
Lobectomie
- Longkwab resectie
- Alle bloedvaten en bronchustakken moeten verwijderd worden
- Kijkoperatie
- Operatieve mortaliteit van 1.7%
Pneumonectomie rechts
- Operatieve mortaliteit van rond 5%
- Open operatie, omdat de gehele long verwijderd moet worden
- Rechterlong is grootste long
- Hoge mortaliteit heeft te maken met de grote belasting van het hart, bloed wat normaal door 2 longen gaat moet nu door 1 long
Postoperatieve zorg begint preoperatief
- Uitgebreide voorlichting
- Langs anesthesioloog voor controle
- Functieonderzoek uitvoeren (spirometrie)
- Stoppen met roken
Belangrijk dat patiënt na operatie snel mobiliseert
- Vermindert het aantal pulmonale complicaties, met name bij hoog risico patiënten
- Beter doorademen
- Sputum beter opgeven
- 3 tot 4 maal daags mobiliseren
Standaardbehandeling stadium 1 en 2 NSCLC
Chirurgie
Alternatief bij inoperabele tumor of weigering chirurgie
Risico
Reden risico
Oplossing
Hoge dosis bestraling, maar kans op recidief (zeker bij stadium 2) is groot (30-40%)
Recidief wordt waarschijnlijk veroorzaakt door micrometastasen die al bij de operatie aanwezig zijn, maar niet opgespoord worden met de huidige stageringsmethoden
Door adjuvante behandeling met chemotherapie wordt een voordeel van 5-15% behaald op de 5-jaarsoverleving. Recent nog immunotherapie toegevoegd
Behandeling stadium 3 NSCLC
Tegenwoordig
- Uitzaaiing in mediastinale lymfeklieren
- Valt niet te opereren
- Chemoradiotherapie; met bestraling wordt primaire tumor behandeld en met chemo worden metastasen op afstand behandeld
- Belastende therapie, maar als patiënten niet sterk genoeg zijn worden te behandelingen na elkaar gegeven
- Meer toxiciteit (slokdarm, longen)
Adjuvante immunotherapie voor 1 jaar
Behandeling stadium 4 NSCLC
- Zeer lage kans op langdurige overleving
- Chemotherapie
- In bepaalde gevallen ook gerichtere therapie (EGFR-mutatie bijvoorbeeld)
- Aanvullende immunotherapie, omdat hiermee een betere overleving mogelijk is
EGFR-mutatie
- Niet-rokers
- Tyrosine kinase remmers effectief
Immunotherapie
- Longkanker, omdat deze vorm meer mutaties heeft
- Normaal zorgt tumor voor onderdrukken immuunsysteem
- Nu berust het principe op monoklonale antilichamen die ervoor zorgen dat de tumor weer herkend wordt door het eigen immuunsysteem
PD1
Immunotherapie werking
- Receptor die de activiteit van T-cel remt
- Tumoren kunnen hier misbruik van maken door ligand PD1 PD-L1 te ligeren
- Afweerreactie door T-cel op tumor wordt tegengehouden
Immunotherapie gaat op PD1/PD-L1 zitten zodat het remmende signaal van de tumor niet meer werkt, maar als bijwerking auto-immuunziekten
Behandeling SCLC
- Agressiever
- Bijna niemand wordt behandeld met chirurgie
- Deel snel
- Aanvullende chemotherapie is belangrijk