H10.6 Flashcards
1
Q
Gegevens
A
- Bij 5% van de patiënten is er bij diagnose mammacarcinoom al sprake van afstandsmetastasen (lever, long, bot)
- 50% sterft aan mammacarcinoom indien er geen nabehandeling wordt gegeven
- 50% heeft dus onzichtbare micrometastasen
- Door (neo)adjuvante behandeling daalt het percentage naar 25-35%
2
Q
Recidief
A
- Meer ingewikkeld en veranderd mutatiepatroon
- Vrijwel altijd anders dan primaire tumor
3
Q
Hoe prognose verbeteren
A
- Vroege detectie (hierdoor lagere TNM-classificatie en betere prognose)
- Verbeteren behandelingsmogelijkheden
- Voorkomen lokaal recidief (door optimaliseren lokale therapie)
- Voorkomen micrometastasen en afstandsmetastasen (door optimaliseren systemische therapie, chirurgie en radiotherapie)
4
Q
(Neo)adjuvante behandeling hangt af van
A
- Prognostische factoren: voorspellen van de kans op het ontwikkelen van metastasen middels histologische graderingen, grootte tumor, aangedane lymfeklieren, ER status en leeftijd
- Predictieve factoren: voorspellen van de kans op een respons op de therapie (aanslaan behandeling o.b.v. aanwezigheid ER- en Her2-receptoren)
5
Q
Principe (neo)adjuvante behandeling
A
- Als >3% baat heeft bij adjuvante therapie, wordt het aan iedereen gegeven
- Dus 97% overbehandeling wordt geaccepteerd
6
Q
Afname overbehandeling mogelijk door
A
- Zoeken naar nieuwe predictieve factoren: belangrijkste, grootste uitdading ondanks veel onderzoek (ER-/PR-/Her2-receptoren)
- Optimaliseren prognostische factoren: extra groep vrouwen selecteren met een heel goede prognose
7
Q
Doel mammaprint
A
O.b.v. extra prognostische factor overbehandeling beperken
8
Q
Tumorprofiel
A
- Iedere tumor heeft eigen karakteristiek DNA-profiel, mRNA profiel en eiwitprofiel
- Profielen kunnen per tumor vastgesteld en gemeten worden
- Bevatten informatie over de tumor zoals therapiegevoeligheid en agressiviteit
9
Q
Stappen voor klinische implementatie
A
- Trainingsset om profiel op te zetten
- Trainingsset valideren in onafhankelijke testset
- Multicenter (retrospectieve) studies
- Prospectieve gerandomiseerde klinische studies
10
Q
Klinisch predictiemodel gebaseerd op
A
- Leeftijd
- Comorbiditeit
- ER-receptorstatus
- Gradering
- Grootte
- Lymfeklierstauts