H8.3: Supportive care bij hematologische maligniteiten Flashcards
Therapie van kanker
- Chemo
- Radio
- Chirurgie
- Immuno
Bijwerkingen
- Vermoeidheid
- Misselijkheid en braken
- Verminderde eetlust
- Alopecia is kaalheid
- Huidafwijkingen
- Lever-/nierfunctiestoornissen
- Beenmergdepressie
- Mucositis (ontsteking slijmvlies, ulcera in mond en gehele tractus digestivus)
- Bloedingen
Beenmergdepressie gevolg
- Anemie
- Leukopenie
- Trombopenie
Anemie
- Moeheid
- Bleek zien
- POB
- Kortademigheid
- Hartklopping
- Klachten passend bij hartfalen
- Duizeligheid
Leukopenie
- Verhoogde kans infecties
- Verminderde weerstand
Trombopenie
- Verhoogde bloedingsneiging
- Spontaan nieuwe plekken (hematomen)
- Bloedneuzen (epistaxis)
- Tandvleesbloedingen
- Hevige menstruatie
- Petechiën
- Bloedblaren in mondholte
- Bloedingen in oog en retina
- Bloedingen in hoofd
Supportive care
Bestrijden van gevolgen van beenmergdepressie na chemotherapie
Anemie verhelpen
- Bloedtransfusie
- Suppletie van foliumzuur, B12 en ijzer
- EPO behandeling: minimaal effect, duur
Leukopenie verhelpen
- Granulocytentransfusie
- G-CSF
- SDD-profylaxe
Granulocytentransfusie
- Tegen bacteriële infecties
- Gebeurt in hematologische geneeskunde bij volwassenen alleen experimenteel
- Enorme immunologische reacties
- Levensduur granulocyt is maar 4 uur
- Meerdere transfusies nodig
- Wel bij kinderen
G-CSF
- Niet effectief bij zware chemotherapie waarbij het hele beenmerg wordt weggevaagd
- In sommige gevallen kan het wel helpen om lichtere chemotherapie sneller achter elkaar te kunnen geven
SDD-profylaxe
- Kwijtraken van lichaamseigen bacteriën in de darmen
- Selectieve darm decontaminatie
- Isolatiemaatregelen om infectieuze complicaties te voorkomen (gramnegatieve sepsis, aspergillus infectie)
- Gedaan bij patiënten bij neutropenieduur naar verwachting langer dan 10 dagen zal duren
- AB geven
- Kweken inventariseren
Trombopenie verhelpen
- Trombocytentransfusie
- Trombopoietine (TPO): werkt op stamcellen en megakaryocyten waardoor belastende leukemiecellen kunnen stijgen
- Tranexaminezuur: zorgt ervoor dat trombocyten meer geactiveerd raken
Indicaties erytrocytentransfusie zijn afhankelijk van
- Tijd van ontstaan (acuut/chronisch)
- Leeftijd
- Comorbiditeit
- Klachten!
Belangrijk om te weten
- Per eenheid getransfundeerd erytrocytenconcentraat, stijgt Hb met 0.5-0.7 mmol/L
- Per eenheid getransfundeerd trombocytenconcentraat, stijgt het trombocytenaantal gemiddeld met 30-50
Indicaties trombocytentransfusie zijn afhankelijk van
- Hoeveelheid trombocyten
- Eventuele ingreep
- Pas bij <10, maar bij ingrepen <50 of <100 al
Weten voordat je bloedtransfusie geeft
- Eerdere transfusies gehad?
- Bekend met antistoffen?
- Zwangerschap?
- ABO-bloedgroep
- Rhesus-D bloedgroep
- Irregulaire antistoffen
Je wilt aanwijzingen vinden naar de waarschijnlijkheid dat de patiënt antistoffen heeft ontwikkeld
Kruisproef
Bloed van patiënt in aanraking met donorbloed om te kijken of er een reactie ontstaan
Wanneer kruisproef niet nodig?
- Bekende ABO-Rh(D) bloedgroep
- Negatieve screening
- Niet bekend met antistoffen
- Geen allogene SCT patiënt
- Geen neonaat
Universele donor ery
0-negatief
Universele ontvanger ery
AB-positief
Gevolg als er een verkeerde bloedgroep wordt getransfundeerd
- Hemolyse: bloedafbraak waarbij ook gezond bloed wordt afgebroken
- Van nature worden er namelijk antistoffen gemaakt tegen ontbrekende AB-antigenen
Weetje
- Tegen ABO-systeem maakt het lichaam uit zichzelf antistoffen
- Tegen Rhesus maakt het lichaam alleen antistoffen na blootstelling aan Rhesus-antigen
Risico’s supportive care
- Hemolytische transfusiereactie
- Koorts (door leuko’s)
- Allergische reactie (galbulten)
- Overdracht ziekteverwekker
- TRALI
- Ijzerstapeling