H11.7 Flashcards

1
Q

Doel reconstructie

A

Herstel (en behoud) van functie en vorm met minimale donor morbiditeit

Kwaliteit van leven moet dus worden verbeterd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doel aangezichtsreconstructie

A
  • Functioneel
  • Esthetisch gezien het beste resultaat bereiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Esthetisch en anatomisch gerelateerde factoren

A
  • Huidskleur
  • Textuur
  • Dikte
  • Haar
  • Mobiliteit
  • Onderhuids vet
  • Spierexpressie
  • 3D-vorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Centrale units

A
  • Neus
  • Lippen
  • Oogleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Perifere units

A
  • Wangen
  • Voorhoofd
  • Kin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Secundaire wondgenezing

A

Natuurlijk laten genezen van een wond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Relaxed skin tension lines (RSTL)

A
  • Lijnen loodrecht op de trekrichting van onderliggende spieren
  • Sluiting in richting van RSTL geeft mooiere littekens doordat de elasticiteit wordt benut
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aangezichtsreconstructies x principes

A
  • Reconstrueer (sub)units, maar vul geen gaten
  • Defect moet, indien nodig, worden veranderd of aangepast (locatie, grootte, vorm en diepte)
  • Littekens maken op grenzen van units of in huidplooien
  • Kiezen van ideaal donorweefsel is essentieel
  • Vervang missend weefsel met exact hetzelfde volume, diepte en outline
  • Indien nodig moet de ingreep gestadieerd worden

Overeenkost qua contour en huidskleur/textuur is het belangrijkste voor een goed resultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Technieken aangezichtsreconstructie

A
  • Primaire sluiting
  • Huidtransplantaat
  • Lokale lap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Primaire sluiting

A

Sluiten van de huid door bijvoorbeeld hechten, geen gebruik van extra huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Lokale lap

A
  • Weefselverplaatsing van donorplaats naar wond met eigen bloedvoorziening
  • Lap grenst dus aan defect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fasen huidtransplantaat

A
  • Imbibitie: absorberen (0-24 uur)
  • Revascularisatie (48-72 uur)
  • Volledig circulatie herstel (4-7 dagen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorwaarden voor ingroei

A
  • Goede doorbloeding wondbodem
  • Vermijd schuifkrachten
  • Vermijd lucht/hematoom/debris onder transplantaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Split skin graft

A
  • Dunne lap huid bestaande uit epidermis en deel van dermis
  • Minder goede kwaliteit, omdat het erg contraheert bij de wondgenezing
  • In gelaat weinig gebruikt, maar voor bijvoorbeeld grote beenwonden kan het nuttig zijn
  • Donorsite geneest secundaire zoals bijvoorbeeld tweedegraads brandwond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Full thickness graft

A
  • Lap huid die van volledige dikte is bestaande uit gehele epidermis en dermis
  • Goede kwaliteit, maar beperkt beschikbaar
  • Donorsite moet primair gesloten worden
  • Donorsite kan bovenooglid, pre/post-auriculaire of supraclaviculaire huid zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer lokale lap in gelaat?

A
  • Defect waarbij sluiting overmatige spanning op wondranden zou geven
  • Waarbij primaire sluiting niet mogelijk is
  • Waarbij primaire sluiting zou resulteren in verstoring van anatomische structuren
17
Q

Gevolg als n. superficialis wordt geraakt

A

Wenkbrauwen kunnen niet meer worden bewogen, waardoor ze naar beneden worden gedrukt

18
Q

Typen lokale lappen

A
  • Pivotal
  • Advancement
19
Q

Pivotal

A
  • Transpositie lappen: Z-plastiek, bilobed flap, rhomboid
  • Rotatielappen
20
Q

Advancement: unidimensionale verplaatsing van weefsel

A
  • Unipedicied of bipedicied: verplaatsing van weefsel in een of 2 richtingen
  • V-Y en Y-V
  • Eilandlappen
21
Q

Indicaties Z-plastiek

A
  • Verleggen of verlengen van een litteken of defect
  • Hoe groter de hoek, hoe meer toename in lengte
  • Idealiter door 60-60 graden
  • 75% verlenging van litteken door Z-plastiek
22
Q

Bilobed flap

Voordeel, nadeel

A
  • Defect op neuspunt
  • Ronde wond, incisie op huidstuk ernaast van dezelfde diameter
  • Verplaatst

Voordeel: ideaal donorweefsel
Nadeel: geen gebruik van subunits

23
Q

Rhomboïd lap

Nadeel

A

Wang of temporalis

Nadeel: subunit principe wordt ook niet nageleefd

24
Q

Rotatielap

A
  • Grote cirkel nodig om het defect goed te kunnen sluiten
  • Schedel
  • O-Z rotatielappen