farmacologie van anesthetica Flashcards

1
Q

algehele anesthetica

welke 3 gingen

A

meest toegepaste anesthesie is IV anesthesie met alle middelen los in de juiste verhoudingen en concentraties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

inhalatie anesthetica

A

In de praktijkt worden vnl isofluraan, desfluraan en sevofluraan gebruikt.

Lachgas is niet sterk genoeg voor anesthesie, daarom nooit op OK gebruikt. Wel op SEH of op verloskamers.

Chloroform wordt niet meer gebruikt omdat het leverschade gaf door hcl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

potentie, MAC waarde

A

Je moet dus altijd meer dan 1,3 MAC geven, omdat je wil dat alle patienten niet meer bewegen.

Hoe ouder je bent hoe minder MAC je nodig hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Meyer-Overton-correlatie

A

De potentie is afhankelijk van de olie/gas partitiecoefficient (hoe goed is een gas oplosbaar in olie/vet, hoe lipofiel is het anestheticum). Hoe hoger dit is, hoe minder anestheticum er nodig is. Het anestheticum is dan potenter. Van een potente stof heb je minder nodig.

Hoe minder vetoplosbaar het anestheticum, hoe hoger de MAC

De MAC van lachgas is zo hoog, dat je 100% lachgas zou moeten geven, maar dan zou je geen o2 meer hebben, daarom kan dit niet gebruikt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werking van anesthesie op ionkanalen in hersenen

  • werking op remmende transmitters
  • werking op excitatoire transmitters
  • wanneer exitatie toestanden
A

In de hersenen is er altijd een balans van remmende en activerende neurotransmitters. Anesthesie kan de activatie remmen of de inhibitie versterken.

Bij het versterken van de remmende transmitters krijg je hyperpolarisatie van de cel en hierdoor wordt deze minder makkelijk geprikkeld.

Bij activatie remmen, dan remmen ze de receptoren van de excitatoire transmitters, waardoor er minder depolarisatie is van cellen.

De transmitters in de hersenen zijn verschillend verdeeld en er wordt met de bloedvoorziening niet aan allemaal tegelijk iets afgegeven, daarom kan je bij het inslapen of iemand wakker laten worden overschietingen krijgen van 1 middel–> exitatie toestanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

werking van algehele anesthesie op centraal zenuwstelsel

A

analgesie= verminderde gevoeligheid

Er is een kleine therapeutische breedte, dus goed doseren is essentieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Effecten van algehele anesthetica op het cardiovasculaire systeem

A

je hebt hierdoor een lagere bp dan normaal onder narcose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

farmacokinetiek van anesthetica

waardoor wordt kinetiek bepaald (3)

A

kinetiek wordt bepaald door oplosbaarheid in bloed en vet, alveolaire ventilatie en CO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

partitiecoefficient bloed:gas

A

De partitiecoefficient= ratio van concentratie anestheticum in twee fasen tijdens evenwicht.

bloed: gas partitiecoefficeint = oplosbaarheid in bloed, dit bepaald de snelheid van inductie en hersnel na anesthesie

Middel gaat vanuit de longen naar het bloed en daarna wordt het afgegeven aan de hersenen.

Hoe slechter het middel oplosbaar is in bloed, hoe sneller het middel werkt omdat het eerder wordt afgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

partitiecoëfficient olie:gas

A

olie:gas partitiecoefficienti bepaald de oplosbaarheid in vet

dit bepaald vooral de potentie (overton-meyer correlatie), maar ook de kinetiek van het anestheticum

hogere vetoplosbaarheid vertraagt herstel van anesthestie, de vetmassa van de patient speelt hierbij ook een rol. Omdat vet in het lichaam het minste CO krijgt, gaat het er hier ook het minst snel uit.

vaak is het zo dat hoe slechter iets oplost in bloed, hoe beter in olie, hoe lager de mac waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Propofol

A

Dit is een lipofiel middel dat toegedient wordt als een emulsie, anders zou het op het bloed gaan drijven. Sojaolie en lecithine worden gebruikt om propofol iets hydrofieler te maken. Gevaar hierbij is dat dit kan zorgen voor allergische reacties en dat dit makkelijk gecontamineerd kan worden met bacterien.

Ander nadeel aan propofol is dat er geen antidotum is, dus heel voorzichtig doseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

farmokinetiek van intraveneuze anesthesie

A

Eerst is er veel distributie van het middel, vnl goed geperfuserde organen (hersenen,hart,lever) nemen initieel veel op. Later neemt de grote masse minder geperfuseerde weefsels (vet) veel op. Er is dan sprake van redistriputie, de concentratie in goed geperfuseerde organen zal dan wel dalen.

In de eerste fase van het toedienen is er dus distributie en eliminatie en in de 2e fase alleen nog maar eliminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

lokale anesthetica

hoe testen of het werkt?

alarm functie van pijn

A

testen of het werkt: kijken of je ijblokje nog voelt

Let op: pijn stimuli worden geleid door dunne zenuwen en beweging stimuli door dikke zenuwen. Dus als je iets verdoofd is het eerste wat je niet meer voelt pijn.

Dus als je iets niet kunt bewegen, maar nog wel pijn voelt komt het nooit door de anesthetica!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt lokale anaesthetica

cocaine

wat kan er gebeuren bij ontstoken weefsel

A

Remmen de Na instroom in zenuwcellen vanuit de binnenkant. Cocaine is bijvoorbeeld een verdovende stof en moet eerst door het membraan diffunderen–> hiervoor moet het lipofiel zijn. Aan de binnenkant van de cel moet het gepolariseerd zijn en hydrfiel om de Na kanalen vanuit de binnenkant te blokkeren.

Als je 2 Na-kanalen naast elkaar blokkeert, dan komt de prikkel van de zenuw niet meer door

Dit kan zijn werking verliezen in ontstoken weefsel, omdat hier de pH waarde laag is. Hierdoor kunnen de stoffen buiten de cel al elektrisch geladen worden, waardoor ze niet meer naar binnen kunnen komen om vanuit daar de Na-kanalen te blokkeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

lokale anaestetica soorten

wat wordt er vaak gebruikt

A

esters, worden minder vaak gebruikt omdat hier vaker allergien voor zijn

amiden wel vaak gebruikt, staan van vaak naar minder vaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

toxiciteit van lokale anesthetica

A

Voor alle lokale anestetica zijn bovengrenzen om te voorkomen dat een lokale toediening leidt tot systemische effecten in hersenen of hart. Bovengrens hangt af van gewicht van de pt.

Je moet altijd zorgen dat het niet de bloedbaan in komt

Als iemand toch toxiciteit krijgt dan behandelen met lipideninfuus