farmacologie van anesthetica Flashcards
algehele anesthetica
welke 3 gingen
meest toegepaste anesthesie is IV anesthesie met alle middelen los in de juiste verhoudingen en concentraties
inhalatie anesthetica
In de praktijkt worden vnl isofluraan, desfluraan en sevofluraan gebruikt.
Lachgas is niet sterk genoeg voor anesthesie, daarom nooit op OK gebruikt. Wel op SEH of op verloskamers.
Chloroform wordt niet meer gebruikt omdat het leverschade gaf door hcl
potentie, MAC waarde
Je moet dus altijd meer dan 1,3 MAC geven, omdat je wil dat alle patienten niet meer bewegen.
Hoe ouder je bent hoe minder MAC je nodig hebt
Meyer-Overton-correlatie
De potentie is afhankelijk van de olie/gas partitiecoefficient (hoe goed is een gas oplosbaar in olie/vet, hoe lipofiel is het anestheticum). Hoe hoger dit is, hoe minder anestheticum er nodig is. Het anestheticum is dan potenter. Van een potente stof heb je minder nodig.
Hoe minder vetoplosbaar het anestheticum, hoe hoger de MAC
De MAC van lachgas is zo hoog, dat je 100% lachgas zou moeten geven, maar dan zou je geen o2 meer hebben, daarom kan dit niet gebruikt worden
Werking van anesthesie op ionkanalen in hersenen
- werking op remmende transmitters
- werking op excitatoire transmitters
- wanneer exitatie toestanden
In de hersenen is er altijd een balans van remmende en activerende neurotransmitters. Anesthesie kan de activatie remmen of de inhibitie versterken.
Bij het versterken van de remmende transmitters krijg je hyperpolarisatie van de cel en hierdoor wordt deze minder makkelijk geprikkeld.
Bij activatie remmen, dan remmen ze de receptoren van de excitatoire transmitters, waardoor er minder depolarisatie is van cellen.
De transmitters in de hersenen zijn verschillend verdeeld en er wordt met de bloedvoorziening niet aan allemaal tegelijk iets afgegeven, daarom kan je bij het inslapen of iemand wakker laten worden overschietingen krijgen van 1 middel–> exitatie toestanden
werking van algehele anesthesie op centraal zenuwstelsel
analgesie= verminderde gevoeligheid
Er is een kleine therapeutische breedte, dus goed doseren is essentieel
Effecten van algehele anesthetica op het cardiovasculaire systeem
je hebt hierdoor een lagere bp dan normaal onder narcose
farmacokinetiek van anesthetica
waardoor wordt kinetiek bepaald (3)
kinetiek wordt bepaald door oplosbaarheid in bloed en vet, alveolaire ventilatie en CO
partitiecoefficient bloed:gas
De partitiecoefficient= ratio van concentratie anestheticum in twee fasen tijdens evenwicht.
bloed: gas partitiecoefficeint = oplosbaarheid in bloed, dit bepaald de snelheid van inductie en hersnel na anesthesie
Middel gaat vanuit de longen naar het bloed en daarna wordt het afgegeven aan de hersenen.
Hoe slechter het middel oplosbaar is in bloed, hoe sneller het middel werkt omdat het eerder wordt afgegeven
partitiecoëfficient olie:gas
olie:gas partitiecoefficienti bepaald de oplosbaarheid in vet
dit bepaald vooral de potentie (overton-meyer correlatie), maar ook de kinetiek van het anestheticum
hogere vetoplosbaarheid vertraagt herstel van anesthestie, de vetmassa van de patient speelt hierbij ook een rol. Omdat vet in het lichaam het minste CO krijgt, gaat het er hier ook het minst snel uit.
vaak is het zo dat hoe slechter iets oplost in bloed, hoe beter in olie, hoe lager de mac waarde
Propofol
Dit is een lipofiel middel dat toegedient wordt als een emulsie, anders zou het op het bloed gaan drijven. Sojaolie en lecithine worden gebruikt om propofol iets hydrofieler te maken. Gevaar hierbij is dat dit kan zorgen voor allergische reacties en dat dit makkelijk gecontamineerd kan worden met bacterien.
Ander nadeel aan propofol is dat er geen antidotum is, dus heel voorzichtig doseren.
farmokinetiek van intraveneuze anesthesie
Eerst is er veel distributie van het middel, vnl goed geperfuserde organen (hersenen,hart,lever) nemen initieel veel op. Later neemt de grote masse minder geperfuseerde weefsels (vet) veel op. Er is dan sprake van redistriputie, de concentratie in goed geperfuseerde organen zal dan wel dalen.
In de eerste fase van het toedienen is er dus distributie en eliminatie en in de 2e fase alleen nog maar eliminatie
lokale anesthetica
hoe testen of het werkt?
alarm functie van pijn
testen of het werkt: kijken of je ijblokje nog voelt
Let op: pijn stimuli worden geleid door dunne zenuwen en beweging stimuli door dikke zenuwen. Dus als je iets verdoofd is het eerste wat je niet meer voelt pijn.
Dus als je iets niet kunt bewegen, maar nog wel pijn voelt komt het nooit door de anesthetica!!!
Hoe werkt lokale anaesthetica
cocaine
wat kan er gebeuren bij ontstoken weefsel
Remmen de Na instroom in zenuwcellen vanuit de binnenkant. Cocaine is bijvoorbeeld een verdovende stof en moet eerst door het membraan diffunderen–> hiervoor moet het lipofiel zijn. Aan de binnenkant van de cel moet het gepolariseerd zijn en hydrfiel om de Na kanalen vanuit de binnenkant te blokkeren.
Als je 2 Na-kanalen naast elkaar blokkeert, dan komt de prikkel van de zenuw niet meer door
Dit kan zijn werking verliezen in ontstoken weefsel, omdat hier de pH waarde laag is. Hierdoor kunnen de stoffen buiten de cel al elektrisch geladen worden, waardoor ze niet meer naar binnen kunnen komen om vanuit daar de Na-kanalen te blokkeren.
lokale anaestetica soorten
wat wordt er vaak gebruikt
esters, worden minder vaak gebruikt omdat hier vaker allergien voor zijn
amiden wel vaak gebruikt, staan van vaak naar minder vaak