chirurgische anatomie van het bewegingsapparaat Flashcards

1
Q

4 belangrijke dingen bij veilig opereren

A

Veilig opereren:

  • voorkomen zenuwschade, weefselschade en devascularisatie,
  • internervous plane,
  • minimaal invasief,
  • kennis anatomie en variaties zijn belangrijk

Internervous plane: tussen 2 spieren door die door 2 versch zenuwen geïnnerveerd

Schade aan huidzenuwtakjes kan leiden tot een neurinoom: erg pijnlijk

Je hebt hele grote variaties in anatomische structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verloop n. radialis

dropping hand

dropping fingers

A

N. radialis uit plexus brachialis: achter humerus–> voor–> splitst–> diep en oppervlakkig deel

Dropping wrist/ hand: zenuwbeschadiging proximaal (bij de humerus)

Dropping fingers: zenuwbeschadiging distaal (onder de elleboog)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fascie:

  • wat is het en waaruit komt het
  • wat vormt het
  • wat bevat oppervlakkige fascie
  • waarmee izt het vast aan bot
A

BW-laag over de spier heen vanuit septae–> compartimenten ontstaan

Oppervlakkige fascie bevat collageen structuren, hiermee zitten ze vast aan bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Compartiment:

  • wat is het
  • wat zit erin (3)
  • wat gebeurt er bij bloeding, wat gaat als eerst kapot en wat is de beh
A

ruimte afgesloten door fascie,

zitten neurovasculaire bundels in: 1 zenuw, 1 arterie en 1 vene

bloeding in compartiment–> druk stijgt–> comp syndr–> weefsel sterft af,

zenuwen kunnen het minst lang tegen zuurstoftekort–> sterven als eerst af,

beh: fasciotomie: de fascie wordt opengesneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Retinaculum:

  • wat is het
  • functie
  • retinaculum patellae: waar en functie
A

uitlopers fascie, laten het gewricht bewegen

Retinaculum patellae: loopt tot op tibia–> goed kracht verdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aponeurose:

  • wat is het en waardoor
  • lacertus fibrosus: waar en functie
A

uitloper fascie van de spier die door tractie verdikt is

Lacertus fibrosus: van biceps: over de flexoren van de onderarm–> stabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bursa:

  • waar
  • functie

Bursa olecrani:

  • waar
  • wat gebeurt er bij bursitis en wat is de beh
A

Bursa:

  • met vocht gevuld zakje tussen een pees en onderliggende botstructuur,
  • vooral op weke delen die moeten bewegen t.o.v. botuitsteeksels

Bursa olecrani:

  • in de elleboog,
  • kan ontsteken: bursitis–> injectie cortico’s of chirurgische verwijdering bursa (groeit daarna weer terug)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Meniscus:

  • waardoor ontstaat dit
  • functie (3)
  • doorbloeding
A

ontstaat o.i.v. bewegingen:

in knie voor maximale aanpassing van femur-condylen aan het platte plateau van de tibia–> betere drukverdeling, stabiliteit bij laterale bewegingen en verdeling van de synoviale vloeistof

Doorbloeding via het kapsel, centrale deel is avasculair en krijgt voeding via de synoviale vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

gewrichtsbehandelingen 6

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ossale beh 8

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ligament beh 4

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fascie beh 3

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bursa beh 3

A

bursectomie,
drainage bursa
en injectie bursa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

pees beh 4

A

hechting,
verlenging,
nettoyage
en vastzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

spier beh 1

A

resectie (bijv bij weke delentumor of myositis ossificans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zenuw beh 3

A

decompressie,
transpositie
en hechting (door plastisch- of neurochirurg)