anatomie onderarm, pols en hand Flashcards
anatomie
memoraid
wat is het DRU en wat is de functie
hoe werkt de draaiing van onderarm
Distale radio ulnair gewricht: DRU: verbindt onderkant radius en ulna en maakt verbinding met het handgewricht
draaiing: radius over ulna, en ulna om zijn lengteas
Functioneel is de pols een kogelgewricht, maar morfologisch niet
wat is TFCC, waar zit het en wat is de functie
TFCC: triangular fibrocartilage complex
schijfje vezelig KB in pols aan de ulnaire zijde
Doel: afstand tussen ulna en os triquetrum overbruggen
8 carpaal botjes
some lovers try positions that they can’t handle:
scaphoideum
lunatum,
triquetrum,
pisiforme,
trapezium,
trapezoideum,
capitatum,
hamatum
falangen
- waardoor verbonden
- hoe werkt de beweging en hoe worden bepaalde bewegingen beperkt
Falangen: worden verbonden door zuivere scharniergewrichten,
zijwaartse bewegingen worden tegengegaan door de collateraalbanden aan de radiale en ulnaire zijden
4 ligamenten hand, pols, onderarm
onderarm-carpus,
lig intercarpea,
lig carpometacarpea
en lig metacarpea
hoeveel spieren en pezen pols
waarop werken onderarmspieren
wat zijn de intrinsieke (korte) handspieren
De pols heeft geen eigen spieren (beh m. pronator quadratus), er lopen geen spieren maar wel pezen over de pols, er zijn 2 groepen spieren:
Onderarmspieren: werken op pols en vingers: ventraal flexoren en dorsal extensoren
Intrinsieke (korte) handspieren: in de hand zelf–> pinkmuis, duimmuis en handpalm
spieren midden van de arm
- welke 3
- hoe lopen ze
spieren zijkant arm
- welke 3
- waarop werken ze
Midden van de arm: deze lopen over pols en gaan door naar de vingers.
- lange flexoren van de vingers (m. flexor digitorum),
- radiaal oppervlakkig (m. flexor digitorum superficialis)
- en ulnair diep (m. flexor digitorum profundus),
Aan de zijkant zitten: werken alleen op de pols:
- korte flexoren,
- radiaal m. flexor carpi radialis
- ulnair m. flexor carpi ulnaris

FDS en FDP
- hoe lopen ze
- wat is de functie
FDS (flexor digitorum superficialis) en FDP (flexor digitorum profundus) liggen bovenop elkaar maar de FDS loopt tot de middelste falanx en gaat dan naar de zijkanten, de FDP komt hieronder langs–> door FDS heen–> loopt tot aan de laatste falanx
Dus buigen laatste vingerkootje verloopt via de diepe flexor (FDP)
pulleys
- functie
- welke 2 typen heb je en hoeveel van elk
- A1 pulley
- wat is vagina synovialis
- wat doet membrana synovialis
- wat gebeurt er bij te hoge wrijving
De pezen van de flexorspieren worden op hun plaats gehouden door pulleys (kleine pulleys)
dit zijn annulaire (ringvormige) ligamenten rondom de vingers om te voorkomen dat de pezen de kortste weg zullen volgen.
Er zijn A1-5 (cirkelvormig) en C1-C3 (kruislings) pulleys
A1 pulley: zit nog voor MCP
Onder de pulleys loopt de vagina synovialis= peesschede
De hele pees is omhuld door membrana synovialis–> pezen bewegen zonder wrijving
Als de wrijving toch te hoog wordt kan een peesschede ontsteking ontstaan

spieren dorsale zijde onderarm
- 3 en waar lopen ze
2 verschillende m. extensor carpi ulnaris
Dorsale zijde onderarm:
- midden lange vingerextensor (m. extensor digitorum communis)
- en aan beide zijden 2 korte extensoren (m. extensor carpi ulnaris en m. extensor carpi radialis)
M. extensor carpi ulnaris: 2: , deze hechten aan de epicondylus lateralis en flexoren hechten aan de epicondylus medialis
- longus (ECRL)
- brevis (ECRB)
waar zitten extensorpezen en wat gebeurt er bij extensie
wat loopt onder extensorpezen en wat is de functie hiervan
ziekte van quervain
functie verschil retinaculum flexorum en extensorum
Extensorpezen: op radius en ulna in een rij, worden bij extensie tegen de pols gedrukt door het retinaculum extensorum,
hieronder lopen de versch (6) pezen in aparte peesscheden met synovia om wrijving tussen de pezen te voorkomen
Ziekte van Quervain: ontstekingsproces in de 1e peesschede
Retinaculum flexorum heeft zelfde functie als extensorum maar dan voor flexoren

hoe zijn extensorpezen van de vingeres gekoppeld en wat wordt hierdoor bepaald
wat kan verschillen tussen mensen
Vingers: extensorpezen dwars gekoppeld door vincula tendinaea, deze bepalen de onafh beweeglijkheid van de vingers,
de hoev dwarsverbindingen kan tussen mensen verschillen
zadelgewricht
- waar loopt het
wat is functie articulatio sellaris (4)
Zadelgewricht: van de 1e carpus met metacarpus (met 2 assen),
art sellaris–> 4 bewegingen: buigen en strekken duim, opponeren en reponeren (duim naar vingertoppen en er vanaf)
wat zijn duimmuis en pinkmuis
hoe loopt duimmuis en wat is de functie
In de hand heb je een duimmuis (thenar) en een pinkmuis (hypothenar)
Spieren van de duimmuis lopen transversaal, lateraal de abductoren en mediaal de adductoren
Duimmuis: verschillende spieren die onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen
M. lumbricales: waar lopen ze, waar hechten ze op en wat is de functie
M. interosseus palmaris: waar lopen ze, wat is de functie en welke beweging geven ze, waar lopen ze niet
M. interosseus dorsales: waar zitten ze en wat is de functie
M. lumbricales: zitten palmair maar lopen dorsaal–> hechten op de pezen van de extensor-spieren, als die aanspant: flexie in MCP en extensie in inferfalangiale gewrichten (= pen)
M. interosseus palmaris: ventrale zijde vingers voor sluiten van de vingers maar niet de middelvinger, bij sluiten vingers worden dus alle vingers naar de middelvinger toe bewogen
M. interosseus dorsales: voor spreiden van de vingers, zit wel op alle vingers
N. medianus: wat innerveert het
Uitval: wat zie je
N. ulnaris: wat innerveert het
Uitval: wat zie je en hoe test je dit
N. radialis: wat innerveert het
Uitval: wat zie je
N. medianus: innervatie flexoren en de duim
Uitval: preachers hand: niet in rust maar bij actief proberen een vuist te maken, ulnaire flexoren werken nog wel want deze zijn door n. ulnaris
N. ulnaris: ulnaire flexoren en korte handspieren (m. lumbricales, m. interosseus)
Uitval: klauwhand: kan je testen met froment test: papiertje tussen wijsvinger en duim, trekken aan papier papier zal vastgehouden worden met gestrekte vingers
N. radialis: innvervatie extensoren van de hand
Uitval: dropping hand: extensoren kunnen niet meer geïnnerveerd worden
waat komen de a. radialis en a. ulnaris samen en wat vormen ze dan
De a. radialis en a. ulnaris komen in de hand weer samen als arcus superficialis en profundus
naviculaire fractuur
- hoe krijg je dit
- wat is er gebroken
- hoe kan je hier malunion van krijgen
Naviculaire fractuur: val op uitgestrekte arm–> fractuur os scaphoideum
Malunion kan doordat het scaphoid vanuit 2 polen doorbloed wordt–> fractuur–> 1 vd takken aangedaan–> geen goede verbinding meer tussen de vaten–> malunion
wat gebeurt er bij zwelling van de 1e tunnel van de extensoren (radiaal)
- hoe test je dit
- wat zie je bij de test bij zwelling 1e tunnel
- hoe heet dit ziektebeeld
Zwelling 1e tunnel van de extensoren (radiaal)–> blokkade hierin lopende pezen,
kan getest met de test van Finkelstein: duim in handpalm gelegd–> vingers sluiten eromheen en hand in radiaaldeviatie,
dit is bij zwelling van de 1e tunnel extreem pijnlijk: tenosynovitis stenosans/ crepitans (= ziekte van Quervain)
Trigger finger:
- wat is dit
- wat zie je in de vinger
- behandeling 1e keus en wat als dit niet werkt
zwelling in de pees (ter hoogte van A1 pulley),
hierbij staat de vinger vast in flexie,
beh: injectie met cortico’s en als dit niet werkt kan je operatie doen