coxartrose/ osteonecrose en heupprotheses Flashcards

1
Q

wat is:

  • Coxartrose
  • osteonecrose
  • klachten coxartrose: 6
  • symp coxartrose: 4
A

Coxartrose: artrose van het heupgewricht

osteonecrose: slechte doorbloeding door artrose

Klachten coxartrose:

  • pijn,
  • stijfheid bij opstaan <30min die verdwijnt bij bewegen,
  • toename gewrichtsomvang (bot, gewrichtskapsel, synovium),
  • ontsteking (warm, rood, gevoelig),
  • standsafwijking gewricht (KB-verlies en instabiliteit)
  • pijn, kraken en bewegingsbeperking

Symptomen:

  • pijn in lies en bovenbeen (startpijn, continu en ’s nachts),
  • beperkte loopafstand,
  • bewegingsbeperkin
  • mank lopen door spierzwakte gluteus medius

Er is een hele grote DD bij heupklachten (je hoeft niet te weten welke, maar wel veel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is cement

5 operaties bij coxartrose + leg ze uit en wanneer en bij wie doe je ze

A

Je kan veel verschillende operaties doen, met of zonder cement
Cement: vuller–> druk van prothese in het bot verspreiden–> goed tegen puntbelasting

  • Totale heupprothese: gecementeerd, ongecementeerd of hybride
  • Girdlestone: bij niet-lopers of ernstige spastische pt, bij onvoldoende bot/ infectie
    Verwijderen heupkop en -collum, alleen als er geen (nieuwe) prothese kan
    Het heupgewricht haal je er dus uit en dat vult met littekenweefsel
  • Osteotomie: proximale femur of acetabulum eruit–> stand gewricht verandert–> betere belasting, doe je bij corrigeerbare anatomische afw en bij jonge pt
    Heupdysplasie: krachtverdeling verandert over de kop door minder contact oppervlak–> met osteotomie staat de kom gunstiger t.o.v. de kop
  • Arthroscopie: herstellen heupvorm in de kom-kop overgnag
  • Artrodese: heupgewricht vastzetten, kan bij jonge pt (<30) overwogen
    Doen ze eig niet meer, gaat vaak gepaard met atrofie van de gluteus maximus en veel andere klachten: ipsilaterale kniepijn en lage rugpijn–> liever prothese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Osteonecrose heupkop

  • andere naam
  • hoe ontstaat dit
  • wat is de belangrijkste bloedvoorziening femurkop en wat is het gevaar hiervan bij luxatie
  • gevolg necrose voor kop en kraakbeen
  • oorzaken osteonecrose: traumatisch 2 vs niet traumatisch 4
A

Osteonecrose heupkop = AVN: necrose heupkop door ischemie

Belangrijkste bloedvoorziening femurkop door takjes van a. circumflexa femoris medialis en lateralis die uit de a. femoralis profunda komen

Vascularisatie heup vooral door de mediale circumflex aan de posterior kant–> bij luxatie gaat de kop ook (vaak) naar posterior–> bij luxatie kan doorbloeding in gevaar komen

Necrose kan–> inzakking vd kop, KB blijft wel intact want dat krijgt zijn voeding uit synoviaal vocht

Oorzaken:

  • traumatisch: mediale collum #, luxatie # heup
  • niet traumatisch: prednison, alcohol, hyperlipoproteïnemie en bij beroepsduikers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Classificatie: FICAT:
- benoem ze en wat zie je op de X

A

Graad 1: geen veranderingen:
- op MRI wel een aantal avasculaire haarden maar de structuur is normaal

Graad 2: subchondrale sclerose (=verdikking dichtheid van de kop) en cysten

Graad 3: veranderde vorm kop: subchondrale collaps en heupkop # met crescent sign

Graad 4: femurkop inzakking met artrose en secundaire degeneratieve verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

behandeling AVN

  • waarvan afhankelijk
  • wanneer doe je een operatie
  • pre-collaps stadium beh
  • beh conservatief 3
  • beh operatie 3
  • beh experimenteel 1
A

AVN beh is afhankelijk van FICAT stadium:
- alle conservatieve beh proberen vóór operatie

Pre-collaps stadium = FICAT 1 en 2: doelen:
- druk verminderen door het op te boren
- verbeter herstel botnecrose
- voorkomen van een collaps
Conservatief:
- minder belasten,
- pijnstilling klinisch
- radiologisch evalueren
Operatief (kan ook electief zijn: keuze van de pt om operatie te doen)
- heupkop decompressie,
- osteotomie
- of THP
Experimenteel: stamcelinjecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kans op collaps heupkop bij kleine vs grote laesies en wanneer zijn laesies groot of klein

core decompressie:

  • wanneer doe je dit
  • wat doe je: 4
  • bij hoeveel % FICAT 1 en 2 succesvol en hoebeel % bij grote laesie
A

Bij kleine laesies (<50% van heupkop) is de kans op collaps 32%

Bij grote laesies (>50% van heupkop) is de kans op collaps 84%

Core decompressie: in vroege, pre-collapsfase:
- druk normaliseren,
- pijn verminderen,
- revascularisatie
- reparatie
bij FICAT1 en 2 40-80% succesvol, bij grote laesies 57%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Indicatie gewrichtsprothese: 2
  • wat moet de pt weten: 4
  • absolute contra-indicatie: 2
  • relatieve contra-indicatie: 3
  • pre-op evaluatie: 6
  • wat zijn pre-planning en templating
A

Indicatie gewrichtsprothese: artrose of osteonecrose met:

  • pijn en functiestoornissen met
  • beperkingen ADL ondanks conservatieve behandeling

Pt moet:

  • doelen begrijpen,
  • nabeh weten,
  • risico op compli weten
  • informed consent geven

Absolute contra-indicatie:

  • inoperabele pt
  • infectie

Relatieve contra-indicatie:

  • jonge leeftijd,
  • overgewicht
  • ernstige comorbiditeit

Pre-op evaluatie THP:
- uitgebreide anamnese,
- LO,
- X-bekken/ heup en evt X LSWK,
ook bepalen:
- bekken scheefstand
- scoliose
- bespreken compli’s

Preplanning en templating: belangrijk: operatieplan uitwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

doel THP: 2

wat is he gevolg van beenlengteverschil en offset

wat is offset
- wat is het gevolg van toename offset

welke 3 dingen leiden tot meer micromotion en loslating

A

Doel THP:

  • primair pijnreductie
  • secundair herstel biomechanica vd heup (beenlengte en offset)

Beenlengte verschil en offset fout kunnen leiden tot veranderde biomechanica

Offset: afstand van centrum van rotatie van de kop tot het midden van de femurschacht, dit bepaalt de breedte van het been

Toename offset–> langere arm–> meer spanning op gluteus medius, kan –> pijn (maar wel gunstig voor de kracht)

Offset verandering geeft een moment-arm verandering–> je kan mank gaan lopen en trochanterpijn krijgen

Instabiliteit, impingement en meer krachten–> meer micromotion en loslating

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 benaderingen bij een THP:
- benoem ze en hoe ze werken

A

Ventraal: tussen m. tensor fascia latae en sartorius–> bij voorste gewrichtskapsel–> openmaken–> bij heupgewricht
is minst invasief maar heeft beperkte werkruimte

Anterolateraal: vanaf zijkant tussen m. tensor fascia latae en gluteus medius–> losmaken voorste 1/3 gluteus–> op gewricht, maar losmaken spier kan–> mank lopen–> doe je weinig
Als je de gluteus medius niet goed terughecht krijg je trendelenburg

Posterolateraal: meeste in EMC: door gluteus maxi vezels heen (splijten in lengte-richting)–> korte exorotatoren losmaken–> via achterkant op kapsel en gewricht–> goed zicht op het gewricht en genoeg werkruimte
wel goed letten op n. ischiadicus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

complicaties THP: 11

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe meet je beenlengteverschil: 2 manieren en leg ze uit

hoeveel beenlengteverschil is fysiologisch

A

Beenlengteverschil kan je meten met plankjesmethode: kijken naar spina iliaca posterior inferior

  • nauwkeurig
  • onafh van ervaring onderzoeker

Je kan beenlengteverschil ook meteen op staande X–> lijnen die horizontaliteit bepalen, vaak wordt de trochanter minor als referentiepunt gebruikt

Meeste mensen hebben een beenlengteverschil, <1cm is dit fysiologisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

infectie

  • hoe los je dit op
  • girdlestone
  • 2 versch belopen van beh
A

Infectie: groot probleem,

als snel herkend–> spoelen,
maar 4-8wk na 1e symp kan prothese niet behouden worden–> moet eruit,
kan via 2-stage revisie: soms tijdelijke opvuller (cement spacer)

Girdlestone procedure: kan na >6wk AB gebruik–> vaak nieuwe heup

Beloop: prothese extractie–> 2wk AB IV–> 4wk AB oraal–> 2-4wk AB-vrij interval (tijdens dit kweek doen)–> re-implantati

Alternatief: prothese extractie–> 2wk AB IV–> 4wk AB oraal–> re-implantatie–> 6wk AB oraal+ AB tegen biofilm+ wond droog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aseptische/ mechanische loslating
- wat is belangrijk te doen en waarom

hoe werkt aseptische loslating: proces en hoe behandel je dit

A

meest voorkomende oorzaak voor revisie

Radiol follow-up is belangrijk want je kan hierop osteolyse zien

Aseptische loslating: slijtage polyethylen prothese–> ontsteking–> botverlies rondom prothese/ botcement–> loslating/ inzakking en dreigende fractuur

beh: revisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aseptische/ mechanische loslating
- wat is belangrijk te doen en waarom

hoe werkt aseptische loslating: proces en hoe behandel je dit

A

meest voorkomende oorzaak voor revisie

Radiol follow-up is belangrijk want je kan hierop osteolyse zien

Aseptische loslating: slijtage polyethylen prothese–> ontsteking–> botverlies rondom prothese/ botcement–> loslating/ inzakking en dreigende fractuur

beh: revisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Impaction bone grafting:

  • wanneer doe je dit
  • hoe werkt dit
A

bij defect acetabulum–> metalen gaas aan randen van de kom–> snippers donorbot in de kom gestampt–> vormt samen met botcement een nieuwe kom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ongecementeerd bone grafting

  • hoe werkt dit
  • nadeel
A

stuk poreus metaal erin–> hiere kunnen botcellen in groeien

Nadeel: groeit niet aan bot bij revisie lastig los te krijgen

17
Q

hoe lang gaat prothese mee en hoeveel/ jr in NL

A

90-95% gaat >10jr mee,
80% gaat >20jr mee,

30.000 heup
en 15.000 knie /jr