9 - Etiologie en epidemiologie van longkanker Flashcards

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Er is een tijd tussen het roken en het ontwikkelen van longkanker, hoe noemen we deze tijd?

A

Lag time

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het relatieve risico?

A

Is het risico van de blootgestelde t.o.v. niet-blootgestelde populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het relatieve risico voor actieve en passieve rokers?

A
  • Voor actief roken: RR >20 (2000%)
  • Voor passief roken: RR 1,2 (120%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rangschik de volgende manieren van stoppen met roken van minst naar meest effectief:

A
  • ‘Cold turkey’
  • Advies dokter
  • Nicotinemiddelen
  • Medicatie i.c.m. counseling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de wereldwijde mortaliteit van longkanker zonder te roken?

A

6,5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke groep niet-rokers komt longkanker het meeste voor?

A

Bij vrouwen 2 keer zo vaak als bij mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn risico’s van longkanker bij niet-rokers?

A
  • Meeroken
  • TB
  • Radon -> carcinogeen, aanwezig in de aarde
    o Het helpt om je huis goed te ventileren
  • Coal burning fumes
  • Familiegeschiedenis
  • Genetische varianties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de 5-jaars overleving van longkanker?

A

15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is de 5-jaars overleving van longkanker zo laag?

A

Dit komt doordat >80% lokaal of op afstand uitgezaaide ziekte heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly