11 - Huidtumoren: van premaligne naar maligne Flashcards

1
Q

Waaruit is de epidermis opgebouwd van buiten naar binnen?

A
  • Stratum corneum
  • Stratum granulosum
  • Stratum spinosum
  • Stratum basale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cellen bevat de epidermis?

A

Keratinocyten, melanocyten en Langerhanscellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke laag van de epidermis ontstaan huidtumoren?

A

Uit het stratum basale en soms nog een beetje uit het stratum spinosum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk type huidkanker komt het meeste voor?

A

Basaalcelcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe groot is de kans op huidkanker?

A

20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe groot is de kans op recidief bij een basaalcelcarcinoom?

A

30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kunnen oorzaken zijn voor waarom de incidentie van huidkanker stijgt?

A
  • Zon cultuur
  • Zonnebank
  • Immunosuppressie
  • Vergrijzing
  • Vergroot bewustzijn
  • Registratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door welke 2 factoren verhoogt UV-straling de kans op huidkanker?

A

Door immuunsuppressie en oxidatieve schade van het DNA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voorlopers van basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en het melanoom?

A

Basaalcelcarcinoom
Geen

Plaveiselcelcarcinoom
- Acinische keratose
- Morbus Bowen

Melanoom
- Melanoma in situ
- Lentigo maligna
- Giant congenitale naevus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de prevalentie van acinische keratose bij mannen en vrouwen?

A

30% bij mannen en 20% bij vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar kan acinische keratose tot leiden?

A

Het grootste gedeelte (15-63%) van de actinische keratosen zullen leiden tot spontane regressie en een heel klein gedeelte (0,075%) zal uitgroeien tot een plaveiselcelcarcinoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Morbus Bowen?

A

Een in situ plaveiselcelcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar zit de dysplasie bij acinische keratose?

A

In de onderste laag van de basaalmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar zit de dysplasie bij Morbus Bowen?

A

Door de gehele epidermis heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 2 vormen van therapie heb je voor huidkanker?

A

Lokale destructie
- Cryotherapie
- Curettage/elektrocoagulatie
- Excisie -> alleen bij Morbus Bowen

Veldbehandeling
- Efudix crème
- Aldara crème
- Fotodynamische therapie
- Dermabraise/peeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een voor en nadeel van Efudix crème? En wat is het?

A

Lokale chemotherapie.
Voordeel: het kan door de patiënt zelf en direct een groot gebied behandelen.
Nadeel: kans op allergie, lokale reacties en therapietrouw

17
Q

Wat is een nadeel van Aldara crème? En wat is het?

A

Een immuunmodulator.
Nadeel: 1-10% systemische bijwerking, lokale reactie en beperkt oppervlak

18
Q

Wat is een eigenschap van congenitale melanocytaire naevi?

A

Het kan uitgroeien tot een melanoom, maar het lifetime risico is gerelateerd aan de grootte. Hoe kleiner, hoe hoger het risico.

19
Q

Wat is de mediane leeftijd bij lentigo maligne?

A

70 jaar

20
Q

Wat is de recidief kans bij lentigo maligne? En wat is een nadeel bij excisie?

A

7-20%, grote kans op irradicaliteit bij 5 mm marge.

21
Q

Welke techniek kan gebruikt worden om excisieranden te beoordelen?

A

Micrografisch gecontroleerde chirurgie (Breuninger).

22
Q

Waar staat provoke voor?

A
  • Plaats
  • Rangschikking
  • Omvang
  • Vorm
  • Omtrek
  • Kleur
  • Efflorescentie
23
Q

Wat is kenmerkend aan een basaalcelcarcinoom?

A
  • Parelmoerachtige glans
  • Plaque
  • Onscherpe begrenzing
  • Gepigmenteerd
24
Q

Welke aandoening hebben mensen met een mutatie in het PTCH-gen?

A

Gorlin-Goltz syndroom (basaalcel naevus syndroom)

25
Q

Waar moet je op letten bij patiënten met Gorlin-goltz syndroom?

A

Je wil de röntgenstraling beperken en benadrukken dat ze moeten opletten met UV-straling.

26
Q

Wanneer kan de diagnose Gorlin-goltz syndroom gestelt worden?

A

Bij aanwezigheid van 2 major en 2 minor criteria.

27
Q

Hoe kunnen we laag risico tumoren behandelen?

A

We kunnen ze wegsnijden met een 3 mm marge of topicale chirurgie voor een superficieel BCC.

28
Q

Waar bestaat topicale therapie uit?

A
  • Imiquimod crème
  • Fotodynamische therpaie
  • 5-fluorouracil crème
29
Q

Wat zijn de behandelingsopties bij hoog risico tumoren?

A

Een excisie met een 5 mm marge of micrografische moh’s chirurgie.

30
Q

Wat zijn voordelen en nadelen van Moh’s micrografische chirurgie?

A

Voordelen
- Weefselsparend
- Hogere kans radicaliteit, lagere kans recidief

Nadelen
- Arbeidsintensief
- Kostbaarder dan excisie

31
Q

Bij welke 3 situaties doen we geen moh’s chirurgie?

A
  • Melanoom/melanoom in situ
  • Voldoende ruimte voor excisie inclusief passende marge
  • Inoperabel
32
Q

Wat zijn kenmerken van een plaveiselcelcarcinoom?

A
  • Snel groeiend
  • Pijnlijk
  • Huidkleurig tot erythemateuze plaque
  • Schilfering
  • Centrale ulceratie
  • Snel bloedend
33
Q
A
33
Q

Hoeveel procent van de plaveiselcelcarcinomen komt voor in het hoofd-hals gebied?

A

80%

34
Q

Wat zijn risicofactoren voor een plaveiselcelcarcinoom?

A
  • UV-straling
  • Arseen
  • Roken
  • Mannen > vrouwen
  • Huidtype I/II
  • Immuungecomprimenteerd
    o Transplantatiepatiënten
  • Chronische huidontstekingen
35
Q

Wanneer doen we een echo bij een plaveiselcelcarcinoom?

A

Vanaf stadium 2

36
Q

Wat kan als behandeling gebruikt worden bij een plaveiselcelcarcinoom?

A
  • Excisie
    o Stadium 1 -> 5 mm marge
    o Stadium 2 -> 10 mm marge
  • Mohs’ chirurgie
  • Radiotherapie
37
Q

Wat is cemiplimab en wat is de werking ervan?

A
  • Anti-PD1 lichaam
  • Blokkeert de rem op de T-cel immuunrespons tegen de tumor