11 - Aangezichtsreconstructies Flashcards

1
Q

Wat is het doel van reconstructie van het aangezicht?

A
  • Herstel (en behoud) van functie
  • Herstel van vorm
  • Minimale comorbiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer doen we een aangezichtsreconstructie?

A

Na het verwijderen van huidtumoren, na trauma en bij aangeboren afwijkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke richting sluit je een wond?

A

Loodrecht op de trekrichting van de onderliggende spieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer wordt gekozen voor een primaire sluiting?

A

Wanneer de wond niet te breed is en wanneer er genoeg ‘slack’ is om het weefsel te mobiliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn voorwaarden voor het gebruiken van een huidtransplantaat?

A
  • Alleen op vitaal wondbed, dus niet op blootliggend bot
  • Geen lucht, hematoom of beweging tussen huidtransplantaat en acceptorsite
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een lap?

A

Weefsel dat wordt verplaatst van een bepaald gebied (donorplaats) naar een ander gebied (acceptorplaats) met behoud van de eigen doorbloeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn indicaties voor het gebruiken van een lap?

A
  • Sluiting overmatige spanning op de wondranden zou geven
  • Primaire sluiting niet mogelijk is
  • Primaire sluiting zou resulteren in verstoring van anatomische structuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom gebruiken we een lokale lap alleen bij bewezen radicaliteit?

A

Omdat we die maar 1 keer kunnen gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn indicaties voor Z-plastiek?

A
  • Verleggen of verlengen van een litteken of defect
  • Hoe groter de hoek, hoe meer toename in lengte
  • 60-90 graden is ideaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly