2B3 week 15 HC 6 & 7 Anafylaxie en beroepsallergie Flashcards

1
Q

Wat zijn algemene symptomen van anafylaxie?

A
  • Zwelling/oedeem lippen, tong en keel
  • Pelvic pijn
  • Loopneus
  • Zwelling conjunctiva
  • Incontinentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn cardiovasculaire symptomen van anafylaxie?

A

Lage/hoge hartslag en lage bloeddruk (shock)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn huidsymptomen van anafylaxie?

A

Roodheid, urticaria en jeuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn symptomen van het centraal zenuwstelsel bij anafylaxie?

A

Duizeligheid, bewustzijnsverlies, verwardheid, hoofdpijn, angst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn respiratoire symptomen van anafylaxie?

A

Kortademigheid, wheezing, stridor, heesheid, pijn bij slikken, hoesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn gastro-intestinale symptomen van anafylaxie?

A

Buikkrampen, diarree, overgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is anafylaxie?

A

Acute reactie (minuten-uren) met betrokkenheid van huid en/of slijmvliezen en respiratoire klachten en/of verlaagde bloeddruk en/of persisterende gastro-intestinale klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is er sprake van een verlaagde bloeddruk bij verschillende leeftijdsgroepen?

A
  • 1 maand tot 1 jaar: systolisch < 70 mmHg
  • 1 tot 11 jaar: systolische 70-90 mmHg
  • Kinder > 11 jaar: systolisch < 90 mmHg
  • Volwassenen: systolisch < 90 mmHg of >30% afname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke typen anafylaxie zijn er?

A
  • IgE gemedieerd: insecten, voedsel, geneesmiddelen, latex
  • Niet IgE gemedieerd, allergisch: transfusie
  • Niet IgE gemedieerd, niet allergisch: mastocytose, complement (contrast), NSAID
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kun je een anafylactische shock aantonen?

A

Verhoogd tryptase (mestcellen)
- Herhalen voor uitsluiten mastocytose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kun je anafylaxie indelen volgens de schaal van Müller?

A
  • Fors lokale reactie: oedeem, erytheem en jeuk
  • Graad I: gegeneraliseerde jeuk, urticaria en/of erytheem
  • Graad II: gegeneraliseerd oedeem,
    misselijkheid, braken, licht gevoel in hoofd, niet
    uitstralende drukkend gevoel op borst, buikpijn,
    diarree
  • Graad III: stridor, dysfagie,
    heesheid, onduidelijke spraak, dyspnoe
  • Graad IV: Cyanose, hypotensie, collaps, incontinentie,
    bewusteloosheid, ernstige hartritmestoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kun je een insectenallergie aantonen?

A

Intracutane huidtest of proefsteek
- Genoeg tijd na eerdere steek (refractaire periode)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de behandeling van anafylaxie?

A
  • Adrenaline auto injector
  • 2 uur observatie: cave bifasische reactie
  • Subcutane immunotherapie (langetermijn)
    + Steroïden bij astma
    + Anti histaminica bij huidsymptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer denk je aan een C1 esterase deficiëntie?

A

Enkel larynxoedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn voorbeelden van beroepsallergie klachten?

A
  • Huid: oedeem, urticaria, eczeem
  • Rhinitis
  • Conjunctivitis
  • Astma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kenmerken van het beloop van werkgerelateerde astma?

A
  • Hogere leeftijd, ongunstigere prognose
  • Langere duur blootstelling, ongunstiger beloop
  • Geen verbetering in weekend
17
Q

Wat zijn kenmerken van beroepsgebonden klachten?

A
  • Klachten tijdens het werken
  • Klachten verminderen in weekend
  • Klachten verminderen/verdwijnen tijdens vakantie
18
Q

Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van beroepsgebonden klachten?

A

Sensibilisatie, roken, atopische constitutie

19
Q

Hoe ontstaan beroepsallergie?

A

Door hoge en continue expositie aan allergeen
- priming effect: neusslijmvlies wordt gevoeliger

20
Q

Wat zijn oorzaken van beroepsgebonden klachten?

A
  • Allergische reactie beroepsallergenen
  • Hyperreactiviteit luchtwegen: hoog moleculaire antigenen
  • Direct toxische effecten irritantia
21
Q

Welke typen beroepsallergenen zijn er?

A
  • Biologisch: eiwitten en enzymen (HMW > 5 kD)
  • Niet biologisch: chemisch (LMW < 1 kD)
22
Q

Wat zijn de meestvoorkomende HMW beroepsallergenen?

A

Granen, proefdieren, vissen, bloemen, kasproducten, latex, a-amylase (bakkers), trypsine, lactase

23
Q

Wat zijn de meestvoorkomende LMW beroepsallergenen?

A

Isocyanaten (plastic/rubber), metalen, platina, farmaceutische producten, anhydriden (kunststof), amines (kappers)

24
Q

Wat is hyperreactiviteit?

A

Toegenomen gevoeligheid voor aspecifieke stimuli, zonder inflammatie of sensibilisatie

25
Q

Wat zijn toxische effecten van irritantia?

A
  • Verlies cilia, hyperplasie, metaplasie, atrofische rhinitis
  • Reactive airway dysfunction syndroom: persisterende astma/hyperreactiviteit na eenmalige forse blootstelling
26
Q

Wat is het healthy workers effecten?

A

Onderschatting van de prevelantie van beroepsgerelateerde klachten, doordat vooral gezonde mensen doorwerken

27
Q

Hoe kun je beroepsallergie vaststellen?

A

Huidtest, specifiek IgE en longprovocatie testen

28
Q

Wat is kruisreactiviteit?

A

IgE antistoffen gericht primair tegen inhalatie-allergenen die secundair reageren met voedselallergenen
- Door botanisch verwantschap (homologe eiwitten)

29
Q

Wat zijn kruisreacties met boompollen?

A

Hazelnoot, walnoot, appel, perzik, kiwi, druif, kers

30
Q

Wat zijn kruisreacties met huisstofmijt?

A

Garnalen, slakken, krab (tropomyosine)

31
Q

Wat zijn kruisreacties met graspollen?

A

Tomaat, tarwe, pinda, aardappel, meloen, peulvruchten

32
Q

Welke typen allergie gerelateerde eiwitten zijn er?

A
  • Thermo labiel: milde symptomen, geen symptomen na verwarmen (PR10: pollen, groente, fruit)
  • Thermo stabiel: ernstige klachten, primaire voedselallergie (LTP: rijst, granen, perzik)
  • Major opslag allergenen: noten