2B3 week 11 HC 5 & 6 Syndroom van Sjörgen en SLE Flashcards

1
Q

Wat is het syndroom van Sjögren?

A

Gegeneraliseerde auto-immuunziekte met betrokkenheid van traanklieren en speekselklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn symptomen van het syndroom van Sjögren?

A
  • Algemeen: vermoeidheid, gewrichts/spierpijn, grieperig gevoel (50%)
  • Sicca: mond (cracker sign) en ogen (zandkorrel gevoel)
  • Polyneuropathie, Raynaud (25-50%)
  • Schildklierziekte, non-Hodgekin lymfoom (5-25%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van het syndroom van Sjögren?

A
  • 10x zo vaak vrouwen
  • Niet erfelijk, maar wel erfelijke factoren
  • Associatie met andere auto-immuunziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke organen zijn vaak betrokken bij het syndroom van Sjögren?

A
  • Nieren: distale renale tubulose, nefrocalcinose
  • Lever
  • Interstitiele longziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor leidt het syndroom van Sjögren tot een verhoogde kans op maligne lymfomen?

A

Vasculitis, complement verbruik, cryoglobulines en hoog IgG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat de diagnose van het syndroom van Sjögren?

A
  • Lipbiopt: focus (>50 lymfocyten) / 4mm2
  • Anti SSa antistoffen
  • Schirmertest < 5 (traanproductie)
  • Bengaalroodkleuring > 5
  • Ongestimuleerde speekselvloed < 0,01
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de behandeling van het syndroom van Sjögren?

A
  • Substitutie vocht (kunsttranen)
  • Stimulatie exocriene klieren met M3R agonisten (pilocarpine)
  • Behandeling complicaties (bijv kaliumcitraat voor DRT)
    + Corticosteroiden of hydroxychloroquine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn bijwerkingen van pilocarpine?

A

Overmatig transpireren, pupilvernauwing en overmatige speekselsecretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is SLE?

A

Systemische lupus erythematodus
- Gegeneraliseerde auto-immuunziekte met antinucleaire antistoffen die immuuncomplexen vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat vind je in het bloed bij SLE?

A
  • Anti dsDNA > 40
  • ANA minimaal 1:80
  • Laag complement (C3 en C4)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn kenmerken van SLE?

A
  • 85% is jonger dan 55 jaar
  • Resolutie na menopauze
  • 10x vaker vrouwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn symptomen van SLE?

A
  • Vlinder exantheem na zon expositie
  • Koorts en vermoeidheid
  • Cytopenie
  • Proteinurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de pathogenese van SLE?

A

Immuuncomplexen -> complement activatie -> IFN 1 productie -> activatie B-cellen -> antistof productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je in het nierbiopt bij SLE?

A

Full house fluorescentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de behandeling van SLE nefritis?

A

MMF of cyclofosfamide
+ tacrolimus, rituximab of belimumab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn gevolgen van SLE?

A
  • 5 jaars overleving > 90%
  • 5x hogere mortaliteit, orgaanfalen
  • Premature cardiovasculaire ziekte (5-50x verhoogd)
17
Q

Wat is de behandeling van SLE?

A

Hydroxychloroquine
+ glucocorticoiden, MTX of AZA