2B3 week 15 HC 4 & 5 Allergie bij kinderen Flashcards

1
Q

Wat zijn symptomen van eczeem?

A

Jeuk, erytheem, droge huid, schilfering, lichenificatie, korstjes, blaasjes, vochtafscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van eczeem?

A
  • Veel bij kinderen (5-15%)
  • < 2 jaar: op wangen, romp en strekzijde ledematen
  • > 2 jaar: plooien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vragen stel je bij de anamnese van voedselallergie?

A
  • Typisch allergische klachten? (benauwdheid etc)
  • Klachten in relatie tot blootstelling?
  • Consistent klachten na blootstelling?
  • Klachten binnen 2 uur na blootstelling?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn orgaan specifieke symptomen van een voedselallergie?

A
  • Maagdarm: orale allergie, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree
  • Cardiovasculair: collaps, tachycardie, hypotensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn algemene symptomen van een voedselallergie?

A
  • Huid: urticaria, angioedeem
  • Luchtwegen: loopneus, verstopte neus, jeuk neus, niezen, benauwdheid, piepen, hoesten, stridor, heesheid
  • Ogen: jeuk, rood, zwelling, tranen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke voedselallergieën komen het meest voor?

A
  • Kinderen: koemelk, ei, pinda, noten, tarwe, vis, schaal/schelpdieren
  • Volwassenen: noten, pinda, pitvruchten, vis, schaal/schelpdieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zie je bij een positieve huidtest?

A

Wheal met daaromheen een flare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn voor- en nadelen van een immunocap?

A

+ 1x prikken, verdere diagnostiek mogelijk, geen kans op allergische reactie, geen effect medicatie
- Uitslag duurt een week, soms moeilijke interpretatie bij hoog totaal IgE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voor- en nadelen van een skin prick test?

A

+ Resultaat direct zichtbaar, grote diversiteit mogelijk
- Per allergeen 1 prik, kleine kans op allergische reactie, geen antihistaminica gebruik, niet geschikt voor alle huidtypen, kwaliteit variabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kun je voedselallergie het best aantonen?

A

Dubbelblind placebo controlled food challenge
- In gecontroleerde setting kleine hoeveelheden allergeen aanbieden (1mg, 3mg, 10 mg enz.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn voor- en nadelen van een DPCFC?

A

+ Drempelwaarde en aard van klachten duidelijk te bepalen
- Arbeidsintensief, tijdrovend, duur, kans op anafylaxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de relatie tussen eczeem en voedselallergie?

A

40-50% heeft allergische antistoffen, maar vaak geen voedselallergie (enkel sensibilisatie)
- 15% bij kinderen, 35% < 1 jaar
- Ernst van eczeem vergroot de kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe verloopt het atopisch syndroom bij kinderen vaak?

A
  • Begint met eczeem en voedselallergie
  • Voedselallergie verdwijnt, astma begint (rond 6 jaar)
  • Astma en eczeem nemen af, rhinitis begint (rond 14 jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is atopie?

A

Aanleg om allergisch te reageren op prikkels/stoffen uit de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is sensibilisatie?

A

Aanwezig zijn van specifieke IgE antistoffen tegen een bepaald allergeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke factoren beïnvloeden het ontstaan van atopische ziekten?

A
  • Erfelijke factoren (meerdere genen)
  • Omgevingsfactoren: hygiëne, biodiversiteit, epitheliale barrière
17
Q

Welk gen veroorzaakt atopisch eczeem op jonge leeftijd?

A

Filaggrine LOF mutatie
- Epidermale barrière eiwit: huid meer doorgankelijke voor allergenen

18
Q

Welke hypotheses zijn er voor de toename van atopische ziekten in de wereld?

A
  • Hygiëne hypothese: minder infecties
  • Biodiversiteits hypothese
  • Epitheliale barrière hypothese (long, darm, huid)
19
Q

Wat is de biodiversiteits hypothese?

A

Te weinig microbiële blootstelling of kolonisatie in darmkanaal en luchtwegen leidt tot disbalans in het immuunsysteem
- Bijvoorbeeld door antibiotica gebruik, dieet, keizersnede of vaccinatie

20
Q

Wat is het verschil tussen eczeem en urticaria?

A

Ontsteking infiltraat in epidermis vs perivasculair

21
Q

Wanneer kun je eczeem door voedselallergie uitsluiten?

A
  • Onbekend voedsel
  • Geen relatie met voedsel
  • Geen acute klachten naast eczeem
22
Q

Wanneer heb je verdenking op een voedselallergie?

A

Bij acute klachten met of zonder eczeem na 6-24 uur

23
Q

Hoe ontstaat voedselallergie?

A

Cutane exposure: barrière dysfunctie -> doordringen allergenen/antigenen -> activatie immuunsysteem (Th2) -> allergie

24
Q

Wat bepaalt de reactie bij een provocatie test?

A

Hoeveelheid IgE: hoe hoger, hoe meer symptomen

25
Q

Wat werd onderzocht in de LEAP studie?

A

Vroege introductie van allergenen (4-8 maanden)
- Eerder starten bij eczeem
- Klinische introductie bij hoog risico

26
Q

Wat zijn nadelen van een eliminatie dieet?

A
  • Geen effectief bewijs
  • Onderbehandeling eczeem
  • Risico op acute allergische reacties
  • Deficiënties
  • Eetstoornissen en belemmerde psychosociale ontwikkeling
27
Q

Hoe evalueer je een voedselallergie?

A
  • Anamnese: klachten, dieet
  • Sensibilisatie: IgE meten
  • Eliminatie/Provocatie
28
Q

Welke kruisreacties komen veel voor bij de peulvruchten en noten?

A
  • Pinda: 50% met hazelnoot
  • Hazelnoot: 50% met boompollen en fruit, 75% met walnoot
  • Cashewnoot: 75% met pistachenoot (pesto!)
29
Q

Wat is het beloop van voedselallergie?

A

66-85% spontane resolutie
- 1-2 jaarlijks evaluatie doen bij allergie

30
Q

Welke testen kun je doen om sensibilisatie aan te tonen?

A
  • Skin prick test
  • Prick to prick test (PTP): allergenen gevoelig voor denaturatie
  • Intracutane huidtest (ICT): medicatie en insecten