2B3 week 14 HC 1 & 2 Tropenziekten Flashcards

1
Q

Wat ondervinden internationale reizigers?

A
  • 30-70% reisgerelateerde aandoening
  • 1-5% medisch contact
  • 1/100000 overlijdt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar kijk je naar bij infectieziekten?

A

LARISA: locatie, activiteiten, reiziger, incubatietijd, syndromen en aanvullend onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar let je op bij de locatie?

A

Klimaat, oorlog, epidemie, gezondheidszorg, sanitatie, infectieziekten, luchtverontreiniging, cultuurverschillen, verkeersveiligheid, uitbraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar let je op bij de reiziger?

A

Karakteristieken, co-morbiditeiten, leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de incubatietijd?

A

Tijd tussen infectie en eerste symptomen
- Maximaal: vanaf begin vd reis
- Minimaal: vanaf einde vd reis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke syndromen komen vaak voor bij infectieziekten?

A

Koorts, huidafwijkingen of gastro-intestinale klachten (80%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kun je zien in het bloedbeeld bij infectieziekten

A
  • Leukocytose (bacterieel) / leukopenie (viraal)
  • Trombopenie (malaria)
  • Eosinofilie (parasieten en wormen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar komt malaria het meest voor?

A

West en centraal Afrika
+ Zuid Amerika en Azie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de verwekkers van de verschillende soorten malaria?

A

Plasmodium (protozoa)
- Falciparum: tropica (80%)
- Vivax en ovale: tertiana
- Malariae: quartana (<1%)
- Knowlesi en simium: apenmalaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verloopt een malaria infectie?

A
  1. Muggenbeet
  2. Sporozoiten via speeksel in bloedbaan (30 minuten)
  3. Opname in lever door kupffercellen -> deling en rijping tot hypnozoiet (6-12 dagen)
  4. Openscheuren en vrijkomst merozoiet (1 minuut)
  5. Binnendringen rode bloedcellen en differentiatie tot trophozoiet -> openscheuren (1-3 dagen)
  6. Differentiatie tot gametocyt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het ziektebeeld van de verschillende soorten malaria?

A
  • Tertiana: elke 48 uur een koortspiek
  • Quartiana: elke 72 uur een koortspiek
  • Apenmalaria: geen synchronisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn lichamelijke gevolgen van malaria?

A
  • Weefselhypoxie, shock, orgaandysfunctie
  • Immuun(de)activatie
  • Anemie, trombopenie, diffuus intravasale stolling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn symptomen van malaria?

A
  • Koorts, hoofdpijn, spierpijn, malaise
  • Veranderd bewustzijn, buikpijn, misselijkheid, braken, diarree, iceterus en hepatosplenomegalie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn ernstige gevolgen van malaria?

A

Shock, cerebrale malaria, nierinsufficientie, leverfalen, ernstige anemie, acidose, hypoglycaemie, cardiale dysfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke erytrocyten invaseren de verschillende soorten malaria?

A
  • Vivax/ovale: jonge erythrocyten (2%)
  • Malariae: oude erythrocyten (2%)
  • Falciparum: alle erythrocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het gevolg van invasie van de erythrocyten?

A

Sequestratie met als gevolg hypoxie, celsterfte en orgaandysfunctie

17
Q

Welke mensen zijn (deels) resistent tegen malaria?

A
  • Mensen met hemoglobine afwijkingen, zoals sikkelcelziekte of a/b thalassamie
  • Duffy negatieve personen in West Afrika
18
Q

Wat is de pathologie van malaria resistentie?

A
  • Verminderde groei en ontwikkeling parasiet
  • Verhoogde klaring erythrocyten
  • Lagere hemozoine geinduceerde pathologie
19
Q

Waaruit bestaat de diagnose van malaria?

A

Dikke druppel met uitstrijk (2x)
+ Antigeen, flowcytometrie, buffy coat analyse
- Serologie of PCR (confirmatie)

20
Q

Hoe werkt de dikke druppel en uitstrijk?

A
  • Dikke druppel: parasiet aantonen in gelyseerde meerdere lagen erythrocyten met Giemsa kleuring (sterrenhemel)
  • Uitstrijk: 1 laag erythrocyten (lagere sensitiviteit)
21
Q

Wat is de behandeling van malaria?

A
  • Falciparum: atovaquon/proguanil oraal, artesunaat iv en oraal bij ernstige ziekte
  • Malariae/knowlesi: chloroquine oraal, artesunaat iv en chloroquine bij ernstige ziekte
  • Vivax/ovale: chloroquine oraal, artesunaat iv en oraal bij ernstige ziekte, gevolgd door primaquine
22
Q

Wat zijn alarmsymptomen bij malaria?

A

Verwardheid, hoge koorts, huid/slijmvlies bloedingen, hypotensie, hypoxemie, ernstige dehydratie, meningeale prikkeling

23
Q

Wat zijn naast malaria oorzaken van acute koorts?

A
  • Gastro-enteritis
  • Luchtweginfectie
  • Leukocytose: bacteriele infectie, amoebenabces, leptospirose
  • Geen leukocytose: dengue, buiktyfus
24
Q

Hoe stel je de diagnose denguevirus/knokkelvirus infectie?

A

IgM, IgG en NS1 antigeen
- chikungunya en zikavirus uitsluiten

25
Wat is de vector van het denguevirus?
Aedes aegypti (gele koorts mug) en aedes albopictus (tijgermug) - Bevolkte gebieden, overdag en niet > 1000 meter
26
Wat is bijzonder aan de verschillende subtypes van het denguevirus?
Infectie met een ander subtype zorgt voor ernstiger beloop
27
Wat zijn symptomen van het denguevirus?
Asymptomatisch (87%), koorts, hoofdpijn, spier/gewrichtspijn, huiduitslag, misselijkheid, diarree, buikpijn, braken
28
Wat zijn kenmerken van het denguevirus?
- Incubatietijd 3-14 dagen - Mortaliteit 1/1500 - Trombopenie - In Latijns Amerika, Afrika en Azie - Symptomatische behandeling
29
Wat zijn kenmerken van het zikavirus?
- Oedeem extremiteiten, conjunctivitis, koorts, rash, gewrichtsklachten (20%) - GBS en microcephalie als complicatie - Diagnose middels PCR - Aedes Aegypti
30
Wanneer zorgt het denguevirus voor een immune enhancement?
- Pre excistente dengue antistoffen - Infectie met 2 of meer serotypen - Hoge viremie - Subtype 1 of 3
31
Wat zijn microscopische eigenschappen van de verschillende soorten malaria?
- Vivax: schizont, oude trofozoieten, vergrote erythrocyten, schuffnerse stippels - Falciparum: trofozoieten, vlekken van Maurer
32
Wat doen malaria profylaxe?
Voorkomen vermenigvuldiging van de parasiet in het bloed
33
Wat zijn kenmerken van het chikungunya virus?
Persisterende gewrichtsklachten