1B2 - W9 - HC3 Osmoregulatie VS volumeregulatie Flashcards
Wat is volume regulatie?
Regulatie van extracellulair volume, belangrijk omdat dit het volume is waar het bloed is. Bloed wordt rondgepompt.
- Indien volume depletie heb je teweinig volume > BD daling.
- Indien teveel dan heb je dikke enkels, oedeem, kortademigheid, orthopneu.
Primair geregeld door de uitscheiding van Natrium. Regelsysteem: aldosteron, angiotensinogeen II en renine
Uitscheiding van water en osmoregulatie is?
Reguleert de concentratie van natrium, dit doet het via de uitscheiding van water.
Wat valt er onder het extracellulair volume?
- Bloedplasma: volume in circulatie
- Interstitieel volume: volume wat niet in de bloedbaan maar tussen de cellen zit.
Hoe is de verdeling van water over het lichaam?
60% van het gewicht is totaal lichaamswater waarvan 40% intracellulair en 20% extracellulair (regulatoire meting door macula densa) mechanisme .
Wat is osmoregulatie?
[Na] in mmol/L, osmolaliteit
= De moleculaire concentratie van alle in een oplossing osmotische werkzame stoffen, kan geschat worden als 2x plasma [Na].
Wat is volume regulatie?
Hoeveelheid Na in mmol, bloeddruk
Wat is hypo-osmolaire stress?
Hypo-osmolaire stress: veel water de cel in > cel zwellen > zet osmolen buiten waardoor intra=extra om zijn volume terug te krijgen
Gevolg: dorstgevoel uit en vasopressine plat, geen aquaporines.
Wat is hyponatriemie?
Aandoening waardoor je door teveel water in het bloed zwelling krijgt van de cellen. Zwelling van hersencellen bij acute hyponatriemie > hersenoedeem > overleiden doordat deze cellen niet kunnen uitzetten
Waar leidt verlies van meer water dan zout tot?
Volume depletie en hypernatriemie (= verhoogde osmolaliteit). Dit activeert de osmoreceptoren in de hersenen en stimuleert de secretie van ADH. Dit leidt tot dorst, toegenomen water reabsorptie verzamelbuizen en vasoconstrictie.
Waar zitten AQP3 en 4?
Ze zijn er altijd maar zitten alleen maar aan de kant van het bloed: basolaterale membraan. Anders aan de andere kant zou er altijd watertransport mogelijk zijn.
Hebben patienten met een stoornis in de nier mbt ADH effect een hypernatriemie?
Nee ze kunnen nog drinken, mogelijk net iets te hoog.
Wat is er altijd bij een hypernatriemie aan de hand?
Patient krijgt geen water binnen bijv. door een minder goed dorst gevoel (bejaard), niet mobiel genoeg is of minder bewustzijn.
Op welke plekken Na-reabsorptie in het nefron o.i.v. welke stoffen?
- Proximale tubulus: gereguleerd door angiotensine II, heeft effect op NHE3 reabsorptie Na + waarbij deze ook zorgt voor uitscheiden van protonen om HCO3- reabsorptie mogelijk te maken.
- Lis van Henle: angiotensine II en aldosteron & vasopressine om gradiënt mogelijk te maken.
- Distale tubulus: aldosteron.
Wat activeert het RAAS?
Vasoconstrictie en toegenomen Na reabsorptie
Waar leidt verlies van water en zout tot?
Volume depletie