1B2 - W7 - PD2 Patient met astma

Question 1

Wat is ventolin?

Answer 1

Een anti-inflammatoire bronchodilatator die astmasymptomen onderdrukt

Question 2

Wat houdt de ‘quick look’ in?

Answer 2

1. Huidig astma controle op basis van klachten en longfunctie
2. Gebruik medicatie en/of werkt het?
3. Risicofactoren

Question 3

Wat zijn oorzaken van acuut hoesten?

Answer 3

Virale/bacteriele infectie van bovenste luchtwegen, acute sinusitis en/of astma

Question 4

Hoe ga je hoesten?

Answer 4

1. Hoestreceptoren raken geprikkeld in de long, neus of slokdarm.
2. Via n. vagus en/of n. trigeminus > hoestcentrum in medulla oblongata
3. Het hoestcentrum stuurt motorische prikkels naar het diafragma via de n. phrenicus onder controle van het hersencortex

Question 5

Of astma verbeterd na gebruik van medicatie is te zien aan:

Answer 5

Nachtelijke symptomen, FEV1, FeNO, geen SABA en BHR

Question 6

Hoe groot is de kans op een exacerbatie bij ACQ > 1,5? En wat indien + FEV1?

Answer 6

60% kans
+ FEV1 85%

Question 7

Wat omvat de checklist moeilijk behandelbare astma?

Answer 7

Astma
Bronchiale prikkels (allergien, virussen, voeding en emotie).
Therapietrouw
Devica (inhalatoren)
Educatie (vermijden bekende prikkels, juiste therapie en actieplan)
Fenotype

Question 8

Wat zijn co-morbiditeiten van astma?

Answer 8

Obesitas en hyperventilatie

Question 9

Waar is ernstig astma (3,6%) in onder te verdelen?

Answer 9

Type II: eosinofiele inflammatie
non-Type II: neutrofiele of pauci-granulocytair > obesitas, ernstige BHR en/of late onset: neutrofiel/eosinofiel

Question 10

Waar zijn nieuwe behandelingopties afhankelijk van?

Answer 10

Lifestyle en inflammatoire profiel