1B2 - W7 - HC7 Respiratoire insufficientie Flashcards
Wat is respiratoire insufficiëntie?
Het falen van de gasuitwisseling t.g.v. het ontbreken of een onvoldoende functie van het ademhalingssyteem.
Gaat om het koolzuurevenwicht: H+ + CO2 <> HCO3-
Waar leidt respiratoire insufficiëntie tot?
Onvoldoende oxygenatie van weefsels en het falen van het in stand houden van de CO2 homeostase
Wat zijn risicofactoren van respiratoire insufficiëntie?
Leeftijd en comorbiditeiten
Waar in de hersenstam zit het respiratoire centrum met het medullair ritmisch gebied?
Pons en medulla oblongata
Wat regelt het medullair ritmisch gebied?
De in- en expiratie
Welke gebieden zitten er in het respiratoire centrum?
- Medullair ritmisch gebied > in-expiratie
- Pneumotaxisch gebied > drukverschillen
- Apneutisch gebied
Waardoor worden chemoreceptoren centraal in het ruggenmerg geactiveerd, en wat gaan deze vervolgens doen?
Ze worden geactiveerd door een stijging van de pCO2 en veroorzaken een impuls naar het ademhalingscentrum.
Wat wordt er geactiveerd na een daling van de pO2?
Chemoreceptoren in de aorta (n. X) en a. carotis (n. IX)
Waar gaat de informatie van chemoreceptoren naartoe en wat gebeurt hier vervolgens mee?
Naar het ademhalingscentrum > prikkel naar diafragma via de n. phrenicus en naar de ademhalingsspieren via de intercostale zenuwen
Dat doen spier- en gewrichtsreceptoren?
Om bij inspanning een extra ademhalingsprikkel te geven
Waarbij zijn juxtacapillaire receptoren belangrijk?
Bij astma en bij mensen met hartfalen (longoedeem)
Welke 2 typen van respiratoire insufficientie zijn er te onderscheiden?
Longfalen (type I) en pompfalen (type II)
Wat houdt type I respiratoire insufficientie in?
Longfalen waarbij de pO2 daalt (de pCO2 is nauwelijks of niet aangedaan, doordat de ventilatie niet/nauwelijks is aangedaan) = partiele respiratoire insufficiëntie.
Wat zijn de pathologische veranderingen die optreden in het longweefsel bij een respiratoire insufficiëntie type I?
Lage zuurstofdruk van de omgeving, (milde) hypoventilatie, ventilatie-perfusie stoornis en diffusiestoornis, ventilatie door membraan verstoort
Waardoor ontstaat hypoventilatie?
Milde spierzwakte van ademhalinggspieren of een obstructief slaapapneusyndroom
Hoe ontstaat er een ventilatie-perfusie stoornis (met toename veneuze bijmenging)?
- Perfusie zonder ventilatie (shunt): als gevolg van een rechts-links shunt in de long, een occlusie van de luchtwegen, longoedeem, atelectase en een bloeding/contusie/
- Ventilatie zonder of met vermindderde perfusie (dode ruimte): als gevolg van een longembolie, hartfalen en ongelijkmatige ventilatie (zoals bij COPD).