1B2 - W8 - HC7 Tubulaire reabsorptie en secretie, uitwerking van een casus

Question 1

Wanneer spreken we van polyurie?

Answer 1

> 3L per dag plassen

Question 2

Welke 3 typen diabetes zijn er?

Answer 2

1. Diabetes Mellitus: overmatig veel glucose door een insulineresistentie, komt vaker voor bij ouderen waarbij erfelijkehid een rol speelt.
2. Diabetes insipidus: overmatig veel water in de urine
3. Diabetes type I: vaak bij kinderen, is een auto-immuunziekte waarbij de insulineproducerende betacellen worden aangetast > onvoldoende insuline productie

Question 3

Hoe wordt diabetes behandeld?

Answer 3

Orale bloedsuikerverlagende medicamenten in combinatie met insuline

Question 4

Waarvoor zorgt remming van de SGLT2 transporter?

Answer 4

Dat er meer glucose wordt uitgeplast

Question 5

Waar zit SGLT1 en wat zijn de effecten van remming?

Answer 5

In de darm, remming kan negatieve bijwerkingen geven

Question 6

Waar zitten megaline en cubiline en waarvoor zorgen ze?

Answer 6

Zitten aan de proximale tubulus cellen en zorgen ervoor dat eiwitten eraan vastplakken

Question 7

Hoe worden megaline en cubuline opgenomen en verteerd?

Answer 7

Opgenomen door endocytose en verteerd door lysosomen

Question 8

Wat voor soort eiwitten worden er bij natriumgekoppelde co-transport uitgeplast?

Answer 8

Laagmoleculaire eiwitten (2 gram eiwit per dag)

Question 9

Wat wordt er in de proximale tubulus gereabsorbeerd?

Answer 9

Grote hoeveelheden stoffen, maar geen regulatie

Question 10

Waar vindt regulatie in de nier plaats? En wat gebeurt hier?

Answer 10

Aan het einde van de distale tubulus en in de verzamelbuis. Hier vindt ook de zuurregulatie plaats: bicarbonaat wordt naar binnen getransporteerd door transport van CO2 en co-transport van H+ met Na+

Question 11

Wanneer wordt HCO3 uitgescheiden?

Answer 11

Als transport van CO2 en co-transport van H+ met Na+ niet lukt

Question 12

Wat doet HCO3 met de urine en het bloed?

Answer 12

Bloed wordt te zuur en de urine wordt minder zuur

Question 13

Wat gebeurt er bij het Fanconi syndroom?

Answer 13

Wanneer het co-transport van fosfaat niet werkt, wordt er fosfaat uitgescheiden > diffuse proximale tubulus stoornis

Question 14

Wat is het probleem wanneer alle transport niet goed lijkt te verlopen en waar zit dan een defect?

Answer 14

Defect in mitochondrien of in Na/K-pomp bij Multipel meyeloom

Question 15

Waarvoor zorgt HCO3 in de urine?

Answer 15

Voor een negatieve lading waardoor kalium wordt aangetrokken

Question 16

Welke onderverdeling valt er bij proteinurie te maken?

Answer 16

• Tubulair: filtratie niks mis mee, maar excretie < 2gram/dag laag moleculaire eiwitten.
• Overloop: excretie <2 gram/dag laag moleculaire eiwitten
• Glomerulaire: excretie > 2 gram/dag hoog moleculaire eiwitten

Question 17

Wat zijn oorzaken van een metabole acidose?

Answer 17

Verlies van bicarbonaat, nieuw zuur productie en nier is kapot (maakt geen bicarbonaat)