1.B.10 - HC.3 klinische stoornissen in zuur-base balans Flashcards
1
Q
Oorzaken metabole acidose?
A
- toegenomen zuur productie: vorm van lactaat, ketonen en dergelijke. Bij buffering van lactaat daalt bicarbonaat concentratie
- verlies van bicarbonaat: kan plaatsvinden in de nieren (proximale tubulus), maar ook in de darmen (diarree)
- verminderde renale zuur excretie of verminderde productie van nieuw bicarbonaat –> te weinig bicarbonaat in interstitium
2
Q
Wat is de normaal waarde voor de anion gap?
A
[Na+] - [Cl-] - [HCO3-] = 12 mmol/L
vergroot –> door toegenomen productie organische zuur –> metabole acidose
3
Q
Wat zegt de NH4+ concentratie in de urine?
A
NH4+ concentratie laag bij acidose –> probleem met de nier
4
Q
Wat zijn de stappen voor compensatie bij metabole acidose?
A
- nier proximaal en distaal meer zuur uitscheiden en bicarbonaat zal ontstane zuur bufferen: H+A- + Na+HCO3- –> Na+A- + CO2 + H2O (CO2 wordt uitgeademend)
- glomerulus zal Na+A- filtreren, H+ secreteren waarbij bicarbonaat aan bloed wordt afgegeven in proximale tubulus
- chronische acidose: glutamine –> glucose + bicarbonaat + NH4+
NH4+ –> NH3 in lumen daar H+ bufferen. 3 bicarbonaat + Na over basolaterale membraan met NBCe1