ZO week 7 (ZO4 mist) Flashcards

1
Q

welk evenwicht is er bij COPD verstoord?

A

proteases vs antiproteases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar zorgen proteases voor?

A

afbraak van bindweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar zorgen antiproteases voor?

A

anti-afbraak systeem van bindweefsel in de longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waardoor kunnen exacerbaties ontstaan?

A

luchtvervuiling, smog en infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het gevolg van een hyperinflatie?

A

het diafragma staat laag en horizontaal wat het moeilijker maakt om hetzelfde volume te verplaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke verschillende vormen van respiratoire insufficiëntie zijn er?

A
  • complete: pCO2 verhoogd, pO2 verlaagd
  • partiële: pO2 verlaagd
  • acute: pH verlaag door hoge pCO2
  • chronische: bicarbonaat verhoogd ter compensatie van de hoge pCO2, pH normaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is cyanose?

A

blauwpaarse verkleuring dat wijst op een tekort aan zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is hypercapnie?

A

te hoog pCO2 waardoor je vochtige rode ogen krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe kan er enkeloedeem ontstaan bij mensen met COPD?

A

er is hypercapnie waardoor het verkleinde vaatbed en een hoog Hb is er een verhoogde druk in de a. pulmonalis (druk in RA en RV is ook verhoogd). hierdoor is er een verhoogde centraal veneuze druk wat kan leiden tot enkeloedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer kan je een patiënt zuurstoftherapie geven?

A

als de saturatie in de nachts onder de 90% zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe wordt de diffusiecapaciteit gemeten?

A

single breath methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe werkt de single breath methode?

A

eerst zo ver mogelijk inademen tot RV. dan wordt VC met CO en He ingeademd. de adem wordt 10 sec vastgehouden. nu kan uit de VC en de He de TLC berekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe zorgt salbutamol voor een luchtwegverwijdering?

A
  1. Gs- eiwit activeert adenylyl cyclase
  2. adenylyl cyclase zet ATP om in cyclisch AMP
  3. cAMP zorgt voor brochodilatatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

benoem de bronchodilatoren:

A
  • salbutamol
  • salmeterol
  • montelukast
    -ipratropium
  • tiotropium
  • theofylline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

benoemd de anti-inflammatoire middelen:

A
  • beclomethason
  • budesonide
  • fluticason
  • montelukast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een pneumonie?

A

longontsteking

17
Q

wanner spreken we van cyanose?

A

Cyanose treedt op wanneer de hoeveelheid gereduceerd hemoglobuline groter is dan 5 gram per 100 ml.

18
Q

wat is dode ruimte ventilatie?

A

gaat er door een gebied van de long helemaal geen bloed maar is er wel ventilatie

19
Q

wat is shunting?

A

transport van bloed in een gebied waar geen ventilatie is

20
Q

wat is het gevaar van zuurstoftherapie?

A
  • hypoventilatie
  • ademhalingsprikkel gaat weg
21
Q

wanneer is er sprake van type I respiratoire insufficiëntie?

A

pO2 te laag en de pCO2 normaal

22
Q

waardoor wordt type 1 veroorzaakt?

A

het longweefsel wordt aangetast of een V’/Q- mismatch wordt veroorzaakt

23
Q

wanneer is er sprake van type II?

A

pO2 te laag en pCO2 te hoog

24
Q

waardoor wordt type II veroorzaakt?

A

longventilatie is onvoldoende om alle CO2 uit te scheiden

25
Q

is er bij longfibrose sprake van restrictie of obstructie?

A

restrictie