HC.8.3: Regulatie van renale bloeddoorstroming en glomerulaire filtratie Flashcards
waardoor wordt de hydrostatische druk in de capillairen veroorzaakt?
door de bloeddruk
waardoor is filtratie mogelijk?
druk in de glomulair > druk in kapsel van bowman
wat is de colloïd osmotische druk?
aanzuigende kracht van de eiwitten in je bloedbaan
welke kant is de colloïd osmotische druk gericht?
terug naar het capillair
wat gebeurt er aan het begin van de capillair?
filtratie
wat gebeurt er aan het einde van de capillair?
absorptie
waardoor is er in de glomerulaire capillair geen drukverschil tussen begin en eind?
je wilt niet wat je net gefiltreerd hebt weer absorberen
waar heeft angiotensine II een effect op?
vasoconstrictie in de efferente arteriolus
(deur open/dicht principe)
wat is de volgorde waarop de opgeloste stoffen de capillair uittreden?
- endotheel
- basaalmembraan
- pariëtale epitheelcel
- viscerale epitheelcel (podocyt)
waar bevindt zich het filtratie slit en wat doet het?
tussen de podocyten deze voert de meeste selectie uit
wat zorgt voor grootte selectiviteit?
fenestrae: de gaten in het endotheel van de capillairen
wat zorgt voor de ladings selectiviteit?
op het endotheeloppervlak bevindt zich glycocalyx ( bestaat uit negatief geladen glycoproteïnen)
wat is klaring?
de hoeveelheid plasma die in een gegeven tijd volledig wordt ontdaan van een bepaalde stof
de snelheid waarmee een stof uit het bloed wordt verwijderd
wanneer is de klaring gelijk aan de GFR?
alleen als een stof alleen wordt gefiltreerd
wat is een steady state?
de totale hoeveelheid uitgescheiden stof is constant