PD week 7 Flashcards

1
Q

wat is een belangrijk onderscheid dat gemaakt moet worden bij astma?

A

is het moeilijk behandelbaar of is het een ernstige vorm van astma?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar moet je naar opzoek bij moeilijk behandelbaar astma?

A

treatable traits = behandelbare triggers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar zijn nieuwe behandelopties afhankelijk van?

A

inflammatoire profiel en lifestyle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is belangrijk bij behandeling van ernstig astma?

A

fenotypering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer is astma moeilijk behandelbaar (welke vragen stel je aan jezelf om hierachter te komen?

A
  • is het wel Astma?
  • zijn alle Bronchiale prikkels wel goed?
  • is de patiënt wel therapietrouw (Compliance)
  • is het Device wel goed? werkt de inhalator goed bij de patiënt?
  • is de patiënt wel goed geEduceerd?
  • kijken we wel naar het goede Fenotype?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer spreek je van een slechte controle van astma?

A
  • ACQ > 1,5
  • exacerbaties > 2
  • FEV1/FVC < 5% LLN
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is exacerbatie?

A

verergering of toename van klachten = longaanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat verandert er in de ademhaling van COPD?

A

de uitademing is langer dan de inademing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat houdt airtraping in?

A

wilt zeggen dat je je lucht opstapelt en niet alle ingeademde lucht kan uitademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houdt dynamische hyperinflatie in?

A

betekent dat je uitademing niet volledig is en zodoende blijft er meer lucht in je longen achter dan normaal wat je ademhaling belemmert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly