HC.9.3: Osmoregulatie versus volumeregulatie Flashcards
wat is het interstitiële volume?
volume wat niet in de bloedbaan zit maar tussen de cellen
waarom zit er in zweet weinig natrium?
zweetklieren werken hetzelfde als de nieren. natrium wordt gereabsorbeerd voordat het naar buiten gaat
wat gebeurt er bij hyperosmolaire stress?
cel krimpt omdat er water uitgaat. dus meer deeltjes buiten de cel waar die voor compenseert
wat is het verschil tussen hoeveelheid en concentratie?
hoeveelheid is hoeveel Na je inneemt
concentratie is Na per L dus je lichaam past zich aan door water vast te houden of uit te scheiden om de Na constant te houden
wat zijn kenmerken van osmoregulatie?
- water
- concentratie Na
- ADH
wat zijn kenmerken van volume regulatie?
- zout
- hoeveelheid Na
- bloeddruk
waardoor wordt voornamelijk het proximale deel van de tubulus door gereguleerd?
angiotensine II
waardoor wordt voornamelijk het distale deel van de tubulus door gereguleerd?
aldosteron
waar regelt de nier de bloeddruk?
in het juxtaglomerulaire apparaat
waardoor komt oedeem?
natriumretentie (terugreabsorptie van Na wordt gestimuleerd waardoor meer water wordt vastgehouden)
wat is een gevolg van natriumretentie?
bloeddruk omhoog
op welke 2 plekken kan aldosteron werken?
- kalium secretie
- natrium reabsorptie
wanneer wint het volume van de osmoregulatie?
extreme volume depletie (verlies)
hoe bereken je de bloeddruk?
bloeddruk = CO x SVR
CO = cardiac output (HMV)
SVR = perifere weerstand
welke systemen werken direct?
neurogene reflex matige systemen