WC13 - Farmacologische beïnvloeding Flashcards

1
Q

Wat is/zijn doelstelling(en) achter de toediening van luchtwegverwijders en ontstekingsremmers per inhalatie bij patiënten met luchtwegaandoeningen?

A

Omzeilen van systemische bijwerkingen
topicaal toedienen is niet meer actief dan systemisch, maar je omzeilt wel bijwerkingen.
Je denkt vaak als je direct toedient, ga je hogere concentraties te gebruiken, dat is toch effectiever dan systemisch? Maar dat klopt niet, circulatie goed in staat om medicijnen rond te brengen, net als zuurstof en voedingsstoffen, dus dat is geen reden om topicaal te doen. Maar dus wel om de bijwerkingen te omzeilen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doen mucolytica?

A

Ze verlagen de viscositeit van bronchiaalsecreet. Ze worden meestal oraal, dus systemisch toegediend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een contra-indicatie voor het gebruik van codeïne?

A

Productieve hoest, want die moet je niet onderdrukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het doel van het toedienen van diuretica bij congestief harfalen?

A

Het verlagen van het circulerend volume. Je moet hierbij wel voorzichtig zijn dat je niet de elektrolyten balans beïnvloedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke farmaca kunnen de perifere vaatweerstand verlagen?

A

Alfa-1 adrenoreceptor antagonisten. Alfa-1 zorgt voor vasoconstrictie, en dat zorgt voor hogere weerstand, dus met antagonisten voorkom je dat en verminder je dus de weerstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt intracellulair als gevolg van het remmen van de NA/K-ATPase in de membraan van hartspiercellen?

A

Je remt dan het uitpompen van de natrium. Verhoging van de Na-concentratie levert ook verhoging van de CA-concentratie op, want calcium wordt met natrium mee uitgepompt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor farmaca passen het best in de therapie van een bradyaritmie?

A

Muscarine receptor antagonist (bijv. atropine) of een beta-1 agonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke farmaca geven de meest effectieve bronchodilatatie bij patiënten met bronchoconstrictie?

A

Een AcM-receptor antagonist, want actieve bronchoconstrictie wordt veroorzaakt door te veel aan parasympatisch effect, dus het is beter om die te remmen dan een Beta-2 adrenoreceptor agonist te gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is waar over glucocorticosteroïden?

A
  • Ze remmen de vrijzetting van histamine (want stabilisatie van het membraan)
  • Ze remmen de vorming van fosfolipase A2 en zo o.a. de aanmaak van prostaglandines
  • Ze kunnen effectief worden ingezet bij de behandeling van astmatische bronchitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar of niet waar?
Glucocorticosteroïden worden niet ingezet bij infectieuze luchtwegproblemen vanwege de remming van het immuunsysteem.

A

Niet waar, het kan prima als het ook samen met antibiotica wordt ingezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk ongewenst effect treedt op na overdosering van clenbuterol, een frequent toegepaste beta-2 agonist (met name bij het paard)?

A

Tachycardie
Clenbuterol heeft ook effect op beta-1 (meer op beta-2, maar bij overdosis dus ook op 1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke relevante co-medicatie zorgt voor potentiering van de werking van beta 2 agonist?

A

Glucocorticosteroiden; sensiteert de beta receptoren voor adrenaline. Komt door upregulation; dat er meer receptoren worden aangemaakt. Bij langdurige stress ook meer kwetsbaar voor hoge bloeddruk, dit is een van de redenen daarvoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welk opzicht kunnen NSAID’s effectiever zijn dan glucocorticosteroiden?

A

Remmen van koorts en pijnstilling. Hoe komt dat? Omdat NSAID’s direct prostaglandines remmen (je remt COX enzym). Glucocorticosteroiden; duurt langer (want transcriptie stopzetten + omdat je op heel veel effect hebt, kun je niet genoeg corticosteroiden kunt toedienen om zo’n effect op COX te hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke farmaca verhogen de inotropie van het hart en worden daartoe met name kortdurend toegepast, bv in de anesthesiologie?

A

Beta-1- adrenoreceptor
(Effect van AChm-receptor antagonisten op de kracht van het hart is nihil)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke stoffen binden op een beta-1 receptor?

A

Sowieso Adrenaline (is niet specifiek, gaat op alle adrenoreceptoren zitten). Adrenaline = hormoon. Noradrenaline is meer neurotransmitter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is noradrenaline beter in het ondersteunen van de hartfunctie dan adrenaline?

A

Noradrenaline bindt alleen op beta-1 en niet ook op beta-2 zoals adrenaline. Door de binding van adrenaline wordt vasodilatatie veroorzaakt, en dat kan je niet echt gebruiken

17
Q

Wat is het verschil tussen in werking tussen digoxine en pimobendan?

A
18
Q

Bij welke patiënt vermijd je propanolol?

A

Bij astma patiënten.
Propanolol is een antagonist van zowel beta-1 als beta-2 receptoren. Aangezien beta-2 zorgt voor vasodilatatie wil je dat niet blokkeren bij een astma patiënt

19
Q

Op welke manier beïnvloedt een ACE remmer het circulerend vermogen (volume eigenlijk)?

A

Door het remmen van renale van natrium-resorptie. Het werkt de renine loop tegen. Als de renine loop aanstaat, betekent het dat er meer natrium wordt vastgehouden (waardoor je dus meer circulerend volume krijgt). De ACE remmer remt dus dat RAAS systeem, waardoor je dus minder vocht vasthoudt.

20
Q

Telmisartan is een antagonist voor de angiotensine II receptor 1, geregistreerd voor de behandeling van katten. Wat is een indicatie voor het gebruik van telmisartan?

A

Hypertensie. Want het vermindert de resorptie van natrium, dus gaat hypertensie tegen (want minder vocht vasthouden)

21
Q

Welke groepen geneesmiddelen zal NIET de bloeddruk verlagen?

A

Beta-adrenoreceptor agonisten.
Als je alleen een beta 2 agonist hebt, zou het wel kunnen, want dan krijg je vasodilatatie, maar als je ook een agonist van beta 1 hebt krijg je juist het tegenovergestelde effect.