WC04 - Hartcyclus Flashcards

1
Q

Wanneer opent de mitralisklep?

A

Als de druk in het linker ventrikel lager is dan in het linker atrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Druk volume lussen liggen altijd ingesloten tussen 2 lijnen. Welke 2?

A
  1. ESDVR: eindsystolische druk-volume relatie
  2. EDDVR: einddiastolische druk-volume relatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke twee hoekpunten van de PV-lus liggen op welke lijn?

A

De EDV ligt op de EDDVR en de ESV ligt op de ESDVR.
Bij de EDV sluit de mitralisklep en begint de druk op te bouwen in het ventrikel, en bij de ESV gaat de aortaklep dicht, waardoor het ventrikel weer vol kan stromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke PV-lus hoort bij een boven- en onderdruk in de aorta van 120/80 mmHg?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor wordt de ESDVR bepaald?

A

Door inotrope eigenschappen van de contraherende hartspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor wordt de EDDVR bepaald?

A

Door de compliantie van de ontspannen hartspierwand (= omgekeerd evenredig met stijfheid van de hartspierwand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zou de PV-lus eruit zien als de vullingsdruk (einddiastolische druk) zou verdubbelen, terwijl al het andere gelijk zou blijven?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A

Het is beide met 15 ml toegenomen, dus een 1:1 verhouding.
Deze verhouding staat bekend als ‘Starling’s law of the heart’. De grafiek geeft de relatie tussen deze twee weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Controleer of de rechter functie curve (met de 3 markers) hoort bij de getoonde PV-lus. Wat is de helling van de functie curve?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe zal de PV-lus eruit zien bij een toegenomen contractiliteit door adrenaline? (Je mag ervan uit gaan dat de afterload hetzelfde is gebleven)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Is de functiecurve door toename van de contractiliteit 10 ml naar links of 10 ml omhoog verschoven?

A

Omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat hebben deze veranderingen voor invloed op de cardiac output?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
A
18
Q

Wat is de externe arbeid van het hart?

A

Externe arbeid stuwt het bloed van het linker ventrikel in de aorta en van het rechterventrikel in de pulmonaal arterie

19
Q
A
20
Q
A
21
Q

Wat is de interne arbeid van het hart?

A

Interne arbeid reflecteert de hoeveelheid energie die het kost om de ventrikelwand tijdens de isovolumetrische contractiefase op spanning te brengen

22
Q
A
23
Q

Een vernauwing in de uitstroomopening van het linker- of rechterventrikel zorgt eveneens voor een toename van de afterload en heeft een negatief effect op het slagvolume en dus de cardiac output. Het lichaam kan op allerlei manieren zorgen voor herstel van de cardiac output.
Vul het schema in met + en -

A
24
Q

Welke twee vormen van overbelasting kent het hart?

A
  • Pressure overload
  • Volume overload
25
Q

Wat is pressure overload?

A

Pressure overload betekent dat het ventrikel langdurig extra stress ondervindt tijdens de ejectiefase (extra drukarbeid) door een chronische verhoogde afterload, zoals bij een stenose.

26
Q

Wat is volume overload?

A

Volume overload betekent dat het ventrikel langdurig extra stress ondervindt tijdens de vullingsfase door een chronisch verhoogde preload (extra volumearbeid)

27
Q

Iedere dwarsgestreepte spier, dus ook de hartspier, zal in gewicht toenemen als de werkdruk langdurig verhoogd is.
Wordt een dergelijke toename in hartspiermassa veroorzaakt door hypertrofie of door hyperplasie?

A

Concentrische hypertrofie zorgt ervoor dat de hartspiercellen dikker worden en excentrische hypertrofie (Eng.; eccentric hypertrophy) maakt de hartspiercellen langer.

28
Q

Welk vorm van hypertrofie zal optreden bij een pressure overload en wat zijn de positieve gevolgen van deze hypertrofie?

A

Honden met een aorta stenose of een pulmonalis stenose (PAS) vertonen hypertrofie van de kamerwand en kunnen jarenlang gezond rondlopen zonder (congestief) hartfalen te ontwikkelen. Het lijkt er dus op dat er sprake is van compensatoire hypertrofie.

29
Q

Wat kan er optreden bij ernstige vormen van stenose?

A

Bij ernstige vormen van stenose, of in combinatie met andere afwijkingen aan het hart, kan sporadisch congestief hartfalen optreden waarbij het hart als pomp tekortschiet en er sprake is van vochtophoping in bepaalde gebieden van het lichaam t.g.v. een verhoogde veneuze druk.

30
Q
A

Bètablokkers kunnen de bloeddruk en hartslag verlagen, waardoor de zuurstof consumptie weer minder wordt. Hierdoor wordt de balans tussen zuurstof voorziening en consumptie hersteld.

31
Q
A

Er is geen isovolumetrische contractiefase meer omdat de mitralisklep nooit helemaal dicht is bbij myxomateuze klepdegeneratie. Hierdoor lekt er altijd wat bloed uit het ventrikel.

32
Q

Noem een tweetal klepafwijkingen die kunnen leiden tot een toename van de preload van het linker ventrikel en een volume overload. Geef voor beide afwijkingen aan wanneer de bijgeruisen (souffles) optreden t.o.v. de harttonen S1 en S2.

A
  • Mitralisinsufficiëntie
  • Aortaklepinsufficiëntie
33
Q

Noem twee aangeboren hartafwijkingen die kunnen leiden tot een links-rechts shunt van bloed in of nabij het hart en daardoor zorgen voor een toename van de preload van het linker ventrikel. Geef voor beide afwijkingen aan wanneer de bijgeruisen (souffles) optreden t.o.v. de harttonen S1 en S2.

A
  • Atriumseptumdefect (ASD)
  • Ventrikelseptumdefect (VSD)
34
Q

Het linker ventrikel compenseert voor de lekkende mitralisklep door grotere slagvolumes te slaan.
Welke twee compensatiemechanismen gebruikt het hart om grotere slagvolumes te bereiken?

A
35
Q

Wat is de regurgitatie fractie?

A

Het deel van het slagvolume dat terugstroomt naar het atrium.

36
Q
A
37
Q
A
38
Q
A
39
Q

Geef in elk vakje het label 1,2,3 of 4

A
40
Q

Bij welke aandoeningen horen de andere twee PV-lussen?

A