HC09 - Hartfalen / Introductie circulatoire shock Flashcards

1
Q

Wat is hartfalen?

A

Dat het hart zijn normale functie niet meer kan vervullen. Het is niet 1 ziekte, maar een klinisch syndroom dat:
- Bestaat uit een combinatie van klachten
- Ontstaat als gevolg van meerdere hartaandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvan zijn hartfalen het gevolg?

A

Van het onvermogen van het hart om bloed effectief naar de rest van het lichaam te pompen (tijdens de systole) en/of te ontvangen (tijdens de diastole). De compensatiemechanismen van het cardiovasculair systeem zijn dan overweldigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de functies van het hart?

A
  • Behouden van een adequate arteriële bloeddruk (PRIORITEIT)
  • Behouden van doorstroom naar de periferie (weefselperfusie)
  • Behouden van voldoende druk in het veneuze en capillaire systeem

Als een ernstige hartziekte optreedt, is het cardiovasculaire systeem niet meer in staat om alle drie de taken even goed uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functionele classificatie van hartfalen?

A
  • Verhoogde veneuze en capillaire druk (congestief hartfalen of backward failure)
  • Inadequate cardiac output (low-output harfalen of forward failure)
  • Sterk verminderde bloedstroom met lage bloeddruk (cardiogene shock)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is congestief hartfalen?

A

Het betekent dat er vochtophoping optreedt in bepaalde gebieden in het lichaam als gevolg van een ernstige hartziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor vormen van congestief hartfalen zijn er?

A
  • Linker congestief hartfalen
  • Rechter congestief hartfalen

Bepaalde ziekten kunnen beide kanten van het hart aantasten en dus beide vormen van congestief hartfalen veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is linker congestief hartfalen?

A

Linker congestief hartfalen treedt op als gevolg van meerdere ziektes aan de linker kant van het hart.
Het bloed blijft door verschillende mechanismen in de linker harthelft achter, en kan uit de longen minder makkelijk de linker harthelft instromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met de bloedvaten in de longen bij linker congestief hartfalen?

A

De bloedvaten in de longen raken overvol, en er lekt vocht uit; eerst naar het interstitium en vervolgens naar de alveoli van de longen (=longoedeem, cardiogeen pulmonaal oedeem).
Bij de kat kan dit ook tot liquothorax (teveel vocht in de borstholte) leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de symptomen van linker congestief hartfalen?

A

Het dier vertoont een versnelde ademhaling en/of benauwdheid, en honden kunnen ook hoesten (katten minder vaak. Meestal is er ook sprake van verminderde conditie en eetlust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is rechter congestief hartfalen?

A

Rechter congestief hartfalen treedt op als gevolg van meerdere ziektes aan de rechter kant van het hart.
Het bloed blijft door verschillende mechanismen in de rechter harthelft achter, en kan uit het lichaam minder makkelijk de rechter harthelft instromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er met de systemische venen en capillairen bij rechter congestief hartfalen?

A

De systemische venen en capillairen raken overvol, en er treedt stuwing van de venae jugularis en van de lever (hepatomegalie) op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke symptomen treden er op bij rechter congestief hartfalen?

A

Door stuwing van de lever kan er ascites ontstaan (vochtophoping in de buikholte), die je opmerkt als buikzwelling.
Er kan ook een liquothorax optreden, en dus benauwdheid.
Bij runderen kan er perifeer oedeem ontwikkelen en bij paarden centraal oedeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaat oedeem precies?

A

Door verstoring van het Starling-evenwicht. Stuwing en oedeem bij congestief hartfalen ontstaan door een verhoging van de capillaire hydrostatische druk, waardoor er geen sprake meer is van een evenwicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het eerste compensatiemechanisme dat in werking treedt bij hartfalen?

A

De activering van het sympathische zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doet het sympathische zenuwstelsel om hartfalen te compenseren?

A

Het zorgt voor positieve chronotrope en inotrope effecten (versnelling van de hartfrequentie en verhoging van de contractiliteit van het hart) en voor vasoconstrictie.
Dit werkt alleen op de korte termijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom werkt de activering van het sympatische systeem alleen op de korte termijn?

A

Het hart beschermt zichzelf tegen langdurige stimulatie door binnen enkele uren de beta1-receptoren op het hart te downreguleren. Zo stimuleert het sympatische zenuwstelsel het hart niet meer zo erg en neemt de contractiliteit weer af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welk compensatiemechanisme wordt later geactiveerd dan het sympatische zenuwstelsel als er langere compensatie nodig is?

A

Het RAAS (renine-angiotensine-aldosteron systeem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waartoe leidt de activatie van het RAAS systeem?

A

Tot volume-expansie en vasoconstrictie.
Om het slagvolume te verhogen probeert het lichaam de preload te verhogen en gebruik te maken van de Starling law.
Daarnaast worden de nieren gestimuleerd meer natrium en water vast te houden, wat resulteert in een toename van het bloedvolume en er dus meer bloed terugkomt naar het hart en de ventrikels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er op het moment dat het RAAS wordt geactiveerd?

A

Renine wordt afgegeven door het juxtaglomerulaire apparaat in de macula densa van de nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat doet renine?

A

Het versnelt de omzetting van angiotensinogeen (groot eiwit dat geproduceerd wordt door de lever en in de bloedbaan circuleert), in angiotensine I (ATI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat gebeurt er met ATI als het is omgezet uit angiotensinogeen?

A

ATI wordt door angiotensine converting enzym (ACE) omgezet in angiotensine II (AT II).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is het verschil tussen ATI en ATII?

A

ATI is relatief inactief, en ATII is een hormoon dat zeer actief is en de vorming van renine remt (negatieve feedback)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een eigenschap van ATII?

A

Het is een krachtige vasoconstrictor, die contractie van de spierwanden van de arteriolen veroorzaakt. Hierdoor stijgt de bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat stimuleert ATII?

A

Het stimuleert direct en indirect (via stimulatie en uitgave van aldosteron door de bijnieren) de retentie van natrium en water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat doet aldosteron?

A

Aldosteron zorgt er voor dat de nieren natrium vasthouden en kalium elimineren.
Het verhoogde natrium zorgt voor water retentie waardoor bloedvolume en -druk toenemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is er aan de hand bij chronische stimulatie van compensatiemechanismen?

A

Ondanks de volume expansie is de cardiale output toch onvoldoende als de ziekte doorgaat. Dit leidt tot aanhoudende activiteit van SNS en RAAS, wat leidt tot overmatige vochtretentie. Dit kan uiteindelijk leiden tot het HF-syndroom (hartfalen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke vormen van hypertrofie van het hart zijn er?

A
28
Q

Wat gebeurt er met het hart bij een aorta stenose?

A

Het hart moet dan tegen de druk van de vernauwing in gaan werken, de afterload verhoogt en het hart wordt dikker

29
Q

Wat gebeurt er met het hart bij een mitralis lekkage?

A

Er is dan dilatatie van het hart door heel veel extra bloed in het hart

30
Q

Waartoe leidt voortgezette natrium- en waterretentie door chronische RAAS-activatie?

A

Uiteindelijk tot verhoogde veneuze druk en oedeem/effusie

31
Q

Waar kan chronische SNS activatie tot leiden?

A

Tot calciumoverbelasting en verhoogd zuurstofgebruik, die verder bijdragen aan de progressie van de ziekte

32
Q

Wat zijn de meest voorkomende aangeboren ziektes die kunnen leiden tot linker congestief hartfalen bij gezelschapsdieren?

A
  • Links-rechts shuntende patent ductus arteriosus
  • Mitralisklepdysplasie
  • Ventrikelseptumdefect
33
Q

Wat zijn de meest voorkomende verkregen ziektes die kunnen leiden tot linker congestief hartfalen bij gezelschapsdieren?

A
  • Myxomateuze mitralisklepdegeneratie (hond)
  • Dilaterende cardiomyopathie
  • Endocarditis
  • Hypertrofische cardiomyopathie (kat)
34
Q

Wat zijn de meest voorkomende aangeboren ziektes die kunnen leiden tot rechter congestief hartfalen bij gezelschapsdieren?

A
  • Tricuspidalisklepdysplasie
  • Atriumseptumdefect
  • Pulmonaalstenose
35
Q

Wat zijn de meest voorkomende verkregen ziektes die kunnen leiden tot rechter congestief hartfalen bij gezelschapsdieren?

A
  • Tricuspidalisklepdegeneratie
  • Dilaterende cardiomyopathie
  • Pericardiale effusie/tamponade
  • Pulmonale hypertensie
  • Hartritmestoornissen (brady- of tachyaritmieën)
36
Q

Bij welke dieren komt myxomateuze degeneratie van de atrioventriculaire kleppen het meest voor?

A

Bij honden vanaf 5 jaar oud en vooral bij kleine rassen.
De oorzaak is onbekend

37
Q

Wat zie je bij een myxomateuze degeneratie van de mitralisklep?

A

De klepaantasting wordt gekenmerkt door degeneratie van collageen en afzetting van proteoglycanen en glycosaminoglycanen in de klep.
De ziekte is progressief maar honden kunnen jarenlang symptoomloos zijn

38
Q

Wat gebeurt er bij door de degeneratie van de kleppen bij myxomateuze degeneratie van de mitralisklep?

A

Door de degeneratie treedt er misvorming van de kleppen op, waardoor die niet meer goed sluiten. Dit heeft klepinsufficiëntie tot gevolg

39
Q

Welke kleppen zijn aangetast bij myxomateuze degeneratie van de mitralisklep?

A

In 2/3 van de gevallen is het alleen de mitralisklep (linker AV-klep), en in 1/3 van de gevallen is ook de tricuspidalisklep (rechter AV-klep) aangetast

40
Q

De chordae tendinae kunnen door myxomateuze degeneratie van de mitralisklep ook aangetast worden. Wat gebeurt er dan?

A

De afwijkende chordae kunnen ruptureren, waardoor een stuk van de klep tijdens de systole in het atrium valt

41
Q

Wat zijn de chordae tendinae?

A

De peesdraden of chordae tendineae zijn kleine pezen, die in het hart de atrioventriculaire kleppen met de hartspier verbinden

42
Q

Wat hoor je bij ausculatie van een dier met myxomateuze degeneratie van de mitralisklep?

A

Bij ausculatie van het hart is een systolische souffle te horen, met het punctum maximum in het gebied van de mitralisklep

43
Q

Hoe wordt de diagnose myxomateuze degeneratie van de mitralisklep gesteld en bevestigd?

A

De diagnose wordt gesteld op grond van het signalement (kleine, oude hond) en het karakteristieke bijgeruis. Hoe luider het bijgeruis, hoe erger de klepinsufficiëntie.
Die diagnose kan worden bevestigd met een echocardiogram

44
Q

Hoe ziet de PV-lus van een dier met myxomateuze degeneratie van de mitralisklep er uit?

A

Mitralisinsufficiëntie leidt tot een volumebelasting van het linker ventrikel en atrium, en toegenomen preload, wat een excentrische hypertrofie en dus dilatatie stimuleert

45
Q

Wat veroorzaakt het toegenomen volume bij een mitralisinsufficiëntie?

A

Het zorgt voor een verhoogde druk in het linkerhart (en daardoor ook in de vv. pulmonales), waardoor longoedeem ontwikkelt. Dit kan leiden tot hoesten en dyspneu (congestief linker hartfalen)

46
Q

Wat is hypertrofische cardiomyopathie?

A

Bij HCM ontstaat een hypertrofie (verdikking) van de hartspiervezels (concentrische hypertrofie) van de linker ventrikelwand

47
Q

Bij welke dieren komt HCM voor?

A

Het is de meest voorkomende hartaandoening bij katten. Het komt bij alle katten voor

48
Q

Hoe wordt de diagnose HCM vastgesteld?

A

Met echocardiografie

49
Q

Wat wordt er veroorzaakt door de verdikking van de linker ventrikelwand?

A

Het veroorzaakt een verminderde compliantie van het ventrikel met een diastolische disfunctie als gevolg. Dit leidt tot onvoldoende relaxatie van het ventrikel (lusitropie) tijdens de diastole.

50
Q

Waartoe leidt de verhoogde diastolische druk bij HCM uiteindelijk?

A

De verhoogde diastolische druk kan uiteindelijk leiden tot congestief linker hartfalen (longoedeem, en bij de kat ook liquothorax)

51
Q

Wat is het gevolg van het feit dat het ventrikel onvoldoende kan ontspannen tijdens de diastole?

A

Als resultaat wordt het moeilijker voor het bloed om vanuit het linker atrium door te stromen naar het linker ventrikel. De druk wordt dus ook hoger in het linker atrium, wat een vergroting van deze boezem veroorzaakt

52
Q

Wat zijn de verschijnselen van HCM?

A

Dieren kunnen jarenlang zonder klachten leven.
De meest voorkomende verschijnselen zijn het gevolg van congestief linker hartfalen:
- Benauwdheid als gevolg van longoedeem (katten hoesten zelden) of liquothorax
- Minder bewegen, eten en zich verstoppen door moeite met ademen

53
Q

Welke complicatie kan er optreden bij HCM?

A

Trombo-embolie

54
Q

Hoe ontstaat trombo-embolie bij HCM?

A

Door de chronische verhoogde diastolische druk gaat het linker atrium dilateren. De trage bloedstroom in het gedilateerde linker atrium kan aanleiding zijn tot trombusvorming in het aurikel (hartoortje).

55
Q

Waar kan de trombus die ontstaat in het hartoortje naartoe?

A

Als het met de bloedstroom meegaat, kan het als een embolus overal in het lichaam terecht komen. Het betreft meestal een embolie van de trifurcatie van de aorta bij de afsplitsing van de a. iliaca

56
Q

Wat zijn symptomen als de trombo-embolus vastloopt in de aortatrifurcatie?

A

Dan wordt in de acute fase hevige pijn gezien, die gepaard gaat met parese of paralyse van 1 of beide achterpoten

57
Q

Welke tekenen vertonen patiënten met chronische hartfalen bij de meeste hartziektes?

A

Eerst tekenen van congestie en oedeem en dan tekenen van een lage cardiac output.
Bovendien worden tekenen van laag hartminuutvolume meestal alleen gezien in combinatie met tekenen van oedeem.

58
Q

Wat zijn symptomen van low-output of forward hartfalen?

A

Een laag hartvolume leidt tot slechte weefselperfusie, met als gevolg:
- Vermoeidheid
- Zwakte
- Verminderd uithoudingsvermogen
- Koude ledematen
- Bleke slijmvliezen
- Hypothermie

59
Q

Wat gebeurt er met de systemische arteriële bloeddruk bij hartfalen?

A

Die blijft gewoonlijk binnen het normale bereik of is slechts licht verlaagd. Dit komt doordat het behouden van de bloeddruk de prioriteit van het cardiovasculaire systeem is.
Ondanks de arteriolaire vernauwing (die bijdraagt tot de slechte weefselperfusie) blijft de systemische artriële bloeddruk tot een zeer laat stadium gehandhaafd.

60
Q

Wat is pericardiale effusie?

A

PE is de overmatige vochtophoping in het hartzakje, en is de meest voorkomende hartzakaandoening bij GD

61
Q

Wat zijn oorzaken van pericardiale effusie?

A

De meest voorkomende oorzaken zijn hart- of pericardiale neoplasie en idiopathische PE

62
Q

Wat wordt er veroorzaakt door het toegenomen pericardvocht?

A

Het verhoogt de intrapericardiale druk, en wanneer deze gelijk of hoger is dan de normale druk van het rechter hart, dan wordt de vulling van de rechterhartkamers belemmerd (cardiale tamponade).
Je krijgt dan verminderde cardiac output en/of congestief rechter hartfalen

63
Q

Wat is circulatoire shock?

A

Een tekort aan circulerend volume met sterk verminderde bloeddoorstroming en een lage bloeddruk. Dit leidt tot een afname van aanbod van zuurstof en andere nutriënten aan de weefsels.

64
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van circulatoire shock?

A
  • Cardiogene shock
  • Allergische shock
  • Anafylactische shock
  • Hypovolemische shock
65
Q

Wat kunnen verschijnselen zijn van circulatoire shock?

A
  • Bleekheid
  • Flauwvallen
  • Bewusteloosheid
  • Slecht functioneren van vrijwel alle organen