WC03 - Bloeddruk Flashcards
Bereken de vasculaire weerstand van de systemische circulatie
Bereken de vasculaire weerstand van de pulmonale circulatie
De vasculaire weerstand van de systemische circulatie is dus 37,5 mmHg/L/min en van de pulmonale circulatie is 3,3 mmHg/L/min.
Kunt je dit verschil in vasculaire weerstand tussen de systemische en pulmonale circulatie verklaren?
Bloedverlies
De bloeddrukdaling kan worden verklaard door bloedverlies, aangezien dit de vasculaire vulling vermindert. Baroreceptoren detecteren de bloeddrukdaling en de hartslag wordt verhoogd om de cardiale output op peil te houden.
Anesthetische overdose
Zowel de bloeddruk als de hartslag zijn verlaagd. Er is geen teken van een compensatiemechanisme, waarschijnlijk omdat deze worden onderdrukt door een overdosis anesthesie.
Pijn (anesthetische onderdose)
Zowel de bloeddruk als de hartslag zijn verhoogd, omdat een pijnprikkel de afgifte van adrenaline heeft veroorzaakt. Deze toename in sympathische activiteit blijft zolang de pijnprikkel aanwezig is.
De hoge infusiesnelheid van vloeistof in het veneuze systeem verhoogt de aanlegdruk (preload) van het hart, wat resulteert in grotere ventriculaire volumes aan het einde van de ventriculaire diastole (aanlegfase). Het extra volume wordt weggepompt tijdens de systole (contractie) van de ventrikels. Dit verhoogt de cardiale output en de arteriële bloeddruk (P = CO * R). Baroreceptoren detecteren deze toename en veranderen de hartslag om te compenseren (CO = HR * SV).
Alle organen zijn direct verbonden met de aorta aan de ene kant en de vena cava aan de andere kant. De gemiddelde arteriële druk in de aorta is 93 mmHg en de druk in de vena cava is 3 mmHg. Daarom is het drukverschil (ΔP) over elk orgaan hetzelfde: 90 mmHg
De druk is overal 90 mmHg, en van daaruit kun je door ΔP = Q * R berekenen wat de weerstand is
Wat valt je op als je de totale weerstand R vergelijkt met de individuele R van de organen?
Wat gebeurt er met de individuele arteriolen bij inspanning?
De straal van de individuele arteriolen in de actieve skeletspieren kan tijdens het sporten verdubbelen. Dit is het gevolg van metabole hyperemie
Wat produceren actieve skeletspieren?
Actieve skeletspieren produceren metabolieten zoals adenosine (ADP), K+, H+ en CO2. Ze activeren K+ kanalen, waardoor kalium uit de cel stroomt. Dit veroorzaakt hyperpolarisatie. Spanningsafhankelijke Ca2+-kanalen sluiten zich en de calciuminstroom wordt verminderd.
Hierdoor is er minder calcium beschikbaar voor gladde spiercontractie en verwijdt het bloedvat.
Normaal gesproken neemt de hartoutput onmiddellijk toe als reactie op de verminderde totale weerstand om weefselschade te voorkomen.