Farmacologische beïnvloeding van het circulatie apparaat Flashcards
Wat voor effect hebben sympaticomimetica op het hart?
Een positief inotrope en chronotrope werking
Wanneer hebben farmaca een direct positief inotroop effect?
Als ze een agonistisch effect hebben op β1-adrenoceptoren
Waarmee gaat activatie van β1-adrenoceptoren vaak samen?
Naast dat het een positief inotroop effect heeft, zal het ook samengaan met een verhoging van de hartfrequentie (positief chronotroop)
Wat zijn dopamine, adrenaline en noradrenaline?
De endogene cathecholamines dopamine, adrenaline en noradrenaline zijn structuurverwante neurotransmitters die als sympaticomimeticum optreden.
Hoe worden catecholamines toegediend?
Hoe werkt de metabolisatie van catecholamines?
Het metabolisme wordt gekenmerkt door deactivatie via de enzymen mono-amine oxidase (MAO) en cathechol-O-methyl transferase (COMT) in zowel neuronen zelf als ook in de lever en de nieren. Vervolgens worden deze structuren renaal geëxcreteerd.
Wat is het effect van adrenaline in lage doseringen?
Perifere vasodilatatie (verhoogde doorbloeding skeletspieren) door β2-activatie en verhoogde hartfrequentie en contractiekracht door β1-activatie
Wat is het effect van adrenaline in hogere doseringen?
Bij hogere doseringen worden tevens α-adrenoceptoren geactiveerd en doordat deze receptoren de β2-adrenoceptoren in het perifere vaatbed overheersen, zal er netto vasoconstrictie optreden met een verhoging van de bloeddruk. Daarnaast zullen er bij deze hogere dosering meer β1-adrenoceptoren in het hart worden aangesproken, waardoor de cardiac output verder verhoogt en opnieuw bijdraagt aan een verhoging van de bloeddruk.
Waardoor verhoogt noradrenaline de bloeddruk sneller dan adrenaline?
Waar kan een verhoogde aanvoer van dopamine tot leiden?
Tot een verhoogde afgifte van noradrenaline in adrenerge neuronen, omdat dopamine een voorloper van noradrenaline is
Wat veroorzaakt dopamine in lage doseringen?
In lage doseringen (<2-5 mcg/kg/min i.v.) veroorzaakt dopamine vasodilatatie in de nieren, het mesenterium, de coronair vaten en de hersenen, doordat in deze dosering overwegend dopamine-receptoren geactiveerd worden in de betreffende bloedvaten
Wat veroorzaakt dopamine in hogere doseringen?
Bij hogere doseringen activeert dopamine ook α- en β-adrenoceptoren (eerst β1, voor α- adrenoceptoren zijn zeer hoge doseringen nodig). Perifere vasoconstrictie vindt plaats vanaf doseringen van 10-15 mcg/kg/min i.v. doordat er dan wel α-adrenoceptoren geactiveerd worden.
Waarom is dobutamine anders dan andere β1-agonisten?
Anders dan andere β1-agonisten heeft dobutamine in lage doseringen minimale invloed op de chronotropie, terwijl er wel een positief inotroop effect is
Wat is isoproterenol (isoprenaline)?
Een potente nonselectieve β-adrenoceptor agonist met veel structuurverwantschap aan adrenaline
Wat doet intraveneuze infusie van isoproterenol?
Intraveneuze infusie verlaagt de perifere weerstand, met name in de skeletspieren, door vasodilatatie (β2-adrenoceptor activatie). Tevens is er gladde spiercel relaxatie in glad spierweefsel met β2-adrenoceptoren (o.a. bronchiën en maagdarmkanaal). Daarnaast zal netto de cardiac output stijgen door een sterk positief inotroop en chronotroop effect (β1-adrenoceptor activatie).
Wat zijn indicaties voor toepassing van isoproterenol?
- Acute bronchoconstrictie
- Volledig atrioventriculair blok
Wat is het gevaar van catecholamines bij (te) hoge infuussnelheden?
Bovenstaande cathecholamines verhogen de cardiac output en bij (te) hoge infuussnelheden de hartfrequentie, de zuurstofbehoefte van het myocard, en het risico op het ontstaan van
(ventriculaire) aritmieën. Bij sinus tachycardie of tachyaritmieën dient de infuussnelheid meteen verlaagd te worden. Dit limiteert de toepassing van β-agonisten als adrenaline en dobutamine bij circulatoire shock
Wat voor effect hebben parasympaticolytica op het hart?
Een positieve chronotrope werking
Wat doen anticholinergica?
Dat zijn farmaca die AChM-receptoren blokkeren, waardoor het parasympatische deel van het autonome zenuwstelsel kan worden afgeremd
Bij welke indicaties kunnen muscarine-antagonisten worden ingezet?
Toediening van deze farmaca kan zinvol zijn bij patiënten met sinus bradycardie, sino-atriaal arrest en bepaalde gevallen van atrio-ventriculaire blokkade. Het doel is altijd het remmen van de endogene activiteit van acetylcholine op muscarine-receptoren
Wat voor werking hebben digitalis glycosiden op het hart?
Een positief inotrope en negatief chronotrope werking
Hoe werken hartglycosiden?
Bij welke patiënten worden hartglycosiden ingezet?
Bij uitstek patiënten met congestief hartfalen kunnen baat hebben bij stimulatie van de contractiekracht en tegelijkertijd verlagen van de frequentie.
Waarom is het beter om digitoxine te gebruiken dan digoxine bij nierpatiënten?
Digoxine wordt voornamelijk geëlimineerd via de nieren. Voorzichtigheid is daarom geboden bij patiënten met duidelijke nierfunctiestoornissen. Bij patiënten met een verminderde nierfunctie is digitoxine (niet veterinair geregistreerd) als alternatief te gebruiken. Digitoxine wordt door de lever gemetaboliseerd (middels glucuronidering) en onafhankelijk van de nieren uitgescheiden (via de darm). De halfwaardetijd van digitoxine is langer dan die van digoxine, onder andere door heropname van de stof uit de darm (enterohepatische kringloop).
Waardoor wordt de toepassing van hartglycosiden beperkt?
Door de nauwe therapeutische breedte. Gezien de smalle therapeutische breedte, leidt (relatieve) overdosering al snel tot ongewenste bijwerkingen of intoxicatieverschijnselen.
Waar moet bij de dosering van digoxine op gelet worden?
Bij deze dosering is rekening gehouden met het feit dat digoxine de eigenschap heeft aan eiwitten te binden in de skeletspieren (= niet-actieve fractie). Bij dieren met overgewicht dient de dosering dus te worden berekend op basis van het streefgewicht van het dier, omdat digoxine zich, als niet-lipofiele stof, nauwelijks over vetweefsel verdeelt. Tevens dient het streefgewicht voor de berekening van de dosering voor patiënten met ascites worden aangehouden.
Wat zijn bijwerkingen van digoxine?
Braken, anorexie en diarree zijn de eerste typische intoxicatieverschijnselen bij de hond. Bij het paard kan er een ileus optreden met als gevolg maagoverlading, vanwege het onvermogen van paarden om te braken (bij twijfel dus sonderen!). Daarnaast kunnen cardiale bijwerkingen optreden, vooral ventriculaire en supraventriculaire ritmestoornissen, en worden ook wel afwijkingen aan de digestietractus en de nieren waargenomen.
Welke situaties leiden tot een versterkte werking en mogelijk toxiciteit van hartglycosiden?
Zowel een hypokaliëmie, een hypercalciëmie als een hypernatriëmie
Waarom kan de gelijktijdige toepassing van digoxine met bepaalde diuretica (met name furosemide en evt. chloorthiazide) extra risico geven op toxiciteit?
Omdat deze diuretica ervoor kunnen zorgen dat de plasma K+- concentratie daalt. Er is dan sprake van een verminderde competitie tussen K+ en de hartglycosiden voor de bindingsplaats op het Na+/K+-ATPase.
Hoe kan de farmacokinetiek van digoxine tevens beinvloed worden door co-medicatie?
Hoe kunnen afwijkende schildklierhormoonconcentraties (zowel hyper- als hypothyreoïdie) leiden tot een relatieve overdosering van digitalis glycosiden?
Hyperthyreoïdie verhoogt de effecten van digoxine op het myocard en hypothyreoïdie verlaagt de renale uitscheiding van digoxine. In beide gevallen dient dus een lagere uitgangsdosering aangehouden te worden.