Farmacologische beïnvloeding van het respiratie apparaat Flashcards
Waarop is de farmacologische interventie van bronchoconstrictie veelal gericht?
Op de beïnvloeding van het autonome zenuwstelsel. Daarom bestaat het ook uit de toepassing van parasympatolytica (AChM-antagonisten) of sympaticomimetica (β2-adrenoceptor agonisten)
Wat is het effect van parasympaticolytica (AChM-receptor antagonisten)?
Door middel van AChM-receptor antagonisten kan de endogene activiteit van acetylcholine op deze receptoren afgeremd worden, met als gevolg dat de gladde spiercel contractie direct en zeer effectief opgeheven kan worden.
Wat is het nadeel van parasympaticolytica?
Het grote nadeel is dat AChM-receptor antagonisten een brede range aan nevenwerkingen hebben, doordat muscarine receptoren wijdverbreid voorkomen in het perifere zenuwstelsel.
Daarom zullen AChM-receptor antagonisten een algeheel parasympaticolytisch effect geven, al zijn ze nog zo specifiek werkzaam op de AChM- receptor (of zelfs een subtype hiervan)
Wat zijn bijwerkingen van parasympaticolytica?
Belangrijke mogelijke bijwerkingen zijn o.a. verminderde motiliteit van het maagdarmkanaal en tachycardie. Desalniettemin zijn er (acute) situaties waarin de potentie van deze farmaca opweegt tegen de nevenwerkingen.
Wanneer wordt atropine toegepast?
Atropine is een AChM-receptor antagonist die systemisch wordt toegepast in acute situaties met heftige benauwdheid ten gevolge van bronchoconstrictie.
Voor wat voor bijwerkingen kan atropine zorgen?
Atropine is een tertiair amine, dat vanwege deze structuureigenschappen de bloed-hersen-barrière passeert en dus eventueel ook voor centrale bijwerkingen kan zorgen (in tegenstelling tot bijvoorbeeld quaternaire amines).
Op wat voor manieren kan atropine worden toegediend?
Atropine wordt vanwege zijn structuur goed opgenomen uit het maagdarmkanaal en kent een goede weefseldistributie. Derhalve kan het op allerlei manieren worden toegediend (bij acute bronchoconstrictie zal dit vaak intraveneus zijn).
Hoe wordt atropine gemetaboliseerd en geëxcreteerd?
Atropine wordt deels gemetaboliseerd in de lever (fase I-reactie naar atropine-n-oxide) en renaal geëxcreteerd (deels gemetaboliseerd en deels onveranderd).
Waarom heeft ipratropium minder bijwerkingen dan atropine?
Ipratropium, een afgeleide van atropine, wordt per inhalatie toegediend (als aerosol). Het wordt vanwege zijn structuur (quaternair amine) nauwelijks geresorbeerd vanaf de plaats van toediening. Na toediening per inhalatie wordt op deze manier een sterk effect verkregen (hoge concentratie op de gewenste plaats) met nauwelijks systemische bijwerkingen.
Waarvoor zorgt activatie van de β2-adrenoreceptoren?
De activatie van β2-adrenoceptoren in de luchtwegen zorgt voor een verhoging van intracellulair cyclisch AMP (via activatie van adenylyl cyclase), wat inactivatie van het myosin light chain kinase veroorzaakt en zodoende relaxatie van de spiercel (het zijn G-eiwit gekoppelde receptoren).
Welke capaciteit hebben β2-adrenoceptor agonisten?
β2-adrenoceptor agonisten hebben allemaal in zekere mate ook de capaciteit om β1-adrenoceptor agonisten te activeren. Afhankelijk van stof en dosering kunnen er dus eventueel bijwerkingen via zowel β1- als β2-adrenoceptoren optreden
Welke symptomen kunnen optreden bij hoge doseringen van β2-adrenoceptor agonisten (sympaticomimetica)?
Bij hoge doseringen kan derhalve tachycardie, excitatie en zweten (met name bij paarden) optreden
Met name als ook het circulatie apparaat betrokken is, bijvoorbeeld in patiënten met (anafylactische) shock, kan het nuttig zijn om zowel α- als β-adrenoceptoren te activeren.
Waarom wordt bij patiënten met luchtwegproblemen over het algemeen de voorkeur gegeven aan selectieve(re) β2- adrenoceptor agonisten?
Omdat deze aanzienlijk minder bijwerkingen veroorzaken
Wat is clenbuterol?
Clenbuterol is een vrij selectieve β2-adrenoceptor agonist (ratio β2/β1= 4/1), die in normale doseringen weinig (klinische) bijwerkingen geeft.
Wat dient er te worden aangepast bij een combinatie therapie van β2- adrenoceptor agonisten met glucocorticosteroïden
De dosering van de β2-adrenoceptor agonisten dient verlaagd te worden (normaal gesproken gehalveerd), doordat glucocorticosteroïden een potentiërend effect hebben op β2-adrenoceptoren en de downregulatie en internalisering van deze receptoren afremmen
Waarom wordt het gebruik van clenbuterol bij honden niet aangeraden?
De toepassing van clenbuterol bij honden wordt niet aanbevolen vanwege het grote risico van het optreden van hartspiernecrose (dit in tegenstelling tot bv. de β2-agonist terbutaline)
Waarom is het gebruik van clenbuterol bij landbouwhuisdieren niet toegestaan?
Omdat clenbuterol in het verleden illegaal als groeibevorderaar bij kalveren is toegepast (in hoge doseringen lipolyse, glycogenolyse en relatief meer spieraanzet t.g.v. β2- en β3- adrenoceptor activatie).
Welke farmaca die als β2-adrenoceptor agonisten werken zijn er die als toediening per inhalatie werken?
Salbutamol is een voorbeeld van een β2-adrenoceptor agonist die als aerosol wordt toegediend, met als doel een sterk effect in de luchtwegen en tegelijkertijd zo min mogelijk systemische bijwerkingen.
Wat is het gevolg van langdurig gebruik van β2-adrenoceptor agonisten?
Bij langdurig gebruik zal downregulatie en receptor desensitisatie optreden bij de β2-adrenoceptoren. Om deze reden zal een langdurige therapie minder effectief worden en worden deze farmaca bij voorkeur kortdurend gegeven (en/of op effect).
Hoe wordt theofylline toegediend?
Hoe is de distributie van theofylline?
Over het algemeen goed, mede door een lage mate van plasma-eiwit binding. De bloed-hersen-barrière wordt hierbij gepasseerd.
Hoe is de metabolisatie van theofylline?
Er is uitgebreide metabolisatie van theofylline in de lever door CYP450-enzymen (fase I reacties), er worden meerdere (actieve) metabolieten gevormd, waaronder 3-methylxanthine en caffeïne. Indien er meerdere medicijnen aan de patiënt worden toegediend, dient men rekening te houden met geneesmiddelinteracties op basis van interferentie met of competitie om CYP450- enzymen (bv. in geval van co-medicatie met cimetidine, barbituraten, fenytoine, fluoroquinolonen, ketoconazole e.a.).
Hoe wordt theofylline uitgescheiden?
Theofylline en metabolieten worden uitgescheiden via de nieren (maar ca. 10% in onveranderde vorm).
Waarom worden methylxanthines in Nederlands vrijwel niet toegepast?
Vanwege de beschikbaarheid van alternatieven die de voorkeur genieten wat betreft effectiviteit en veiligheid.
Welke middelen zijn er om de afvoer van mucus te bevorderen, wanneer fysiologische mechanismen niet voldoende zijn?
- Mucolytica
- Verdampers
- Expectorantia
Wat doen mucolytica?
Ze verlagen de viscositeit van het mucus door de afbraak van disulfide bruggen of mucopolysacchariden