WC12 - Zoönotische respiratoire aandoeningen Flashcards

1
Q

Wat is het hoofdprobleem?

A

Hoge uitval, want het is meldingsplichtig omdat er nog steeds veel influenza in Nederland is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke DDx kan daaraan worden gekoppeld?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de volgende stap bij verdenking van HPAIV bij kippen?

A
  • Melden bij de NVWA (vanwege shift en drift kan het gaan om een nieuwe variant)
  • NVWA gaat testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verklaart de pathogenese van HPAIV de verschijnselen? Denk hierbij aan celtropisme en betrokken orgaansysteem, en activatie van virus oppervlakte eiwitten.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke dieren worden bemonsterd en hoe, om de verdenking van HPAIV te bevestigen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke diagnostische test wordt vervolgens ingezet?

A
  • Eerst testen of het influenza type A is
  • Vervolgens testen welk subtype
  • Bij H5 en H7 wil je weten of het laag of hoog pathogeen is
  • PCR test uitgevoerd op klievingssite
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt het onderscheid gemaakt tussen LPAIV en HPAIV?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil in actie bij LPAIV en HPAIV?

A

Bij laag pathogeen wordt er niet geruimd.
Bij H5 en H7 wordt er wel geruimd, en moet ook de omgeving geruimd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar worden de monsters geanalyseerd?

A

In het Wageningen biosecurity lab in Lelystad, wat een hoog beschermd lab is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de volgende stap voor de kippen en de pluimveehouder na bevestigen van de diagnose HPAIV?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke aanvullende maatregelen dienen gevolgd te worden om spreiding naar eventueel omliggende bedrijven te voorkomen? En vallen kinderboerderijen hier ook onder?

A

Een stand-still.
Kinderboerderijen hebben een bezoekersverbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Personen met griepverschijnselen dienen niet een pluimveestal met HPAIV te betreden. Waarom?

A

De verlaagde weerstand maakt mensen kwetsbaarder voor HPAIV. Dit is om antigeen shift te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke subtypes van het influenza A virus zijn er?

A
  • H1N1 bij de mens
  • H3N2 bij de mens
  • H5, H6, H7 en H9 bij de kip (H5 en H7 kunnen naar HPAIV muteren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de verschijnselen van influenza A bij mensen?

A
  • Benauwd
  • Snotteren
  • Hoesten
  • Koorts
  • Sloom
  • Minder eetlust
  • Spierpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt papegaaienziekte ook wel genoemd?

A

Psittacose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe lopen mensen papegaaienziekte op?

A

Door het inademen van stofdeeltjes van opgedroogde poep en snot van besmette vogels

17
Q

Wat zijn de verschijnselen van papegaaienziekte bij mensen?

A

Mensen krijgen griepachtige klachten met koorts, hoofdpijn en hoesten

18
Q

Wat zijn de verschijnselen van papegaaienziekte bij dieren?

A

De vogel zit bol en is benauwd (door toegenomen massa in de buikholte). De ontlasting is groen/geel (leverontsteking, dus icterus). Er kan ook ooguitvloeiing en neusuitvloeiing zijn

19
Q

Wat zijn de verschijnselen van papegaaienziekte bij dieren?

20
Q

Welke procedures moeten worden gevolgd door de dierenarts bij verdenking op, of bevestiging van psittacose?

A

Bij papegaaienziekte gebeurt eerst de diagnostiek, en daarna wordt het pas gemeld.
Deze ziekte heeft geen economische impact en dus een lagere prioriteit

21
Q

Welke diagnostische methoden staan in Nederland ter beschikking voor het stellen van een diagnose van psittacose bij mens en dier, en hoe staat het met de betrouwbaarheid van deze methoden?

22
Q

Wat voor therapeutisch plan moet worden opgesteld voor mens en dier dat moet worden toegepast na constatering van een infectie met psittacose?

23
Q

Welke preventieve maatregelen dienen te worden genomen om transmissie van psittacose van dier naar dier, maar ook van dier naar mens te voorkomen?

A

Dieren moeten in quarantaine, en FFP2 mondmaskers

24
Q

Wat veroorzaakt chlamydia abortus bij het schaap?

25
Q

Wat veroorzaakt chlamydia felis bij de kat?

A

Niesziekte

26
Q

Wat veroorzaakt chlamydia cavie bij de cavia?

27
Q

Wat veroorzaakt chlamydia pecorum bij de koala?

A

Blaasontsteking