WC01 - Ademhaling I Flashcards

1
Q

Welke krachten spelen een rol bij de ademhaling?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drukken zijn er in de longen?

A
  • Alveolaire druk
  • Intrapleurale druk
  • Transpulmonale druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe bereken je de alveolaire druk?

A

Palv = flow (V’) * R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bereken je de transpulmonale druk?

A

C = ΔVL / Ptp

C = compliantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt de intrapleurale druk berekent?

A

Ptp = Pip - Palv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
  1. Contractie van diafragma en m. intercostalis externus
  2. Volume van de thorax neemt toe
  3. De pleurale membranen volgen deze beweging, het elastische longweefsel werkt dit tegen. Hierdoor wordt de intrapleurale druk (Pip) negatiever
  4. Het longvolume neemt toe, de druk in de alveoli (Palv) daalt tot onder de atmosferische druk
  5. Lucht gaat stromen van de atmosfeer naar de alveoli
  6. De druk in de alveoli gaat afnemen
  7. De luchtstroom stopt wanneer de druk in de longen dezelfde is als de druk in de atmosfeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke spieren zijn betrokken bij een actieve expiratie?

A

De buikspieren en de m. intercostalis externus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is de Palv gelijk aan de druk in de atmosfeer (Patm)? Welke waarde heeft deze dan?

A

Palv is gelijk aan Patm op waarde 0 = 1 atmosfeer = 760 mm Hg , dit is aan het einde van de inspiratie en aan het einde van de expiratie. Wanneer er geen lucht meer stroomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is Palv maximaal (meest negatief en meest positief)? Waardoor wordt dit veroorzaakt?

A

Palv is maximaal in het midden van de inspiratie/ expiratie. Dit komt doordat de longen sneller uitrekken/ terugveren dan dat de lucht kan stromen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is Pip steeds negatief (dus sub-atmosferisch)?

A

De longen geven een druk naar binnen, de thorax geeft een druk naar buiten.
Tijdens inademen worden longen steeds meer uitgerekt, dus zullen ze harder gaan trekken want ze willen eigenlijk naar binnen. Pip wordt dus negatiever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is Pip niet overal gelijk aan Ptp?

A

Dat is afhankeling van de Palv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zoals aangegeven is bij de figuur uitgegaan van een constante luchtwegweerstand. Waarom is de weerstand tijdens de ademhaling niet constant?

A

Tijdens inademen is de weerstand net wat minder dan tijdens uitademen. Tijdens inademen wordt allen uitgerekt, straal omhoog, lucht kan makkelijker door de longen. Tijdens uitademen wordt de straal wat kleiner dus gaat de weerstand weer wat omhoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zet Ptp en Pip uit tegen het longvolume. Wat is de betekenis van deze lijn?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent de breedte van de PV-lus?

A

Dat geeft de luchtweerstand weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kun je deze grafiek gebruiken om aan te geven (arceren) hoeveel niet-elastische arbeid wordt verricht tijdens inademen?

A

Palv is afhankelijk van luchtweerstand en niet door compliantie. Onderste helft van ellips wordt bepaalt door Palv. Dit is de niet-elastische arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je deze grafiek gebruiken om aan te geven (arceren) hoeveel elastische energie wordt opgeslagen in het elastische longweefsel tijdens inademen?

A

Punt begin inspiratie, punt eind inspiratie . Hier maak je een driehoekje van. De oppervlakte hiervan is hoeveelheid elastische energie die wordt opgeslagen. Dit is dus geen verloren arbeid, maar opgeslagen energie

17
Q

Hoe kun je uit de V-P lus afleiden dat de expiratie passief verloopt?

A

Wanneer driekhoekje groter is de helft ellips is er genoeg energie om passief uit te ademen.
elastische energie > niet-elastische energie > passief uitademen

18
Q

Wat bedoelen we als we zeggen dat een persoon of dier benauwd (dyspneu) is?

A

Dyspneu = benauwd
Je moet meer energie leveren om te kunnen ademen. Eventueel ademnood. Benauwd gevoel komt door CO2 toename in het bloed. CO2 is de belangrijkste ademprikkel, je krijgt dus de aandrang om meer of vaker te ademen.

19
Q

Bereken de toename in luchtwegweerstand als door een ernstige ontsteking (bijv. bronchitis) de luchtweg-diameter van 4 cm gereduceerd wordt tot 2 cm.

A

Weerstand wordt 16 keer zo groot

20
Q

Hoeveel moet de alveolaire druk in dit geval veranderen (bij een 16 keer zo grote weerstand) om dezelfde ventilatie (en dezelfde luchtstroom) te kunnen handhaven?

A

Palv = V x R
Palv moet ook 16 keer zo groot worden

21
Q

Waarom lijken dieren meer moeite te hebben met uitademen dan met inademen?

A

Als dieren het benauwd hebben lijkt het erger tijdens uitademen dan tijdens inademen. De luchtwegweerstand tijdens inademen tijdens inademen is kleiner dan tijdens uitademen. Ook gebruik je bij actieve uitademing je buikspieren, dit is duidelijk zichtbaar.

22
Q

Bij de mens wordt tijdens een astma-aanval geadviseerd om rustig en diep in te ademen. Waarom?

A

Astma-aanval: obstructieve luchtwegaandoening. Als je met kleine teugvolumes ademhaalt, ben je met name je dode ruimte aan het ventileren.
Er is niets mis met je compliantie. Als je diep inademt kost dat niet heel veel meer energie. De energie in het driehoekje dat je opslaat (tijdens inademing) kan je weer gebruiken om passief uit te ademen.
Tijdens inademing is er iets minder weerstand. Als je rustig diep ademhaalt zal er minder weerstand zijn en kan er meer lucht in de longen stromen dan als je kleine teugvolumes hebt

23
Q

Bij een gestreste kat gebeurt vaak het tegenovergestelde dan bij de mens. Met medicamenten kan de vernauwing van de luchtwegen worden tegengegaan.

Waar in de route van trachea tot alveolus kan je relatief gezien het meeste gladde spierweefsel
aantreffen (met relatief wordt bedoeld de dikte van de spierlaag t.o.v. de diameter van de luchtweg)? En welke invloed heeft het parasympathische en sympathische zenuwstelsel, inclusief bijniermerg, op de luchtwegen?

A

Het meeste gladde spierweefsel zit relatief in de bronchiolen.
Parasympathische activiteit > bronchoconstrictie.
Verhoogde sympatische activiteit > bronchodilatatie
Bijniermerg maakt adrenaline

24
Q

Met welke farmaca kun je de vermoedelijke bronchoconstrictie bij de kat verminderen? Noem ook een bijwerking van de farmaca.

A

Sympathicomimetica of parasympaticolytica. Je moet de beta-2 receptoren stimuleren
Pufjes zijn sympathicomimetica (kan je zowel als mens als dier gebruiken)

25
Q

Verklaar de veranderingen in de V-P lus als de weerstand verhoogd wordt.

A

V-P lus wordt breder omdat de Palv veel groter wordt bij een verhoogde weerstand

26
Q

Verklaar de veranderingen in de V-P lus als de compliantie verlaagd wordt. Wat wordt zwaarder, inspiratie of expiratie?

A

Als de compliantie verlaagd wordt (dus restrictieve luchtwegaandoening) wordt de V-P lus vlakker omdat de lijn vlakker gaat lopen. Ptp wordt minder hoog. Dit verandert niet aan de Palv, de lus wordt dus niet breder. Inspiratie wordt zwaarder

27
Q

Verklaar de veranderingen in de V-P lus als de compliantie verhoogd wordt en de luchtweerstand verhoogd wordt. Wat wordt zwaarder, inspiratie of expiratie?

A

Steil en breed. COPD = chronic bronchitis and emphysema (floppy lung)
De uitademing wordt heel moeilijk. Driehoekje is klein terwijl oppervlakte onder ellips is vergroot.
De Pip is positief à actief uitademen

28
Q

De alveolaire druk is afhankelijk van…?

A

De luchtwegweerstand

29
Q

De transpulmonale druk is afhankelijk van…?

A

De compliantie

30
Q

Welke longdruk schommelt rond de 0?

A

Palv

31
Q

Welke longdruk is altijd negatief?

A

De Pip/Ptp

32
Q

Wat wordt bemoeilijkt bij een toegenomen luchtwegweerstand?

A

Met name de expiratie

33
Q

Wat wordt bemoeilijkt bij een afgenomen compliantie?

A

Met name de inspiratie

34
Q

Wanneer de oppervlakte van de driehoekje onder de grafiek … is dan de oppervlakte van de halve lus, dan is de expiratie actief

A

Kleiner