HC03 - Fysiologie ademhaling II Flashcards

1
Q

In welke twee vormen komt het totale zuurstof volume voor?

A
  • Zuurstof opgelost in plasma
  • Zuurstof gebonden aan hemoglobine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is partieel druk?

A

Het deel van de (totale) druk dat afkomstig is van 1 gas in een mengsel van gassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1 atm is hetzelfde als?

A

101 kPa of 760 mm Hg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat heb je nodig om de partiële druk te berekenen?

A

De totale druk en het percentage van de aanwezigheid van het gas in het mengsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is de PO2 in de lucht 160 mm Hg en in de alveoli slechts 105 mm Hg?

A

Omdat de lucht die de longen in komt gemengd wordt met oude lucht die nog in de longen aanwezig was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt de diffusiesnelheid beschreven?

A

Met de wet van Fick

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de wet van Fick?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de ventilatie perfusie verhouding?

A

De V/Q ratio; De ratio waarin ventilatie en perfusie met elkaar in afstemming moeten zijn om een goede zuurstofopname in het bloed te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe is de ventilatie en perfusie bij alveolaire dode ruimte?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is de ventilatie en perfusie bij een shunt?

A

Er mengt dan zuurstofarm bloed met zuurstofrijk bloed, waardoor er een lagere zuurstof saturatie zal zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt hypoxische vasoconstrictie?

A

Er wordt meer bloed richting de alveoli gestuurd die wel goed geventileerd worden, zodat er zo veel mogelijk zuurstof kan worden opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is hemoglobine nodig voor de zuurstoftransport?

A

De zuurstoftransport verloopt voor 99% via hemoglobine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de grootste verschillen tussen de longen van vogels en zoogdieren?

A

De longen van vogels zijn redelijk stug t.o.v. zoogdieren en vogels hebben geen diafragma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt de ademhaling van de vogel?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe verhoudt de atmosferische druk zich t.o.v. de hoogte boven zeeniveau?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In normale omstandigheden, hoe lang duurt het (qua afstand) voordat de PO2 in de alveoli 100% is?

A

Dat is al na 1/3 van de lengte van de capillair. Dit zorgt er voor dat als het bloed ineens sneller stroomt, dat er toch genoeg zuurstof wordt opgenomen

17
Q

Hoe kan longoedeem leiden tot benauwdheid?

A

Doordat de diffusieafstand dan vergroot wordt, omdat er dan een laagje vocht tussen de cellagen ligt. Dit leidt tot het verlagen van de diffusiesnelheid, en dus het minder goed op kunnen nemen van zuurstof en af kunnen geven van CO2

18
Q

Waarom is de ventilatie en perfusie van de longen op elkaar afgestemd?

A

Links zie je een bloedpropje dat er voor zorgt dat er geen bloed in de alveoli komt, maar er is wel ventilatie. Rechts is het andersom. Dit zijn twee uiterste gevallen, maar dit is inefficiënt, dus dit moet beter op elkaar worden afgestemd

19
Q

Door welk mechanisme worden de ventilatie en perfusie van de longen op elkaar afgestemd?

A

Door de hypoxische vasoconstrictie

20
Q

Wat is de zuurstofsaturatie curve?

A
21
Q

Wat gebeurt er met de zuurstofsaturatie curve als de affiniteit voor hemoglobine afneemt? En wat als die toeneemt?

A

Bij een afgenomen affiniteit verschuift de curve naar rechts en laat het eerder zijn zuurstof vrij (en neemt het ook langzamer op).
Bij een toegenomen affiniteit verschuift de curve naar links en laat het pas later zijn zuurstof vrij (en neemt het ook eerder op)

22
Q

Welke reactie vindt er veel plaats met CO2?

A

De omzetting van CO2 en H2O naar H2CO3-, wat uiteenvalt in HCO3- en H+

23
Q

Wat is de invloed van CO2 op het lichaam?

A

CO2 is bepalend voor de pH waarde in het lichaam. Bij een verhoogde CO2 waarde wordt het meer omgezet in bicarbonaat en H+ en daalt de pH

24
Q

Wat lost beter op in water; zuurstof of CO2?

A

CO2

25
Q

Op welke 3 manieren wordt CO2 getransporteerd?

A
  • Opgelost CO2 (ong. 10%)
  • Gebonden aan een eiwit (ong. 30%)
  • Als bicarbonaat (ong. 60%)
26
Q

Welk enzym is verantwoordelijk voor de omzetting van CO2 in bicarbonaat in het hemoglobine?

A

Carboanhydrase

27
Q

Wat gebeurt er met de PCO2 en de PO2 bij hypoventilatie? En bij hyperventilatie?

A
28
Q

Wat is het nut van hyperventileren?

A

Met hyperventileren krijg je niet per se meer zuurstof binnen, omdat het bloed al bijna volledig is gesatureerd. Het is dus vooral nuttig om het CO2 weg te werken

29
Q

Hoe wordt de ademhaling gereguleerd?

A
30
Q

Wat is het verschil tussen de perifere chemoreceptoren en de centrale chemoreceptoren?

A

De perifere zitten in de aortaboog en de halsslagader en de centrale in de hersenstam.
De perifere meten O2, CO2 en H+, en de centrale meten CO2 en H+

31
Q

Wat meten de centrale chemoreceptoren?

A

Ze meten de H+ concentratie, maar niet die in het capillair, want die kan niet diffunderen over de bloed-hersen-barrière. Ze meten dus de H+ concentratie aan de hand van de CO2 die wel door de bloed-hersen-barrière kan diffunderen.

32
Q

Wat is de belangrijkste prikkel van de ademhaling?

A

De CO2
Al bij een kleine verandering in de CO2 gaat de ventilatie veel veranderen, maar bij de O2 moet het heel laag worden wil er iets veranderen aan de ventilatie