W8VO1: Bewegingsstoornissen Flashcards

1
Q

Tics

A

Kortdurende, plotseling optredende, niet te weerstane, misplaatste, terugkerende beweging, die of op zichzelf staat, of een handeling met een bepaald doel weerspiegelt
- kunnen vocaal en/of motorisch zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tremor

A
  • ritmische, onwillekeurige, oscillerende beweging van een lichaamsdeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rusttremor

A
  • in rust, verdwijnt gedeeltelijk of helemaal bij beweging
  • meest voorkomend bij Parkinson
  • bij extremiteiten, kin en tong, niet het hoofd
  • sprake van progressieve supranucleaire paralyse, multi-systeem atrofie en betreft een dystone tremor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cerebellaire tremor/intentietremor

A
  • treedt op als je je doel nadert
  • aanwezig bij beweging, afwezig in rust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fysiologische tremor

A
  • aanwezig in rust
  • verergert bij aannemen van een bepaalde houding, zoals bij uitsteken van de armen (positietremor) en bij vermoeidheid
  • spanning, alcoholontrekking, hyperthyreoïdie, hypoglycemie of cafeïnegebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Essentiële tremor

A
  • versterkt fysiologische tremor van de handen en het hoofd, verergert bij innemen van een bepaalde positie van de handen of het hoofd
  • autosomaal dominant
  • 20-40 jr, progressief
  • symmetrisch, meestal armen
  • geen andere klachten dan trillen, te onderdrukken met medicatie (propranolol, anti-epileptica), kunnen in aanmerking komen voor diepe hersenstimulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij Parkinson

A
  • bradykinesie, hypokinesie
  • tremor in rust
  • reemergent rusttremor: als je even stilstaat in je houding, komt ie weer terug
  • erger als je iemand afleidt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ataxie

A
  • bewegingsstoornissen waarbij de verschillende elementen van de beweging niet goed op elkaar zijn afgestemd -> motoriek is schokkerig en ongecoödineerd
  • cerebellair: maakt niks uit of ogen open of dicht zijn, valneiging altijd, spraak doet mee
  • sensorisch: ataxisch doordat je niet goed voelt waar het lichaamsdeel bevindt, neiging om om te vallen pas als de ogen dicht zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Myoclonieën

A
  • kortdurende, schokachtige, onwillekeurige bewegingen
  • positief: korte spiercontractie waardoor er opeens een bewegingsuitslag is
  • negatief: tonus valt opeens weg
  • meestal door metabole problemen (bijv acuut nier- of leverfalen) en intoxicaties, maar ook fysiologisch, neurodegeneratieve ziektes, epilepsie, structurele laesies, erfelijk
  • niet ritmisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Chorea

A
  • onregelmatig optredende, snelle, niet doelgerichte bewegingen van bepaalde spiergroepen (extremiteiten, romp of gelaat), waardoor het normale bewegingspatroon wordt doorkruist
    -> bij Huntington
  • zwangerschap, medicatie, auto-immuun encephalitis, structurele laesies, endocriene ziektes, elektrolytstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hemiballisme

A
  • onregelmatig optredende, onwillekeurige, aritmische, bruuske bewegingen van het proximale deel van de ledematen zonder patroon, waarbij het arm en been als het ware worden weggeslingerd
  • heeft iets weg van chorea, ook iets danserigs maar grover, vooral arm en been en dus proximaler
  • bijna altijd 1 kant vh lichaam, vaak veroorzaakt door een herseninfarct of -bloeding aan 1 kant van de hersenen -> subthalamicus disfunctioneert
  • dooft over het algemeen uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dystonie

A
  • abnormaal verdeelde verhoogde spiertonus, waarbij een afwijkende houding ontstaat in extremiteiten, romp, hals of gelaat
  • cervicaal meest voorkomen: hoofd neiging 1 kant op te bewegen -> botox om de spieren plat te leggen
  • meestal primair: niks specifieks onderliggends te vinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beoordelen bewegingsstoornis

A
  • sprake van veel of weinig bewegingen?
  • wanneer treedt de stoornis op?
  • waar is de bewegingsstoornis gelokaliseerd?
  • hoe snel gaat en hoe lang duurt de beweging?
  • fijnslagig of grofslagig
  • ritmisch?
  • andere afwijkingen bij NO?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly