W8PD4: Cerebellaire ataxie Flashcards

1
Q

Dysmetrie

A
  • doel voorbij schieten: hypermetrie
  • voortijdige eindiging: hypometrie
  • door stoornis in ipsilaterale cerebellaire hemisfeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ataxie

A
  • klinisch syndroom, onregelmatige en ongecontroleerde beweging
  • stem: cerebellaire dysartrie (hoger worden/lager worden)
  • oculomotoriek: verschillende vormen van nystagmus
  • ledematen: intentietremor, gestoorde topneus/kniehakproeven
  • romp: rompataxie
  • gang: gangataxie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken

A
  • onderscheid tussen centrale (=cerebellaire) en perifere (=sensibele) oorzaken
  • toxisch: alcohol, medicatie (fenytoine)
  • metabool: hypothyreoïdie, ziekte van Wilson, coeliakie
  • auto-immuun: MS
  • systeemsziekten: SLE, etc
  • para-infectieus: miller-fisher syndroom (Guillan Barré)
  • infectieus: TBC
  • tumor: neoplasmata of metastase achterste schedelgroeve, paraneoplastische cerebellaire degeneratie
  • genetisch: spinocerebellaire ataxie (SCA), Friedrich ataxie
  • neurodegeneratief: CJD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beginleeftijd

A
  • recessief: < 20 jr
  • ADCA: > 20 jr
  • MSA: > 30 jr
  • FXTAS: > 45 jr
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ziektebeloop

A
  • acuut: vasculair/inflammatoir, intoxicatie
  • subacuut (3-6 mnd): paraneoplastisch, metabool, intoxicatie, immuun-gemedieerd
  • chronisch: degeneratief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Andere kenmerken/clues bij anamnese

A
  • autonome functiestoornissen
  • geheugen/gedrag
  • darmklachten
  • gewichtsverlies/toename
  • VG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Intoxicaties

A
  • alcohol
  • medicatie: benzo, anti-epiletpica, lithium, cytostatica, amiodarone, metronidazole
  • lood, kwik, chemicalien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ADCA (autosomaal dominante cerebellaire ataxie)

A
  • genetische classificatie: SCA 1-36
  • prev: 3/100.000, meest SCA3 en SCA6
  • vaak ook extrapiramidale symptomen, chorea, polyneuropathie, retinopathie
  • onset 30-40
  • trinucleotide expansie: met anticipatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Neurologisch onderzoek

A
  • ook kijken naar andere kenmerken die wijzen op andere oorzaken
  • zintuigen
  • huid
  • polyneuropathie
  • holvoeten/hamertenen
  • orthostase
  • extrapiramidale kenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Friedriechse ataxie

A
  • mutatie frataxine gen
  • onset meestal voor 25e, fenotype variabel
  • multisysteem: SCA, sensibele polyneuropathie, areflexie, holvoeten, cardiomyopathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Glutenataxie

A
  • neurologische complicaties coeliakie: ataxie, polyneuropathie
  • bij pt met sporadische ataxie en bewezen glutensensitiviteit, vaak geen intestinale klachten
  • histologische enteropathie
  • anti-gliadine antistoofen: niet specifiek
  • gluten ataxie kan verbeteren op glutenvrij dieet
  • bij + antistoffen altijd MDL consulteren en onzekerheid bespreken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diagnostische criteria MSA (multipele systeem atrofie)

A
  • sporadische, progressieve aandoening, beginleeftijd > 30 jr, definitieve diagnose post mortem
  • waarschijnlijk MSA: autonome dysfunctie (urine-incontinentie, erectiestoornissen, orthostase en Parkinsonisme, matig-levodopa responsief of cerebellair syndroom)
  • mogelijk MSA: Parkinsonisme of cerebellair syndroom en autonome dysfunctie, niet voldoend aan alle criteria en tenminste 1 ondersteunend argument
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sporadische ataxie

A
  • MSA; prev 4,4/100.00, vanaf 50e mediane overleving 6-7 jr, autonome functiestoornissen vereist voor diagnose
  • ILOCA: idiopathische late onset cerebellaire ataxie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

FXTAS

A
  • premutatie FMRI gen
    Klinische kenmerken:
  • specifiek: positie-intentie tremor, gangataxie
  • minder specifiek: parkinsonisme, cognitieve achteruitgang (korte termijn geheugen, executief functioneren)
    Radiologische kenmerken
  • specifiek: symmetrische witte stof afwijkingen in de middelste cerebellaire pedunkels
  • minder specifiek: witte stof afwijkingen supratentorieel, matig tot ernstige atrofie vd hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeling

A
  • oorzaak behandelen
  • symptomatische behandeling: vermoeidheid
  • revalidatie: fysio
  • erfelijkheidsadvisering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly