W11VO2: Cognitieve gedragstherapie Flashcards
1
Q
G-schema
A
- gedachten explicitiet maken
- Gebeurtenis
- Gedachte
- Gevoel
- Gedrag
- Gevolg
2
Q
Denkfouten
A
- Alles of niets denken
- Diskwalificeren van positieve dingen
- Overgeneraliseren
- Negatief filteren
- Gedachten lezen
- De toekomst voorspellen
- Uitvergroten en/of minimaliseren
- Emoties tot feiten maken
- Zou moeten, en, zou niet moeten
- Etiketten plakken
- Met 2 maten meten
- Personaliseren
3
Q
Basale assumpties
A
- fundamentele opvattingen over de eigen persoon, over anderen en de wereld in het algemeen en over de toekomst, die als absolute waarheden worden beschouwd
- vaak al gevormd vanaf de kinderleeftijd
4
Q
Interventies
A
- informatie verzamelen: bewijzen voor en tegen
- meerdimensionaal en genuanceerd evalueren: negatieve en positieve eigenschappen noemen en zich daarna daar zelf op beoordelen
- kansberekening
- taartdiagram
- kosten-baten analyse
- ergste van het ergste
- rollenspel
- imaginatie
5
Q
Gedragsexperimenten
A
Toetsen van denkfout in de praktijk, nagaan of de consequenties die de pt verwacht ook daadwerkelijk plaatsvinden
2 voorwaarden:
1. Het experiment moet haalbaar zijn
2. Voor elke mogelijke uitkomst moet duidelijk zijn wat die betekent voor de geloofwaardigheid van de gedacht die wordt getoetst