W12VO1: De moeilijke patiënt Flashcards

1
Q

Adaptieve afweer

A
  • optmaal om stress te hanteren
  • anticiperen, beheersen, humor, sublimeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neurotische afweer

A
  • beperking van mogelijkheden, met geringe of beperkte realiteitsdistorsie
  • gestoorde afweer
  • intellectualiseren, isoleren van affect, ongedaan maken, overdekken door het tegendeel, rationaliseren, verdringing, verschuiven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Primitieve afweer

A
  • hanteert stress door realiteitsdistorsie, handelen op impuls of terugtrekken
  • ageren, devalueren, externaliseren, hulp-afwijzend gedrag, idealiseren, ontkennen, passieve agressiviteit, projectieve identificatie, splitting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Veilige gehecht

A

Hebben van een positief zelfbeeld en positieve vewachting van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Angstig-gepreoccupeerd gehecht

A

Negatief zelfbeeld en positieve verwachtingen van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Afwijzend-vermijdend gehecht

A

Positief zelfbeeld en negatieve verwachtingen van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Angstig-vermijdend gehecht

A

negatief zelfbeeld en negatieve verwachting van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Persoonlijkheidsstoornis

A

Duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die duidelijk binnen de cultuur van betrokkene afwijkend van de verwachtingen.
Dit patroon wordt zichtbaar op 2 of meer van: cognities, affecten, functioneren in het contact met anderen, beheersing van impulsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cluster A

A

Vreemd, excentriek, realiteitsdistorsie, vooral cognitieve stoornissen
- paranoïde
- schizoïde (loners)
- schizotypische (vreemde gedachten over de wereld, manisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cluster B

A

Dramatisch, emotioneel, impulsief, externaliserend
- antisociale: acting-out, ontkennen, hulp afwijzend klagen
- borderline
- theatrale
- narcistische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cluster C

A

Angstig, vreesachtig, onzeker, internaliserend
- ontwijkend/vermijdend
- afhankelijk
- obsessief-compulsief/dwangmatig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly