W13HC1/2: Organisatie pijnsysteem en pijninhibitie Flashcards

1
Q

Nociceptief en neuropathische pijn

A
  • nociceptief: duidelijke prikkels leidt tot pijnervaring en die is functioneel, door prikkeling van nociceptoren
  • neuropathisch: als er geen noodzakelijke pijn is, is het gevolg van spontane activiteit van beschadigde vezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nociceptie

A

Transductie van de nociceptoren in de vijre zenuwuiteinden -> tranmissie via de A delta/C vezels -> perceptie in de cortex -> handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

A delta vezels

A
  • dun gemyeliniseerd -> prikkende pijn
  • koude, pijn
  • vezels komen aan in de dorsale hoorn -> kruist bij binnenkomst -> via anterolaterale systeem naar thalamus -> somatosensibele cortex (S1)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vrije zenuwuiteinden

A

Vrije zenuwuiteinde pikt celbeschadiging op -> genereert actiepotentiaal -> gaat richting de andere zenuwuiteinden en het ruggenmerg -> uitbreiding van het aangedane gebied -> vezel gevoeliger, zodat je bijv die vinger niet beweegt
- actiepotentiaal in de vrije zenuwuiteinden zorgt voor roodheid, zwelling en ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

TRP kanalen

A
  • transient receptor potential
  • zitten op vrije zenuwuiteinden
  • verschillende typen aanwezig in A delta en C vezels, in eenzelfde vezel kunnen verschillende typen tot expressie komen
  • TRPV1: hitte en hete pepers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Transmissie

A
  • zenuwen komen aan op de dorsale hoorn, laag 1-10
  • C vezels komen met name binnen op de oppervlakkige lagen
  • A deltas komen wat verder naar binnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sensitisatie

A
  • uitbreiden pijnlijke gebied
  • vorm van plasticiteit
  • hyperalgesie: verhoogde pijnperceptie op een pijnlijke prikkel
  • allodynie: pijnlijke perceptie van een normaliter niet pijnlijke prikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sensitisatie in de dorsale hoorn

A
  • vorm van plasticiteit (LTP)
  • inductie door langdurige prikkeling van de C vezels
  • betrokkenheid van NMDA receptoren, neuropeptiden, groeifactoren
  • blijft langer bestaan dan de prikkeling waardoor het werd geïnduceerd
  • leidt niet tot permanente veranderingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

LTP

A
  • door processen in de denritic spine: opening NMDA receptoren en inbouw AMPA receptoren -> postsynaptische cel gevoeliger voor bepaalde releaese
  • normale situatie: weinig release glutamaat door nociceptieve vezels, NMDA receptoren geblokkeerd door Mg2+
  • sensitisatie: veel release van glutamaat door nociceptieve vezels, NMDA receptoren gedeblokkeerd, verhoogd calcium in de cel, verhoogde prikkelbaarheid van de cel (hyperalgesie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Axotomie

A
  • degeneratie perifere zenuw
  • bij kleine schade reversibel
  • indien geen herstel mogelijk is -> neuropathische pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neuroma

A
  • ectopische impuls generatie: spontaan of door minimale aanraking
  • groot aantal Na+ kanalen
  • vezels die elkaar prikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

C vezels

A
  • ongemyeliniseerd -> zeurende pijn
  • warmte, pijn
  • kruisen bij binnenkomst dorsale hoorn -> via anterolaterale systeem thalamus (ander gebied dan A delta) -> naar gebieden als insula en gyrus cinguli en projecties naar de amygdala en de hypothalamus -> affectieve component van pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Expectation center

A
  • prefrontaal
  • heeft sterk effect op het emotionele aspect van pijn
  • via dit gebied emoties moduleren
  • placebo werkt hier op in
  • nocebo: je slecht voelen omdat je bepaalde verwachtingen hebt van bijwerkingen bij medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Poorthypothese

A

C vezels en a beta vezels grijpen aan op hetzelfde neuron: als je grijpt naar je been dat pijn doet stimuleer je de a beta vezels -> die inhiberen en remmen de perceptie van pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Jeuk

A
  • onplezierige sensatie van de huid die de drang oproept om te krabben
  • functie: om parasieten te verwijderen, om weefsel beschadiging op te wekken om een genezingsproces te bevorderen
  • pijn en jeuk: anatomische routes tot perceptie zijn vergelijkbaar, pt die geen pijn voelen hebben ook geen last van jeuk, veel overeenkomsten in geactiveerde gebieden
  • verschillen pijn en jeuk: functie is anders, opioiden remmen pijn maar kunnen jeuk induceren of versterken, pijnlijke prikkels verminderen jeukgevoel, en jeuk alleen in de huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pijninhibitie

A
  • periaquaductaal grijs: heeft effect op de gebieden:
  • parabrachial nucleus (onbekend)
  • dorsomedullaire reticulaire formatie: glutamaat facilitatie
  • locus coeruleus: noadrenaline, veel zorgt voor geen pijn
  • Raphe nucleus: serotonine en GABA inhibitoir effect
    -> alle 4 inhiberend effect op pijn