W11VO1: Illusies en hallucinaties Flashcards

1
Q

Receptieve velden en contrast

A
  • enige info die retinale ganglioncellen sturen naar V1 is het contrast tussen hun center en surround
  • hoeveelheid contrast wordt bepaald door de verdeling van licht op het receptieve veld van de ganglioncel
  • menselijk waarnemingssysteem werkt lokaal en is dus voornamelijk gevoelig voor verschillen -> zorgen vaak voor een verschil tussen onze waarneming en de fysieke werkelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gebieden in visuele cortex

A
  • oriëntatie in V1
  • kleur V4
  • beweging MT
  • contrast retina
    -> binding, in hogere visuele centra
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

GIT closure test

A
  • meet het organiserend vermogen
  • krijgt zwart/wit plaatjes te zien, waarvan delen zijn weggelaten -> zeggen wat er op staat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Continuous Performance test

A
  • meet de lange termijn aandacht
  • cijfers worden achter elkaar geflitst, als een 3 gevolgd wordt door een 7 drukken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stroop test

A
  • meet de korte termijn aandacht en structurerend vermogen
  • opeenvolgende woorden verschijnen (kleur en woord): zsm kleur van het woord aangeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly