W13PD6: Pijn en kanker Flashcards
Prevalentie pijn bij kanker
- 28% vd pt waarbij recent kanker is gediagnosticeerd
- 50-70% vd pt die kankerbehandeling ondergaan
- 64-80% bij pt met gevorderde kanker
Soorten pijn
- gerelateerd aan tumor en/of metastasen: nociceptieve pijn (somatisch/visceraal) of tumor geassocieerde neuropathische pijn
- gerelateerd aan behandeling: nociceptieve pijn (mucositis, hand-voet syndroom), neuropathische pijn (post-radiatie neuropathie, chemotherapie geïnduceerde polyneuropathie
Stap 1 pijnbestrijding
Non-opioid (paracetamol, naproxen, diclofenac) met of zonder adjuvant
- eerst paracetamol
- dan naproxen, diclofenac, ibuprofen
- dan celecoxib, etoricoxib
Stap 2 pijnbestrijding
Opioïd milde tot moderate pijn, met of zonder non-opioid
Stap 3 pijnbestrijding
Opioïd voor moderate tot ernstige pijn, met of zonder opioïd en met of zonder adjuvant
- oxycodon, morfine, fentanyl
- evt co-analgetica: pregabaline, amitriptyline, dexamenthason
Stap 4 pijnbestrijding
Alle opioïden zonder pil of pleister
- morfine, fentanyl, hydromorfone iv,sc
- spinale, epidurale catheter
- invasief: sphlanchnicus blokkade, lower-end block, anterolaterale tractomie
Pijnbestrijding bij kankerpatiënten
- eerste stap vaak overgeslagen omdat die pijn zo ontzettend heftig is en niet zoveel zin heeft
- bij pt een langdurend werkend middel geven en iets snelwerkends zodat de pieken onderdrukt kunnen worden