W12HC2: Farmacologie van verslaving Flashcards
1
Q
Cannabis
A
- toepassing bij epilepsie, misselijkheid, slaapproblemen, depressie, pijn tijdens kanker
- link met schizo: genetisch bepaald?
2
Q
3-MMC: 3-methylmethcathinon
A
- designer drug
- amfetamine achtige stof die ook re-uptake remt: noradrenaline, dopamine & serotonine omhoog
- toxisch: hartritmestoornissen, hyperthermie en convulsies
3
Q
Abstinentiesyndroom
A
opioid receptor stimulatie leidt oa tot
- remming adenylyl cyclase (minder cAMP)
- opening K+ kanalen (-> hyperpolarisatie)
- sluiting Ca2+ kanalen (transmitter release)
-> lichaam gaat zorgen voor minder K+ kanalen, meer Ca2+ kanelen en upregulatie adenylyl cyclase
4
Q
Tolerantie
A
- steeds meer nodig om hetzelfde effect te bereiken
- lichaam reageert door versneld metabolisme, afgenomen receptoraffiniteit, downregulatie receptoren, upregulatie adenylyl cyclase in locus coeruleus
- tolerantie is na het afkicken verdwenen
5
Q
Craving
A
- betrokken neurotransmitters: GABA, dopamine, endogene opioïden
- mesolimbische dopaminerge zenuwbanen spelen een cruciale rol: stimulatie door opioiden, remming door GABA
- opioiden zorgen via de mu receptor schakelt GABA uit
- therapie: partiële D receptor agonist: hierdoor kan dopamine niet aan alle receptoren binden, waardoor het totale effect minder wordt -> netto antagonistisch effect
6
Q
Behandelingsmethoden
A
- dopamine receptor (ant)agonisten
- GABA stimulantia: gabapentine, topiramaat
- opioid receptor antagonisten: naloxon, naltrexon
- clonidine (alfa 2 receptor agonist): onderdrukt de autonome component abstinentiesyndroom
- methadon (mu agonist, langere halfwaardetijd dan heroïne waardoor het makkelijker te stoppen is en vermindert drug seeking behavior)
- buprenorphine (partiële agonist) bij heroïneverslaving
- precursors noradrenaline, dopamine, en/of serotonine bij cocaïneverslaving: helpt tekorten door uptake blokkaden